jaarverslag vogelwerkgroep over 2023
Jaarverslag Vogelwerkgroep 2023
Algemeen
De vogelwerkgroep is 6 keer bij elkaar gekomen om te overleggen over activiteiten van de vogelwerkgroep en om onderling waarnemingen en ervaringen met elkaar te delen.
Activiteiten
Excursies
We organiseerden in 2023 een
- dagexcursie naar Haaksbergerveen op 28 januari
- avondexcursie naar de bosuil in Roggebotzand op 24 februari
- ochtendexcursie naar de Mandemakershut op 19 mei
- dagexcursie naar Diependal, Fochteloër veen en Drents Friese Wold op 10 juni
- dagexcursie naar de Marker Wadden op 30 september
- ochtendexcursie naar het Harderbroek op 28 oktober
- dagexcursie naar de Friese Waddenkust op 9 december
Het aantal deelnemers varieerde tussen 4 en 20 personen.
Inventarisaties
- IJsseloog
De bezoeken aan het slibdepot “IJsseloog” zijn in 2023 uitgevoerd waarbij de medewerkers van Rijkswaterstaat ons gastvrij ontvingen. Een jaarverslag is in de Ratelaar gepubliceerd.
Telprojecten voor SOVON
- Meegewerkt is aan slaapplaatstellingen van reuzensterns, ganzen, grote zilverreigers, grutto’s, aalscholvers en wulpen. Tellers: Oscar de Pauw, Nico Goosen, Yvonne Rabe Henk de Vos en Marc van der Kolk.
- De maandelijkse watervogeltelling is compleet uitgevoerd voor de gebieden Vosse-Ketelmeer kust en de IJssel (van de stadsbrug Kampen tot aan de monding). Teller: Yvonne Rabe.
- Broedvogelmonitoring in Roggebotzand en watervogeltellingen langs het Reevediep. Tellers: Oscar de Pauw, Peter Gersen, Onno Drent, Herman Harder en Nico Goosen..
- Broedvogelmonitoring langs het Zwarte Meer op verzoek van Natuurmonumenten. Tellers: Yvonne Rabe, Oscar de Pauw, Barend Kamphuis, Nico Goosen, Onno Drent, Anton Wielink, Jaap Dekker, Herman Harder, Simon Miske en Henk de Vos.
Er is zowel vanaf de landzijde geteld als ook vanuit een fluisterboot van
Natuurmonumenten en de Canadese kano van de vereniging vanaf het Zwarte Meer..
- Huiszwaluw-kolonievogeltelling Onderdijks. Jaap Dekker voerde deze telling in 2022 al uit. In 2023 heeft voor het eerst een groep tellers dit op zich genomen.
Tellers: Herman Harder, Onno Drent, Jaap Dekker, Nico Goossen en Barend Kamphuis.
Vogelzangcursus
Verschillende werkgroep leden hebben meegewerkt aan de vogelzangcursus die Jacko Westendorp in het voorjaar organiseerde.
Nestgelegenheid creëren
Het maken van nestgelegenheid is voor werkgroepleden een zinvol en leuk project. We bespreken dit nu op onze bijeenkomsten en maken hierover afspraken.
Bosuilen
Bij de bosuil excursie in het Roggebotzand konden we vaststellen dat in dit bos daadwerkelijk bosuilen voorkomen. In overleg met Staatbosbeheer hebben Herman Harder en Onno Drent daarom op enige afstand van het door ons vastgestelde territorium, een bosuil- nestkast opgehangen. We hopen dat de vogels zich verbreiden over een groter bosgebied.
Zwaluwen
We hebben de nestgaten in de oeverwaluwen wand bij de Eilandbrug opnieuw gevuld met leemhoudend zand. Dit jaar waren echter geen nestgaten bezet.
De zwaluwentil die in 2014 is geplaatst in het Onderdijks bood nog geen onderdak aan huiszwaluwen.
Verschillende keren wisten mensen die broedende huiswaluwen in nesten aan hun huis wel of niet konden waarderen werkgroepleden te vinden om advies te vragen.
Zwarte Sterns
Marc van der Kolk had de beschikking over een aantal vlotjes die geschikt zijn om als nest plek te dienen voor zwarte stern. Deze zijn in het voorjaar neergelegd in een kolk bij de IJssel nabij Scherenwelle. Al vrij snel werd een paar vlotjes bezet. We willen dit jaar het project voortzetten.
Jan Nap toren
Helaas is de toren nog steeds afgesloten wat bijzonder jammer is voor vogelliefhebbers uit heel Nederland die vanaf hier konden genieten van de zeearenden.
Zeearend
Het paar op de Kamperplaat in het Ketelmeer broedde in 2023 en bracht 2 jongen groot.
Verder broedden paren op het Reeve-eiland en in een hoogspanningsmast bij de Ramsgeul en ook hier waren jonge zeearenden.
Vooral het paar op het Reeve-eiland liet zich vaak zien aan fietsers en wandelaars langs het Reevediep. Veel belangstellenden waren hier in de gelegenheid om voor het eerst een zeearend te observeren.
Het paar op het Vogeleiland had dit jaar geen nest.
Project Roggebotsluis/ N307
Er was nog een overleg over de werkzaamheden en de mogelijke invloed op de aanwezige vogels. Aan de onderzijde van de nieuwe brug zijn kunst huiszwaluwnesten geplaatst. Er is waargenomen dat enkele kunstnesten in gebruik zijn genomen.
