Een nieuwe secretaris!
De Natuurvereniging IJsseldelta is op zoek naar een nieuwe secretaris. De huidige secretaris, Barend Kamphuis, treedt na twee termijnen van drie jaar af op de Algemene Ledenvergadering in maart 2022.
Het secretariaat betekent dat je in overleg met de voorzitter de agenda opstelt voor de bestuursvergaderingen en voor de ledenvergaderingen. Verder schrijf je de notulen van deze vergaderingen. Je houdt bij of de afspraken die in de notulen staan worden uitgevoerd. Je bent verantwoordelijk voor de correspondentie van de vereniging. Je let bijvoorbeeld heel zorgvuldig op de deadlines voor het aanvragen van subsidie en het verzoek om de subsidie vast te stellen. En verder neem je natuurlijk ook gewoon deel aan het bestuur van de vereniging.
Het secretariaat vraagt van je dat je wat tijd over hebt om eraan te besteden (hoogstens 6 uur per week). Verder is het natuurlijk fijn als je je makkelijk schriftelijk uit kunt drukken. Het is werk dat veel voldoening geeft, omdat je betrokken bent bij alle activiteiten van onze mooie vereniging en daaraan een zinvolle bijdrage geeft. Als je er meer over wilt weten, neem dan contact op met Barend (tel. 0383326248, email barendkamphuis@cs.com) of met een ander bestuurslid.
Het bestuur
Corona
In verband met de Corona-maatregelen staan er helaas op dit moment geen activiteiten gepland.
Jubileumvaartocht op Zaterdag 17 september 2016
Vijftig jaar Natuurvereniging IJsseldelta
Op de jaarvergadering van dit jaar bracht een aantal leden ons in herinnering dat de vereniging dit jaar 50 wordt. Dat verdient een feestje, daar was de vergadering het over eens. Ter plekke werd een jubileumcommissie samengesteld bestaande uit Klaske van ’t Oever, Kees de Kievid, Hans Houkema en Jessica Borst.
Toen de vereniging 40 jaar bestond, is er een vaartocht georganiseerd, die door vele verenigingsleden zeer werd gewaardeerd. Daarom wil de jubileumcommissie er graag een feestelijke traditie van maken.
Voor de 50ste verjaardag is er daarom een tocht georganiseerd met ‘De Veerman van Kampen’ door de IJsseldelta naar het IJsseloog.
Het wordt een unieke vaartocht naar een uniek gebied, waar je als ‘gewone sterveling’ niet zomaar een voet aan land zet. De jubileumcommissie heeft, dankzij het feit dat verenigingsleden van de Vogelwerkgroep hier al meer dan 10 jaar inventarisaties uitvoeren, toestemming gekregen om een bezoek te brengen met een grotere groep. Ook zal iemand van Rijkswaterstaat komen vertellen over het gebied.
Zo ziet het programma er uit:
13.00 uur Ontvangst op de ‘Veerman van Kampen’ t/o
Van Heutszplein, IJsselkade
13.15 afvaart
14.30 aankomst IJsseloog
14.45 feestelijke traktatie en woordje
15.00 lezing/wandeling naar keuze
15.30 wisselen lezing/wandeling naar keuze
16.15 aan boord voor terugvaart
17.30 aankomst in Kampen
Deze feestelijke vaartocht is gratis voor leden en 1 introducé. Dat mag natuurlijk ook een kind of een kleinkind zijn. De tocht is mogelijk gemaakt door het bestuur van de vereniging, een aantal vrijgevige verenigingsleden en de ruimhartige bijdrage van ANV Camperland (250,-!).
Wilt u zich van te voren aanmelden? Dan houden we rekening met uw komst.
Leden krijgen voorrang tot 1 september as.. Na deze datum is de inschrijving open voor iedereen (25,- euro). Dat zal bekend gemaakt worden in de regionale kranten.
Stel, dat u mensen kent die overwegen om lid te worden van de vereniging, nodig hen van harte uit. Ook nieuwe leden mogen gratis mee.
Op 17 september vieren we dus onze verjaardag. De jubileumcommissie zorgt vanzelfsprekend ook voor eigen gebakken lekkernijen. Mocht u ter verhoging van de feestvreugde een cadeautje in petto hebben voor de vereniging; dan is een envelopje met inhoud altijd welkom. Aan boord zetten we een cadeaudoos neer.
