excursie verslag plantenwerkgroep naar de Brommert-Hasselt

Verslag plantenexcursie 27-04-2023 De Brommert- Hasselt

Foto’s zijn gemaakt door Gonny Sleurink en Niels Jeurink

Deze ochtend op Koningsdag zoeken we de rust op in het prachtige natuurgebied De Brommert bij Hasselt in de uiterwaarden van het Zwarte Water.

Het is even zoeken naar de juiste weg, maar Niels laat zich door geen enkel obstakel tegenhouden. Een hek op de weg. Gonny en ondergetekende stappen uit om het hek even aan de kant te zetten zodat Niels de auto kan draaien. Het is toch duidelijk de bedoeling dat we niet door mogen rijden. Maar Niels denkt hier anders over. Gewoon doorrijden en aangezien teruglopen naar Kampen voor ons geen optie is, stappen we maar weer in.

Bij de ingang van het prachtige gebied parkeren we de auto. Henk uit Hattem is al gearriveerd. Het noteren van de plantjes start meteen, zoals gebruikelijk. Het is zacht lenteweer. Volop vogelgeluiden om ons heen en de weiden zijn een lust voor het oog nu ze vol staan met kleurige bloemen.

Wanneer we na het eerste gedeelte van het pad een bocht naar rechts maken, kijken we uit over velden vol kievitsbloemen, paarse en witte. Ik heb er nog nooit zoveel bij elkaar gezien. En dan zien we nu nog maar alleen de bloeiende planten en niet de 6x zoveel niet bloeiende.

De kievitsbloem, ook wel Wilde of Zwolse tulp genoemd, is echt een plant uit deze streek. De streek langs Overijsselse Vecht en het Zwarte Water. Van alle kievitsbloemen in Nederland wonen er hier zelfs ruim 80% en is het de grootste groeiplaats van Europa.

 

Wetenschappelijke naam van de kievitsbloem is Fritillaria meleagris. Fritillaria was de beker waar de Romeinen mee dobbelden en de bloem heeft een omgekeerde bekervorm. Meleagris wil zeggen dat de kleur van de bloem gevlekt is als het verendek van het Parelhoen. Hoe poëtisch. De Nederlandse benaming komt waarschijnlijk van de gelijkenis van de bloem met het gevlekte kievitsei.

Er is een kleine legende over deze tot de verbeelding sprekende kievitsbloem: toen Christus stierf was de enige bloem in de tuin van Getsemaneh, die zijn kopje niet boog, de zuiver witte keizerskroon (evenals de kievitsbloem uit de leliefamilie)  Een engel daalde uit de hemel en berispte de bloem. Zij bloosde en liet haar kopje beschamend hangen. Sindsdien hebben alle keizerskronen en kievitsbloemen hangende klokjes. Van je familie moet je het maar hebben.

De kievitsbloem heeft een bijzonder kwetsbare levenscyclus. De overstromingen van de uiterwaarden in de winter zorgen voor een klein laagje rivierklei waarin de zaden van de kievitsbloem zich thuis voelen. De overstromingen zorgen er ook voor dat de zaden al drijvend worden verspreid en dat de bodem in februari/maart lang nat en koud blijft, waardoor de grasgroei stilstaat. Kievitsbloem, als bolgewas, kan dan in het voorjaar vanuit de reserves in de bol sneller van start met groeien dan de grassen.

