Plantenexcursie 18 mei 2011

Deze avond fietsen we langs de Zuiderzeehaven, onder de N50 door en stoppen op het fietspad in het gebied langs de IJssel tussen Eilandbrug en Melmerweg: De Zandjes.

Met de rug naar de Zuiderzeehaven gekeerd, we doen even of deze niet bestaat, kijken we uit over een schitterend gebied. Fris groene weilanden waar men her en der een boerderijtje heeft uitgestrooid. Rechts de IJssel met rietkragen, die mooi oplichten in het late avondlicht  en voor ons heeft het groot streepzaad de bermen omgetoverd in een geel tapijt.

Vanuit het riet klinken de kleine karekiet, rietgors en zelfs een sprinkhaanzanger laat zijn gesnor horen.

Eerst snuffelen we wat in de bermen. Na wat algemene soorten (hopklaver, duizendblad, margriet, rood zwenkgras, peen, vijfvingerkruid enz, enz) vinden we onze 1ste rode lijst soort: goudhaver. Dichter tegen de rietkragen aan, tussen dijk en rivier, vinden we heelblaadje, wilde bertram, zilverschoon, moerasspirea, valeriaan, kattenstaart.

De zeggen hebben het hier wel voor het zeggen, we vinden o.a.  ruige zegge, 2-rijige zegge, scherpe zegge, oeverzegge, valse voszegge. Zeggen zeggen veel over hun groeiplaats. De grote hoeveelheid zilte zegge, welke we vinden langs de rij wilgen aan de oever van de IJssel  is dan ook een erg leuke vondst. Een relict van de Zuiderzee. Niels maakt bijna een vreugdedansje, maar kan zich inhouden, bang de vondst geweld aan te doen.

Voor geïnteresseerden is het stukje over de zilte zegge, van de hand van Piet Bremer en Niels Jeurink in de Nieuwsbrief nr 24  (april 2010) van Floron, interessant om te lezen (google: Floron Nieuwsbrief 24 Zwolle)  

De braamsluiper, welke we alleen horen in de rij wilgen, omlijst muzikaal op passende wijze deze leuke vondst. Niels kan ons vertellen, dat de rij wilgen bestaat uit katwilg, boswilg, amandelwilg en schietwilg. Niels is een geweldige leermeester.

Vergeet ik nog te melden, dat we een andere rode lijst soort tegengekomen zijn: kamgras.

Eerst tellen we ca.10 kleine polletjes, waar we al blij mee zijn, Echter hoe verder we lopen hoe meer pollen kamgras we vinden. Op de inventarisatielijst, welke Niels nauwkeurig bijhoudt, stijgt het aantal gevonden exemplaren gestaag.

Omdat het de afgelopen maanden zeer droog is geweest, kunnen we, zonder laarzen, een eind verder lopen op delen  welke normaal onder water zouden staan. Zeegroene muur, dol op natte voeten,  kunnen we nu van zeer dichtbij bewonderen. Helemaal tot de rivieroever wagen we ons echter niet op de wandelschoenen.

We verlaten de uiterwaarden en pikken nog wat slootkanten mee, alvorens het te donker wordt om nog iets te kunnen onderscheiden. In totaal hebben we 133 verschillende soorten wilde planten kunnen vinden in dit kleine gebied. Tevreden fietsen we weer huiswaarts, onder de N50 door, waar een Snor, als een zeer fanatieke wekker, het einde van de excursie aankondigt.

Verslag: Ellen van Knippenberg

 

Nachtegalenexcursie van de vogelwerkgroep op 13 mei 2011

In het midden van de vorige eeuw gingen de inwoners van Kampen op voorjaarsavonden naar de tuin van de Buitenwacht om naar de mooie zang van de nachtegaal te luisteren, zoals mijn vader mij vertelde. Het moet dus wel mooi zijn dacht ik als kleine jongen. In de Buitenwachttuin zullen we in 2011 vast geen nachtegaal meer horen. Maar langs het fietspad langs het Drontermeer tussen Roggebotsluis en Elburg kunnen we gelukkig nog gemakkelijk van de zang genieten.

Op 13 mei j.l gingen we met 10 deelnemers op de fiets in deze richting. Op de heenreis waren we blijkbaar nog wat vroeg, de nachtegalen zongen wel maar het was nog wat aarzelend. De andere zangvogels overstemden de zang. Maar dat was niet erg want nu konden we volop genieten van de zang van de koekoek, tuinfluiter, zwartkop, braamsluiper, vink. We zagen ook tientallen knobbelzwanen op het meer. Vooral het zien van de koekoek was best bijzonder, meestal hoor je deze vogel alleen. Van tijd tot tijd hoorden we van de koekoek ook het geluid dat herinnerd aan het hinniken van een paard.. Veel deelnemers kenden dit geluid niet.

Op ons verste punt ter hoogte van het Abberteiland hoorden we de grote karekiet en de snor zingen. De grote karekiet is inmiddels in Nederland zeldzaam geworden en de randmeren, het ketel en zwarte meer zijn de laatste bolwerken.

Op de terugreis was het inmiddels wat stiller geworden met autoverkeer en ook de meeste vogels hielden zich nu stil. Nu kwam de zang van de nachtegalen pas volop tot zijn recht en konden we van vlakbij genieten van de bijzondere zang:, luid, afwisselend vol galmende en smakkende tonen zoals het in de vogelboeken wordt beschreven.  Misschien is het niet de mooiste zang van onze vogels maar zeker wel het meest bijzondere van deze eigenlijk wel wat saai uitziende vogel.