———————————————————————————————–
Aanmelden
U kunt een mailtje sturen naar w.vantoever@gmail.com of een briefje invullen en inleveren bij fam. Van ‘t Oever IJsselkade 29 8261 AC Kampen met de hieronder gevraagde gegevens.
Graag horen we vóór 1 september of u erbij bent.
[ ] lid naam…………………………………………………………………..
[ ] introducé naam…………………………………………………………………..
[ ] ja, ik meld me aan als lid van Natuurvereniging IJsseldelta en betaal pas volgend jaar mijn eerste contributie van 21,50 euro per jaar
naam ………………………………………………………………………………………………..
adres …………………………………………………………………………………………………..
Opening otterpassage onder Frieseweg
Op 8 april 2014 opende wethouder Gerrit Jan Veldhoen een nieuwe otterpassage onder de Frieseweg op Het Kampereiland. Het past in het initiatief van Stadserven, SPLIJ en de gemeente Kampen om de walkanten en rietkragen van deze oude zijtak van de IJssel weer op te knappen. Het is in feite niet meer dan een loopplank in een duiker en speciale kleinwildrasters langs de weg, maar o zo belangrijk! Otters komen alweer een tijdje in onze gemeente voor. Enkele jaren geleden werden bijvoorbeeld sporen gevonden bij Ramspol en nog maar enkele weken geleden verdronk er helaas een otter in een muskusrattenval van Waterschap Groot Salland. Erg jammer en ook niet nodig.
Maar goed, deze dag was dus goed nieuws voor de otter. De kans op een ongetwijfeld dodelijke aanrijding met verkeer is hierdoor weer een beetje kleiner geworden. En dat is wel de belangrijkste doodsoorzaak van de Nederlandse otters.
KNNV Zwolle en Natuurvereniging IJsseldelta wil ruim baan voor de otters in onze gemeente. En dit mooie initiatief past daar naadloos in. Het verdient navolging op de andere nog bestaande otter-knelpunten in onze gemeente: de Roggebotsluis, de Ganzensluis, de Kamperzeedijk bij de Olde Machine en iets verder weg Oppen Swolle. Hopelijk komt ook daar een soortgelijke oplossing.
Groot Takmos, een zeldzaamheid! Juni 2012, Zuideinde
GROOT TAKMOS ALS NIEUW ONTDEKTE ZELDZAAMHEID IN HET BUITENGEBIED VAN KAMPEN VASTGELEGD OP DE FOTO!
Steeds meer planten- en diergroepen zijn voor ons gewone natuurbelevers toegankelijk geworden doordat daarvan in de afgelopen tijden goede veldgidsen zijn verschenen en al deze soorten inmiddels ook van Nederlandse namen zijn voorzien: vlinders, libellen, zweefvliegen, etc. Maar ook soortgroepen als mossen en korstmossen zijn ondertussen op die manier door het uitkomen van voortreffelijke veldgidsen steeds beter binnen ons bereik gebracht. En wist u dat als grote delen van de natuur in de winter in rust zijn en er dus op het gebied van veel planten en dieren in dat jaargetijde wat minder valt te beleven, mossen en korstmossen hun groeiperiode doormaken? Ik kan het u aanbevelen om juist ook ’s winters, als buiten in de natuur wat minder te zien lijkt en de wat grauwere tinten overheersen, aandacht te besteden aan korstmossen die dan juist ook des te opvallender hun eigen kleurenpalet en vormenrijkdom ten toon spreiden.
Hoewel er door een betrekkelijk klein contingent specialisten en geschoolde liefhebbers hard gewerkt is en wordt om de Nederlandse rijkdom aan korstmossen goed in kaart te brengen en daarbij niet geringe prestaties zijn geleverd, is niettemin het totaalbeeld voor voor een aantal soorten in delen van ons land nog allerminst compleet. En dat geldt niet alleen voor kleine en niet al te zeer in het oog springende korstmosjes, maar zelfs voor de grootste soorten die ons land kent, zoals met name de familie van de Takmossen, allerminst een omvangrijke korstmosgroep maar wel een met opvallende en grote soorten.