In het voorjaar, als er nog niet veel insecten zijn, zijn het vooral de vroege hommelkoninginnen die zorgen voor de bestuiving. Ecoloog Albert Corporaal uit Hasselt ontdekte dat de hommels worden aangetrokken door lichtreflectie. Het ultraviolet licht weerkaatst via het gras binnenin de bloem. Hierdoor zien de hommels ze als wit-oplichtende lampjes. Hoe witter de bloem hoe aantrekkelijker, want deze heeft meer nectar. De hommel neemt bij het snoepen van de nectar het stuifmeel mee op haar rug. En gaat zo van bloem naar bloem. (bron: “Land van zeearend en kievitsbloem” – Marinus Burgmeijer)

De plant doet er 6-8 jaar over om tot bloei te komen. Het eerste jaar vormt zich een miniatuur knolletje, dat in het tweede en vaak ook in het derde jaar nog maar één blad heeft (zwaardvorm). In de jaren erna vormen zich meer bladeren, het zogenaamde kandelaar-stadium. Kievitsbloemen bloeien ook niet ieder jaar, maar kunnen soms wel 25 – 30 jaar oud worden.

Vroeger werden de bloemen massaal geplukt, maar gelukkig is dat nu uit den boze en zijn de groeiplekken van de kievitsbloem ook verboden terrein. Her en der aan de rand zie je nog wat platgetrapte stukjes grasland, waar een fotograaf de verleiding niet heeft kunnen weerstaan om een prachtig plaatje te schieten.

Op het informatiebord van Staatsbosbeheer lezen we dat je een deel van het jaar een wandeling door het gebied kan maken over een doodlopende landbouwweg van ca. 800 m. lang. Onze plantengroep is niet één van de snelste en geniet van elke spriet.

 

 

 

Behalve de paarse kievitsbloemen staat het weiland vol met gele kruipende boterbloem, paardenbloem  en pinksterbloem.

Langs de sloot dotten dotterbloemen. Leuke vondsten zijn daar ook de grote pimpernel, kraailook en de gulden boterbloem.

Enkele insecten zijn door het warme weer al aardig actief:

 

Op de terugweg, via een bruggetje dat over een aftakking van het Zwarte Water loopt, staan we even te genieten van de rustgevende omgeving. Een prachtig water omzoomd door rietkragen en versierd met gele plomp en witte waterlelies.

In het totaal hebben we 102 soorten wilde planten genoteerd. Dicht bij de parkeerplaats nog de derde boterbloem: de knolboterbloem en een grote hoeveelheid hertshoornweegbree.

Helemaal zen keren we weer huiswaarts.

Foto’s: Gonny Sleurink

Tekst : Ellen van Knippenberg

Notulist van de 102 soorten: Niels Jeurink

Jaarverslag 2022 Plantenwerkgroep

2000-regime van kracht is. Onze inzet was om 1 van de 3 wieken bijv. zwart te kleuren en er een stop-systeem op te monteren dat de molen doet stoppen als er aanvliegende vogels worden gedetecteerd. Dit gebeurt in ons omringende landen en op de Noordzee. In ons bezwaarschrift stond dit centraal. De gemeente heeft dit terzijde geschoven omdat de huidige wetgeving daartoe niet verplicht. Beroep aantekenen is dan zinloos.

Fot van de al bestaande windturbines bij de Zuiderzeehaven

Over de plannen om een zonnepark van 37 ha aan te leggen aan de Hagedoornweg in IJsselmuiden (aan de rand van de Koekoek) heeft de Nbwg overleg gevoerd met RWE en Solarfields, omdat in dat weidevogelgebied tal van beschermde weidevogels broeden. De provincie Overijssel stelt zich in het “Actieplan weide- en akkervogels Overijssel” op het standpunt dat in de aangewezen gebieden “openheid, rust en het waterpeil moet worden gehandhaafd”, maar heeft voorlopig nog geen standpunt ingenomen over het zonnepark.
De gemeente Kampen is van plan voor het park een omgevingsvergunning te verlenen. (zie ook de Nieuwsbrief van januari-februari 2023).

Gebiedsvisie Reevedelta
Daar heeft de Natuurvereniging meegedraaid in het overleg met de landschapsarchitecten en de gemeente en in juni een “Zienswijze op de “Notitie Reikwijdte en Detailniveau Reevedelta, Kampen” ingediend, die aandacht vroeg voor de natuur.