Bij de verkiezing van de mooiste vogelzang door het programma ‘Vroege Vogels”eindigde de nachtegaal in 2010 op de tweede plaats na de merel maar voor de zanglijster, roodborst, winterkoning, tuinfluiter en bosuil.

2010   Naam Aantal stemmen
1.   Merel 4190  
2.   Nachtegaal 3331  
3.   Zanglijster 2548  
4.   Roodborst 2545  
5.   Winterkoning 2539  
6.   Tuinfluiter 2339  
7.   Bosuil 2108  
8.   Veldleeuwerik 2089  
9.   Koolmees 1918  
10.   Putter 1769  
11.   Grote lijster 1697  

 

Bij terugkomst in Kampen, het was inmiddels al 22:00 uur geworden, konden we terugzien op een bijzondere natuurervaring.

Verslag: Henk de Vos

Foto’s: internet

Vogelexcursie Arkenheem-Veluwemeer 16 april 2011

Om een goed beeld te krijgen hoe een perfect weidevogelgebied er uit ziet, bracht de vogelwerkgroep op 16 april een bezoek aan de polder Arkenheem tussen Nijkerk en het Nuldernauw. Deze polder wordt speciaal beheerd om er een goede weidevogelbroedplaats te creëren.

Terwijl in de Mastenbroekerpolder en de weidegebieden westelijk van Kampen dit broedseizoen door de grote droogte niet goed dreigt te verlopen, speciaal de grutto’s zijn niet eens begonnen met broeden, zagen we hier overal baltsende en alarmerende grutto’s, tureluurs en kieviten. De waterstand is zo hoog dat het voedselzoeken hier geen probleem is.

De polder Arkemheen is één van de oudste polders van Nederland, hij is gelegen nabij Nijkerk. De polder ontstond nadat op 28 maart 1356 Hertog Reinoud III van Gelre het recht verleende om het gebied te bedijken. De polder is vooral bijzonder omdat er nooit een ruilverkaveling is geweest. De oorspronkelijke verkavelingstructuur is nog aanwezig met de bochtige sloten die ontstaan zijn als slenken van de getijdestromen van de Zuiderzee. Aan de landzijde van de voormalige zeedijken liggen kolken en rietmoerassen, ontstaan door dijkdoorbraken. De laatste dijkdoorbraak was in 1916.

In de polder zijn bijzondere vogels te zien, bijvoorbeeld de roerdomp en de grote zilverreiger.

De polder Arkemheen is onderdeel van het Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland. Onder de naam Arkemheen is een beschermd Natura 2000-gebied aangewezen. Aan de rand van de polder ligt een stoomgemaal.

Al direct bij aankomst van de groep zagen we dat veel vogelaars waaronder ook buitenlandse hier weidevogels komen observeren. Her en der stonden telescopen opgesteld en niet voor niets want de grutto’s zijn overal te zien, zittend op weidepalen en luid roepend boven de weilanden, een prachtig beeld dat herinneringen oproept aan de momenten van enkele tientallen jaren geleden.

Nabij het Stoomgemaal konden we zowel de polder als het Nuldernauw, met diverse eendensoorten, overzien, met daarlangs een rietkraag met rietzanger, gele kwikstaart en rietgors.

Strandgaperbeek

Vervolgens gingen we verder onder leiding van Oscar de Pauw richting Harderwijk om een recent ontwikkeld natuurgebied in Flevoland te bezoeken nl. de Standgaperbeek.Sinds 2010 ligt hier aan de monding van de gegraven beek aan de rand van de Kievitslanden een plas. Vooral een eiland hierin trekt veel vogels aan om er te broeden.We zagen visdiefjes, kluten, bontbekplevieren maar ook zwarte ruiter, groenpootruiter en grote zilverreiger. Verder was in het riet de sprinkhaanzanger en blauwborst te horen. Een mooi voorbeeld hoe snel de vogels een nieuw ontwikkeld gebied weten te vinden.

Veluwemeer nabij Elburg

Bij het Veluwemeer vlakbij de brug naar Elburg hadden we een goed overzicht over het brede gedeelte van dit randmeer.

Aan de overkant konden we met behulp van de telescopen de groep in het water staande flamingo’s (30) bekijken. Deze groep bestaat uit Chileense flamingo’s, kleine flamingo’s en Europese flamingo’s.

Het zijn grotendeels nakomelingen van ontsnapte vogels die zich al jaren voortplanten in het Zwilbrocker Venn juist over de grens bij Groenlo. Tot de vaste punten op hun omzwervingen behoort het Veluwemeer bij Elburg. Een bijzonder gezicht. Ik zag hier meer flamingo’s bij elkaar dan tijdens mijn recente vakantie in de Algarve in Portugal, een streek waar je deze vogels meer verwacht.

Ook konden  we hier groepen dwergmeeuwen zien. Deze mooie kleine meeuw  met zwarte ondervleugels vist net als een stern en komt maar enkele weken per jaar hier voor. Het is de moeite van het leren kennen van deze soort echt waard.

Aan het eind van de ochtend gingen we weer op terugtocht naar Kampen. Al met al een geslaagde excursie die ons 55 vogelsoorten te zien gaf.

Verslag: Henk de Vos

Foto’s: internet