Takmossen zijn, vaak samen met Eikenmos, te vinden op de stammen van vrijstaande en goedbelichte bomen langs onze wegen. Dat is hun specifieke biotoop, elders zal men er tevergeefs naar zoeken. Zij dulden nu eenmaal geen schaduw en staan graag in de volle wind en regen. Iedereen die gewend is om in de natuur rond te kijken zal daarom wel eens wegbomen hebben gezien waarvan de stammen plaatselijk begroeid zijn met soms een dichte vegetatie van grijsachtige korstmossen, zonder precies te weten wat voor soorten het hier betrof. In negen van de tien gevallen zal het dan gaan om Eikenmos, met een beetje geluk in combinatie met Takmossen, met name veelal Melig takmos. Als u zo’n schouwspel aantreft lijkt dat wel gewoon, maar heeft u in feite als iets bijzonders voor ogen, want juist deze specifieke korstmossen zijn buitengewoon gevoelig voor verschillende soorten van luchtverontreiniging en zijn in grote delen van ons land inmiddels verdwenen. De meer noordelijke contreien van ons land, waar de lucht zuiverder is, behoren tot de bolwerken van deze kritische en schilderachtige vegetatie. Op sommige plaatsen, bijvoorbeeld in Drenthe, hebben Eikenmos en Melig takmos zelfs dichte matten op de stammen van de wegbomen gevormd, een teken van een oergezonde en vitale natuur ter plekke! En het is een heerlijk gezicht om op een fietstocht langs onze noordelijke wegen, bijvoorbeeld op een gure winterse dag, dergelijke bomen te zien staan, als het ware gehuld in een grauwe ruige mantel tegen de kou. Meestal zijn dat dan ook nog eens oude bomen. Hoe eerbiedwaardiger in leeftijd, des te meer kans op een dergelijke rijke begroeiing.
Voor hen die daarop letten is er dan ook nog altijd de mogelijkheid om op dergelijke bomen ook nog andere, nog veel zeldzamere takmos-soorten aan te treffen, Zoals Groot takmos, de laten we zeggen reus onder de Nederlandse korstmossen. Die groeit, een beetje lijkend op de Bromelia’s in tropische bossen, op de stam van bomen, maar is, als zeer kritische en gevoelige soort, inmiddels in Nederland wel erg zeldzaam geworden. Volgens de Rode Lijst voor korstmossen zouden er intussen naar schatting niet meer dan 150 bomen over zijn waarop deze ‘Nederlandse Bromelia’ nog is aan te treffen, waarbij het in veel gevallen gaat om stokoude exemplaren die meer dan 50 jaar kunnen zijn. Hoe groter ze zijn, hoe ouder en curieuzer. Het gros van de korstmosdeskundigen is daarbij van mening dat deze soort inmiddels ook nog eens het vermogen om zich in ons land nog voort te planten verloren zou hebben. Omdat, zelfs in het meer zuivere noorden, de chemische samenstelling van de lucht en, als gevolg daarvan, ook de zuurgraad van de boomschors niet meer aan de eisen van geschiktheid voldoet voor nieuwe vestigingsplaatsen. Wat ons dan zou resten, bij het zien van deze bizarre schepsels, is vooral een blik in het verleden. Maar in elk geval, voorlopig hebben we ze nog. En er is altijd hoop dat de vervuilingsgraad van de lucht in de nabije toekomst nog verder zal dalen, zodat ook deze merkwaardige soort zijn kansen op voortplanting dan weer zal kunnen grijpen.
Intussen valt er zelfs op het gebied van een grote en opvallende soort als Groot takmos in Nederland nog heel wat te ontdekken. Want, zoals gezegd, nog lang niet alles op het gebied van korstmossen in ons land is in kaart gebracht. In de noordelijke delen van Nederland, waaronder ook het werkgebied van deNatuurvereniging IJsseldelta, zijn nog vele honderden kilometers dorps- en polderwegen met onafzienbare begeleidende bomenrijen. Die wachten op een speurende blik van fietsers naar zeldzaamheden, zoals nog onontdekte exemplaren van Groot takmos. Ondergetekende waagt zich, als eenzame fietser, graag aan een dergelijke uitdaging. Voor Kampen en omgeving was het nog steeds voorkomen van Groot takmos onbekend, maar dat is inmiddels verleden tijd. Er groeien op een tweetal vlak bij elkaar gelegen, eerder nog niet ontdekte vindplaatsen in de polders ten zuidwesten van Kampen, bij het gehucht Zuideinde, een aantal bijzonder grote en fraaie exemplaren van Groot takmos, zo bleek mij dit voorjaar bij een zoektocht in dit gebied.