Fietspad over de Zwartemeerdijk
De gemeente Kampen wil al een aantal jaren een fietspad aanleggen over de Zwarte-meerdijk tussen de Ramspolbrug en de Stikkenpolderweg. Daar zijn in 2021 vergunningen voor verleend op basis van een onvolledige en onjuiste Natuurtoets. Natuurmonumenten wil voor het fietspad geen recht van overpad verlenen over de rietopslag aan de Stikkenpolderweg. Op basis van die onjuiste Natuurtoets heeft de Nbwg samen met de betrokken pachters in het najaar een herzieningsverzoek ingediend bij provincie en gemeente.  De provincie beoordeelt de zaak opnieuw en heeft laten weten daar tot april (2023) voor nodig te hebben. (zie ook Ratelaar 158, december 2022)

Bart Zeven, opgesteld op 24 januari 2023

Plantenwerkgroep, verslag, excursie Reevediepdijk 7 juni 2021

De dijk tussen het toekomstige woongebied Reeve en de Roggebotsluis is nu ook van een fietspad voorzien. Via de Cellesbroeksweg fiets je er recht naartoe.
We hebben naar de wilde planten gekeken die er groeien. Over de 100 soorten konden worden genoteerd, waaronder de Zeebies, Rolklaver, Kleine watereppe, Wolfspoot, Hopklaver en Rode waterereprijs. Ondanks dat daar al best goed naar wilde planten is gekeken vonden we gisteravond toch nog 14 nieuwe soorten. De meest bijzondere nieuwe soorten waren Waterpunge, Behaarde boterbloem en Platte rus.

Andere aandachtssoorten (soorten waarvan we de mate van voorkomen of ‘abundantie’ noteerden) zijn Beekpunge (opvallend talrijk vond ik) en Heelblaadjes. Die laatste stond er voorheen meer maar is vermoedelijk deels onder het zandlichaam van het nieuwe fietspad verdwenen. Ik verwacht echter dat de soort na verloop van tijd wel weer terug zal komen

 

De vogels lieten zich niet onbetuigd: veel Zwarte sterns en we hoorden o.a. Snor, Sprinkhaanzanger, Waterral, het foekepotgeluid van de Roerdomp én een Leeuwerik! Mede dankzij het mooie weer werd het een heerlijke avond.

 

Verslag en foto’s: Niels Jeurink en Heleen Strikkers-Sollie

Plantenwerkgroep,verslag, stoepkrijten in de binnenstad van Kampen 12-5-2021

Het begon als een grap in Coronatijd. Als je dan toch niet met een groter gezelschap op stap kunt, doe dat dan in kleinere groepjes en laat zien welke soorten je ziet door de namen van planten met stoepkrijt op te schrijven. Zo kunnen ook anderen lezen welke planten ze zien. Het ‘botanisch stoepkrijten’ was geboren en werd in korte tijd populair.

Toch keken een aantal mensen vreemd op toen de leden van de plantenwerkgroep op die woensdagavond in mei, gewapend met een stoepkrijtje door de binnenstad van Kampen liepen en bij iedere gevonden wilde plant de naam noteerden. De route begon bij het oude stadhuis en ging via de Nieuwe markt, stukje Vloeddijk, Groene straat, 2e Ebbingestraat en Broederweg weer terug richting de stadsbrug.

Anderen waren nieuwsgierig en vroegen naar de reden. Bewoners kregen een compliment als hun stoepje niet ‘schoon’ was en veel groen bevatte. “Maar dat is toch onkruid”, was een vaak gehoorde opmerking. Antwoord: “een kruid is pas onkruid als je er last van hebt”. Ondertussen werd de groep vergezeld door Wim Schluter en Freddy Schinkel die er samen een mooi verslag van hebben gemaakt in de Stentor en De Brug.

Lees het verslag op:
https://www.destentor.nl/kampen/botanisch-stoepkrijten-is-nieuw-in-kampen-onder-de-nieuwe-toren-groeit-de-muursla~a7e417a9/

Foto’s: Gonny Sleurink

Plantenwerkgroep: excursie naar De Duursche Waarden 12 september 2020

Deelnemers:  Toos Lodder, Gonny Sleurink, Henk Snel, Bert Siebrand, Niels Jeurink, Ellen van Knippenberg

Vandaag gaan we, ondanks de wereldwijd ronddolende coronamonsters, op pad naar De Duursche Waarden. Een gebied tussen Wijhe en Olst in de uiterwaarden van de IJssel.

Uiteraard rekening houdend met de regels van de RIVM. Mondkapjes op in de auto en vooral 1,5 meter afstand houden tijdens de wandeling. Dit laatste valt nog niet mee. Gelukkig zijn we in de buitenlucht en helpen we elkaar steeds herinneren aan de regels.

We starten bij het infocentrum IJssel Den Nul met een lekker bakje koffie en een nog lekkerder stuk  gebak. We staan zo te popelen om weer eens op pad te gaan dat we het terras verlaten zonder te betalen. Oeps, snel weer terug naar de kassa.

We betreden het gebied via een speciale “drijfbrug” op eigen risico. De brug ligt over een afgesloten zijarm van de IJssel, genaamd Lange Kolk.

In 1989 werd de Duursche Waarden, grotendeels in beheer bij Staatsbosbeheer, de eerste uiterwaard in ons land waar een aanzet werd gemaakt om het oorspronkelijke rivierenlandschap met een meanderende rivier, nevengeulen, uitgestrekte ooibossen en moerassen, terug te brengen. Plan Ooievaar.

We gaan vandaag kijken of dit is gelukt.

We klimmen over de winterdijk en kijken uit over weidse uiterwaarden. Weilanden met reuze koeienvlaaien en de bijbehorende eigenaressen, roodgekleurde hagen van meidoorn met een overvloed aan bessen en op de achtergrond ooibossen en de rivier de IJssel. De stevige wind maakt het heerlijke buitengevoel compleet.

Henk wijst ons op een koninginnenpage, wiens accu door de wind is leeggeraakt. Stil zit zij in het gras waar we haar kunnen bewonderen. Echt een zeldzaam moment voor een prachtige foto. De waardplant van de koninginnenpage is de wilde peen en die komt hier veel voor.

We zijn amper een uur op pad en er zijn al bijna 100 soorten planten genoteerd, veel algemene soorten maar ook handjesgras en ruige weegbree.  Niels loopt te neuriën.

Na het doorkruisen van het ruige weidegebied komen we aan de rand van een zachthoutooibos met de kenmerkende, snelgroeiende bomen, zoals katwilg, schietwilg (versierd met hop),ratelpopulier en canadapopulier. Later op de dag komen we ook nog boswilg, grauwe wilg en zwarte populier tegen.

Ooi is een oud woord voor een laag gelegen gebied bij een rivier. Veel bomen staan hier met de voeten in het water. Het water van de IJssel kan hier zijn gang weer gaan en zorgt voor een prachtig moerasgebied.

Op het pad, de Barloseweg, vertrappen wij bijna de enorme rups van een wilgenhoutvlinder. Hij is zeker 10 cm lang.  Niels brengt hem snel in veiligheid.

We lopen door het bos richting Fortmonderweg. Hieraan ligt links een prachtig open gebied. In deze maand zijn de meeste planten helaas al uitgebloeid, maar in de zomer moet dit een geweldig mooi kleurrijk geheel zijn van bloeiende grote kattenstaart, grote kaardenbol, knoopkruid en goudgele honingklaver. Voordat we de brug overgaan lopen we even naar de oever van de nevengeul , welke in verbinding staat met de IJssel. Hier vinden we weer een heel andere biotoop met o.a. grote wederik, wilde bertram, klein vlooienkruid, rode waterereprijs en slanke waterweegbree.

We worden nog getrakteerd op een overvliegende zeearend.