Omdat het zulke zeldzaamheden betreft, en ook nog eens van zulke forse afmetingen, ben ik zo brutaal geweest om het bestuur van de Natuurvereniging IJsseldeltate te vragen of zij in hun verenigingskring iemand wisten die wellicht bereid zou zijn om deze fraaie Groot takmossen op de foto vast te leggen. Dit vanuit het idee dat het gebied van de vindplaats tot het werkgebied van vereniging behoort. Zelf fotografeer ik niet. Heleen… van het bestuur was daarop zo vriendelijk en bereidwillig om Jaap Snelte benaderen, die ermee instemde om hier als fotograaf aan de slag te gaan. En zo zijn we vervolgens, op een goeie morgen, met een keukentrap bij de hand, getweeën naar de vindplaats getogen, waar Jaap de bijgaande fraaie foto’s heeft gemaakt. Foto’s, die zeker ook aan het archief van de Bryologische en Lichenologische Werkgroep (BLWG) van de KNNV, zeg maar het landelijk zenuwcentrum voor het korstmosonderzoek, zullen worden toegevoegd. De nieuwe vindplaats is daar inmiddels al geregistreerd.
Jaap, zeer bedankt voor je bereidheid om tijd te besteden aan het deskundig vastleggen van deze bijzonderheden. En ook voor de gezellige ochtend die we hadden. En ook Heleen… nog zeer bedankt voor de bemiddeling in deze !
Nico Steijnen
In memoriam Gerrit Frank 1928 – 2011
´Kampen verliest wijze mensen-mens` kopte De Stentor boven een ´In memoriam´ van Gerrit Frank. Ik kreeg dit krantenartikel onlangs van een goede vriend. Het is een korte maar liefdevolle terugblik op een maatschappelijk zeer actief mens.
Wat mij in het bericht echter opviel was dat `IJsseldelta´ niet werd genoemd. Aan een kant niet zo verwonderlijk, want ik denk dat veel meer activiteiten van Gerrit zijn weggelaten. Maar Gerrit Frank was wel (mede-) oprichter van deze Natuur- en Vogelbeschermingwacht en jarenlang heeft hij als voorzitter een hoofdrol gespeeld bij een groot aantal natuurbeschermingsacties rondom Kampen, acties die bovendien royaal de landelijke pers haalden. Voor mij een reden om nog eens in mijn oude krantenknipselarchief te duiken en terug te kijken op deze turbulente tijd.
De strenge winter van 1962 – 1963 en de acties rond de wintervoedering van (water)vogels, maar vooral ook de concrete bedreiging van de natuur in de jaren zestig, was aanleiding om een natuur – en vogelbeschermingswacht op te richten. Gerrit Frank werd de eerste voorzitter. IJsseldelta had in de beginjaren een ambitieuze agenda. Het was Paul Rademaker die met het idee kwam om elke maand minstens één activiteit te organiseren. Excursies, natuurwandelingen, lezingen, filmavonden, inventarisaties, lesmateriaal voor de jeugd, nestkastprojecten en vooral voorlichting over de bedreigingen van de natuur en de mogelijkheden tot behoud. Die ambitie werd, mede dankzij Gerrit Frank, volledig waargemaakt.