Over de brug gelopen komen we langs een klein groepje woningen. Wat een voorrecht om in dit  mooie gebied te wonen. In de berm nog wat leuke vondsten: bermooievaarsbek (die weet zijn plaats), muurleeuwenbek en echt bitterkruid. We duiken na een aantal meter weer naar rechts het gebied in richting steenfabriek Fortmond. Na gewone agrimonie en kleine bevernel wordt de picknicktafel aldaar door ons in gebruik genomen voor ons lunchmoment.

De restanten van de steenfabriek met zijn enorme schoorsteen is een fotogeniek geheel. Prachtig dat dit bewaard is gebleven. Voor de vele vleermuizen, waaronder de zeldzame gewone grootoor,  zijn de dichtgemetselde ringovens een veilige plek en ook andere dieren kunnen bij hoogwater hier de pootjes drooghouden. In het topje van de schoorsteen zit een slechtvalk rustig de omgeving op te nemen. De hoge uitkijktoren naast de fabriek biedt ook aan ons die mogelijkheid, al is deze toren wel ietsje minder hoog. Bij het pad langs de ovens van de steenfabriek vinden we naast rode ogentroost ook de zeldzame karwijvarkenskervel. Mooie vondst

We vervolgen onze wandeling stroomafwaarts langs de oever van de IJssel. We worden heel hartelijk welkom geheten door een groepje pony’s, de dagelijkse natuurbeheerders. Hun manen en staarten zitten vol met klitten van de kruisdistels. Met hun staarten kunnen ze zo geen insecten meer verjagen van hun lijf. Sneu voor ze.

Langs de oever vinden we o.a.  een bloeiende aster, sikkelklaver, heelblaadjes, slijkgroen, poelruit, wolfspoot, late stekelnoot en grote zandkool. Bij een hap uit de oever staan in het water nog wat stukken van oude steigerpalen en liggen er veel misbaksels van de steenfabriek.

Na een tijdje lopen we vanaf de oever meer landinwaarts langs o.a. de zeldzame soort kleine ruit en door veel, heel veel kruisdistels tot de Scherpenzeelse Hank met een brede drassige oever.  Hier weer totaal andere planten: watermunt, watergentiaan, moeraskruiskruid en veel zeldzaam bruin cypergras. Erg mooi.  Terug op ons pad langs de IJssel vinden we blauw glidkruid, zwarte mosterd, klein kruiskruid en op het strandje “staat” 1 liggende ganzerik in het zonnetje.

Rechts van het pad enorm veel reuzebalsemien in allerlei kleurschakeringen lila, roze tot wit. Mooi? Ja/Nee. Samen met o.a. de Japanse duizendknoop, reuzenberenklauw, Amerikaanse vogelkers en hemelboom zijn we deze dominante, invasieve exoot liever kwijt dan rijk.

Met het trekpontje steken we de Scherpenzeelse Hank over en lopen richting de N337. We komen nog heel mooi groot warkruid tegen, oranje springzaad (ook een exoot) en natuurlijk hertshoornweegbree langs de N337.

Er is nog tijd en energie om even de dijk over te steken en richting vogelkijkhut te lopen. Daar zit zowaar een visarend op ons te wachten op een paal in het water. Het ijsvogeltje laat zich helaas niet zien. Op de terugweg nog groot springzaad en al enkele paddenstoelen piepen boven de grond uit. De laatst genoteerde 228ste waarneming is een paarse dovenetel.

Met een voldaan gevoel sluiten we deze mooie dag af met een heerlijke pannenkoek.

Een wandeling door De Duursche Waarden is absoluut een aanrader.

Tekst: Ellen van Knippenberg

Foto’s: Gonny Sleurink

Bron: gebiedskaart Staatsbosbeheer / De Duursche Waarden – Parel van de IJssel

Plantenwerkgroep, excursie Reevediep 1-7-2020

Deelnemers: Henk Snel, Bert Siebrand, Henri Doorneweerd, Niels Jeurink, Henk Vos, Cor Nagelmaker en Ellen Diender

Vorig jaar hebben we de excursie naar het Reevediep moeten beëindigen vanwege het zeer slechte weer. Nu gaan we weer eens die kant op om het eerdere bezoek af te ronden.

We starten bij het gemaal  Mr. Van Engelen van de Veen aan de Molenkolk langs de Noordwendigedijk. Het gemaal is een rijksmonument, uitgevoerd in een voor de gemeente zeldzame Nieuwe Zakelijke bouwstijl. In gebruik sinds 1936 voor de ontwatering van polder Kamperveen. Het gemaal is nu buiten gebruik, maar men heeft 2 noodpompen geïnstalleerd om de voeten van de Kamperveners droog te houden.

Aan de overzijde van de weg langs het gemaal ligt een poel waar de kleine – en grote lisdodde  groeit, samen met gele plomp, grote watereppe en harig wilgenroosje. In het water doorgroeid fonteinkruid. Deze kan tot in 5 meter diep water staan. De bladeren zijn eirond met een stengelomvattende voet. Het lijkt alsof de stengel door het blad groeit.

We lopen door het graslandje richting de leegstaande woning aldaar. In het graslandje o.a. echte kamille, schijfkamille, reukeloze kamille en later vinden we ook een schubkamille. De bloembodem van de schubkamille (geslacht Anthemis) heeft stroschubben waar de naam naar verwijst. Waarschijnlijk is deze hier uitgezaaid.

We lopen om de leegstaande woning heen en gluren wat naar binnen. Wat een prachtige plek om te wonen. In de “tuin” tuinwolfsmelk, moederkruid, wilde kardinaalsmuts en veel prachtige roze tot cyclaamkleurige papavers, ook wel slaapbol genoemd. Hebben de antikraakbewoners deze gezaaid??En natuurlijk ontbreekt ook in deze “tuin” niet het prominent aanwezige zevenblad.

Weer richting de weg lopend vinden we hertshoornweegbree, avondkoekoeksbloem en veel glad walstro met zijn tere witte bloeiwijze. Vervolgens steken we de weg over naar de landpunt die uitloopt in de Molenkolk. Het is hier duidelijk natter. Je vindt er gele lis en grote egelskop.

Het is een prachtige avond. Behalve de plantjes staan er ook enkele stoere bruine paarden in de wei. We vinden een grote groene sprinkhaan en bij het gemaal hangen zwaluwnesten waar voortdurend kleine kopjes vragen om de aandacht van hun ouders.

Terug langs het gemaal ten westen van de Molenkolk staat koningskaars, citroengele honingklaver, luzerne, zwart tandzaad. Langs de heldere sloot vinden we greppelrus, zomprus, heel fraaie paddenrus en waterpunge met kleine witte bloempjes. Soorten die zich hier duidelijk op hun gemak voelen. In de sloot kikkerbeet, smalle waterpest, zwanenbloem en pijlkruid, langs de kant egelboterbloem en blaartrekkende boterbloem.

Na de Heen, ook wel zeebies genoemd,  gaan we weer terug, klimmen over de dijk, met links van ons het Reevediep. Het gebied was hier mooi, is nu mooi en hopelijk blijft het mooi. Tegen de schemering knalt het geel van het vlasbekje en de veldlathyrus tegen het groen van het riet. We lopen een stukje langs het Reevediep om vervolgens weer over de dijk te klimmen richting gemaal.

Nog een klein stukje lopen we langs de Noordwendigedijk, met grote kattenstaart, kamgras, middelste teunisbloem en muskuskaasjeskruid. Dan worden we getrakteerd op een spreeuweninvasie waar geen einde aan lijkt te komen. Massaal op zoek naar een rustplek voor de nacht. Een spectaculair einde van een mooie avond.

In het totaal hebben we deze avond 179 soorten planten ontmoet, grotendeels in het gebied Buiten Reeve.

Verslag en foto’s: Ellen van Knippenberg