Dirk Landsman maakte een groot aantal leskoffers met lesmateriaal en opgezette dieren. Er werd een begin gemaakt met de inventarisatie van de Mandjeswaard en ook lukte het om van deze waard een beschermd vogelbroedgebied te maken. In die tijd kwam het voor dat Friese eierzoekers, soms met een toerbus, de weidegebieden rondom Kampen afstroopten op zoek naar kievitseieren. En om de ´beveiliging´ te optimaliseren stimuleerde Gerrit Frank een flink aantal leden van IJsseldelta om `controleur Vogelwet´ te worden. Samen met Vogelwachter Koridon organiseerde hij daarvoor de lesavonden. Bekende vogelfilmers zoals Jo van Dijk, Jan P. Strijbos en Jan van de Kam kwamen hun films vertonen in de uitverkochte bovenzaal van De Hanzestad. Lezingen kwamen er van landelijk bekende vogelkenners zoals J. Philippona, ganzenspecialist en dhr. A. Timmermans, onderzoeker bij het Rivon. Het waren Gerrit en Paul, die de contacten legden en speurden naar andere interessante vogelfilmers. Voortdurend ontplooide Gerrit initiatieven: Broedde er een paartje ooievaars op de schoorsteen van een boerderij langs de Zwartendijk? Gerrit Frank zorgde via Staatsbosbeheer dat er een paal met een wagenwiel kwam. Moest er een vergunning komen voor een excursie langs een van de nieuwe, maar afgesloten, dijken van Zuidelijk Flevoland? Gerrit Frank regelde dat. Moest er een artikel komen in Limosa over de waarneming van de zeer zeldzame roodpootvalken in de polder Mastenbroek (juli 1967)? Gerrit Frank schreef dat.
Begin 1969 was een drukke tijd: Door IJsseldelta werd geprotesteerd tegen de excessen bij de ganzenjacht in Mastenbroek. De krantenkoppen luidden: Scherp protest van IJsseldelta op ganzenjacht in Mastenbroek´ en `Vogelbeschermers luiden alarmbel met betrekking onweidelijke ganzenjacht´. En daarnaast werd actie gevoerd om de kolken langs bijvoorbeeld de Zwartendijk weer schoon te krijgen. Krantenkop: ´Ontsiering van Landschap, Kolken worden gebruikt als vuilstortplaatsen.`
Maar de drukste tijd voor Gerrit kwam toen de provincie Overijssel vond dat de monding van de IJssel wel een geschikte plaats zou zijn voor de bouw van een elektriciteitscentrale. En van daaruit zouden dan maar liefst negen hoogspanningslijnen uitwaaieren naar alle kanten. De directeur van `het Oversticht´, de heer Maaskant, openbaarde dit plan bij de Christelijke Vrouwenbond afdeling Kampen – Noord. IJsseldelta was wel op de hoogte van dit voornemen, maar er moest een kapstok zijn om de actie tegen deze tot dan geheime plannen te kunnen starten.
En toen ging het los. Koppen als : ´Vogelwacht “IJsseldelta” vreest plannen krachtcentrale´, ´Leden verontrust over toekomst Kampereiland´, ´Vogelwacht “IJsseldelta” spreekt ongerustheid uit over de bouw van krachtcentrale op Kattenwaard´, ´IJsseldelta is fel gekant tegen bouwen van krachtcentrale op het Kampereiland´.
Wat voor Gerrit Frank bij al dat actievoeren voorop stond was: zorg dat je een alternatief hebt.
In het geval van het Kampereiland werd Schokkerhaven of Zwolsche hoek voorgesteld. Door de elektriciteitsmaatschappij ´IJsselcentrale´ werd de bouw bij Schokkerhaven afgewezen om financiële redenen, bouw op die plek zou 28 miljoen gulden meer kosten.
Begin maart 1969 begon de protestactie tegen de bouw van de centrale op het Kampereiland. In een felle protestcirculaire werd een handtekeningenactie gestart. IJsseldelta bracht naar voren dat 28 miljoen gulden wel een hoop geld was, maar dat dit bedrag slechts 2,8 % van de stichtingskosten bedroeg. Bovendien was dit bedrag slechts een globale aanname en zeker niet gebaseerd op gedegen financieel onderzoek. Veel fundamenteler was dat IJsseldelta de verwevenheid tussen Provinciale en Gedeputeerde Staten en het bestuur van de NV. IJsselcentrale op de korrel nam. IJsseldelta trok de objectiviteit van de Staten op dit punt in twijfel.
Het zou een artikel op zich zijn om het verloop van deze actie weer te geven. In het verleden heeft de Ratelaar daar al eens uitvoerig aandacht aan geschonken. Wel is het zo dat ik zeker drie plakboeken vol heb met krantenartikelen uit die tijd. Waar het mij in dit artikel om gaat is de prominente rol die Gerrit Frank in het geheel heeft gespeeld. Samen met Cees Mortier (districtsconsulent bij het Staatsbosbeheer) en ondergetekende werd een kerngroep gevormd, die lik op stuk kon reageren op de ontwikkelingen. Soms leek het of we voor een verloren zaak vochten, maar altijd weer zag een van drieën een lichtpunt of een handvat om weer verder te gaan. Het was Gerrit´s idee om een boekwerk samen te stellen met als titel ´Het Kampereiland bedreigd´. Een uitstekend idee bleek, want ik denk dat in die tijd geen krant deze uitgave negeerde. De plaatselijke pers publiceerde het boekwerk bijna integraal in hun kolommen en diverse landelijke kranten besteedden soms een halve tot een hele pagina aan het conflict. Kop in dagblad Het Parool: `Zeldzaam natuurgebied dreigt verloren te gaan´. Kop in de NRC: `Natuurliefhebbers vechten voor Kampereiland.´ Het was ook Gerrit´s idee om een klein foldertje te maken met de centrale gemonteerd in het Kamper stadsfront. Dat maakte in een klap duidelijk hoe kolossaal deze centrale het landschap zou gaan domineren.
In een forumbijeenkomst lanceerde Gerrit die het idee om een waterloopkundig modelonderzoek te laten uitvoeren. Hij daagde de NV IJsselcentrale uit om dat onderzoek te betalen en zowaar dat lukte. Dat onderzoek van het Waterloopkundig Laboratorium in Kraggenburg bleek een belangrijk document bij de discussie. Een plek bij de Ketelbrug blijkt de beste en Schokkerhaven is een goed alternatief, zo luidde de conclusie van het rapport.
Tijdens de discussie over de plaats voor de bouw van de centrale probeerde de NV IJsselcentrale de overheid voor een voldongen feit te stellen. De elektriciteitsfabriek deed namelijk een aanvraag om op het Rechterveld een koppelstation te mogen bouwen. Daarmee werd de bouw van dit onderstation en de aanleg van de hoogspanningleidingen losgekoppeld van de eventuele bouw van een centrale. Dat hield volgens de IJsselcentrale ook de mogelijkheid open om de nieuwe centrale eventueel bij Schokkerhaven te situeren. Maar de achterliggende gedachte was natuurlijk: als we het onderstation op het Rechterveld bouwen dan ligt ook de bouw van de Centrale op de Kattenwaard vast. De Kamper Raad stak gelukkig een stokje voor dit plan en ging niet akkoord. Dan plotsklaps, in augustus 1970, na anderhalf jaar actievoeren, kwam het bericht dat de IJsselcentrale het nieuwe onderstation gaat bouwen bij Schokkerhaven en afzag van de bouw van een centrale op het Kampereiland. Daarmee was de strijd nog niet helemaal gestreden, want ook over de tracés van de hoogspanninglijnen werd nog heel wat afgesteggeld.
Denk niet dat het actievoeren tegen de centrale alle tijd opslokte van Gerrit Frank. In het natuurbeschermingsjaar N70 werd in het voorjaar, naast de gewone excursies, een grote publiekswandeling georganiseerd langs de toen nog landelijke Trekvaart in IJsselmuiden en langs de rivier de IJssel. En in het najaar werd de grote tentoonstelling in de Koornmarktspoort, getiteld ´Mens en Natuur´, een samenwerking tussen maar liefst acht hobbyverenigingen en een aantal overheidsinstanties geopend door Gedeputeerde Thomas van de provincie Overijssel. De motor achter dit alles? U raadt het al.
In februari 1971 neemt Gerrit Frank afscheid als voorzitter. Het slot van zijn voorzitterstoespraak:
“ Bij de bouw van de centrale aan het Ketelmeer gaat het alleen om financiële en nauwelijks om technische belangen, zo verzekerden ons deskundigen op hoog niveau. Maar de vorming van de natuur kost eeuwen. Dat mogen we niet opofferen voor wat geld. De natuur die er nog is, is onvervangbaar. We zijn al ver beneden het noodzakelijke minimum. Elke verdere aanslag op de natuur is een aanslag op onszelf. Dat is helaas geen kreet,maar een noodkreet. Tast niets meer aan, dat is het enige advies dat we de overheid kunnen geven.”
Nederhorst den Berg , augustus 2011
Roel Kapenga