Gebiedsvisie Reevedelta
Jaap Dekker en Onno Drent hebben samen met Bart Zeven meegedaan aan de inspraak over de Gebiedsvisie Reevedelta
Vertegenwoordigingen
- Yvonne Rabe vertegenwoordigt de vogelwerkgroep in het landelijke ‘Wetlandwachten-netwerk van Vogelbescherming voor de gebieden Vosse- en Ketelmeer en Zwarte Meer.
- Oscar de Pauw is contactpersoon namens de VWG naar Natuurmonumenten betreffende de broedvogelinventarisatie bij het Zwarte Meer en de plannen met de rietkraag langs het Zwarte Meer.
- Nico Goosen onderhield de contacten met Camera Nu, de hoofdsponsor van de Natuurvereniging IJsseldelta.
- Marc van der Kolk, Oscar de Pauw en Onno Drent vertegenwoordigen de vogelwerkgroep in het bestuur van de natuurvereniging IJsseldelta.
- Anton Wielink is actief in de Weidevogelgroep.
Bijzondere waarnemingen
Steltkluten langs het Reevediep in april,
Hop bij Zalk in april
Zwarte Ibis langs de IJssel bij Wilsum in mei
Terekruiter langs het Reevediep in juni,
Ralreiger langs het Reevediep in juni,
Zwarte Ooievaar bij Noordeinde in augustus
Koereigers in groepen in de polder Oosterwolde in oktober.
Rosse Franjepoot in de polder Oosterwolde in oktober
Namens de vogelwerkgroep
Yvonne Rabe, Henk de Vos en Oscar de Pauw
Jaarverslag 2022 Vogelwerkgroep
Jaarverslag Vogelwerkgroep 2022
Algemeen
De volgende personen coördineren het werk van de vogelwerkgroep:
- Anton Wielink, Yvonne Rabe, Nico Goosen, Oscar de Pauw, Marc van der Kolk, Jaap Dekker en Henk de Vos, waarbij zich in 2022 nog voegden Barend Kamphuis en Simon Miske
Zij zijn 5 keer bij elkaar gekomen om te overleggen over activiteiten van de vogelwerkgroep.
Activiteiten
Excursies
We organiseerden in 2022
- een excursie naar de Vreugderijkerwaard op 3 april
- fietsexcursies langs het Reevediep op 14 mei en 8 oktober
- excursies naar de Marker Wadden op 6 mei en 29 oktober
- een excursie naar de Binnenveldse hooilanden en de Blauwe Kamer in de omgeving van Wageningen op 24 september
- een excursie naar Zuidwest Friesland op 5 november
- de excursie naar het Lauwersmeer ging wegens de weersomstandigheden niet door
Inventarisaties
- IJsseloog
De bezoeken aan het slibdepot “IJsseloog” zijn in 2022 vanaf het voorjaar weer uitgevoerd waarbij de medewerkers van Rijkswaterstaat ons gastvrij ontvingen. Een jaarverslag is in de Ratelaar gepubliceerd.
Telprojecten voor SOVON
- Meegewerkt is aan slaapplaatstellingen van reuzensterns, ganzen, grote zilverreigers, grutto’s, aalscholvers en wulpen. Tellers: Oscar de Pauw, Nico Goosen, Yvonne Rabe en Henk de Vos
- De maandelijkse watervogeltelling is compleet uitgevoerd voor de gebieden Vosse-Ketelmeer kust en de IJssel (van de stadsbrug Kampen tot aan de monding)/ Teller: Yvonne Rabe
- Broedvogelmonitoring in Roggebotzand en watervogeltellingen langs het Reevediep. Tellers: Oscar de Pauw, Nico Goosen, Onno Drent, Peter Gersen en Herman Harder.
- Broedvogelmonitoring langs het Zwarte Meer op verzoek van Natuurmonumenten. Tellers: Yvonne Rabe, Oscar de Pauw, Nico Goosen, Onno Drent, Anton Wielink, Jaap Dekker en Henk de Vos.
Meestal is vanaf de landzijde geteld maar ook enkele malen vanuit een kano die de Natuurvereniging heeft aangeschaft.
Vogelzangcursus
Verschillende werkgroep leden hebben meegewerkt aan de vogelzangcursus die Jacko Westendorp in het voorjaar organiseerde.
Zeearend
Het bekende paar op de Kamperplaat in het Ketelmeer broedde in 2022 niet. Er heeft een wisseling van partner plaatsgevonden waarbij de al vele jaren aanwezige man met ring Z663 is verdreven door een jongere man die in 2017 is geboren op het Vogeleiland.
Een ander paar op het Vogeleiland in het Zwarte Meer broedde dit jaar wel en bracht een jong groot. Een derde paar bouwde een nest langs het Zwarte Meer in de nabijheid van de Ramsgeul en broedde langdurig maar jongen werden niet gezien.
Ook op het Reeveeiland in het Drontermeer vestigde zich een paar maar deze kwamen in 2022 nog niet tot broeden.
Er werden veel waarnemingen gedaan van roepende zeearenden boven Kampen.
De zeearend heeft steeds meer territoria (30 paar) in Nederland, vooral in deze regio is het waarnemen van een zeearend geen bijzonderheid meer, niet alleen in de Randmeren maar overal langs de IJssel en het Reevediep.
Martijn de Jonge en Cor Fikkert hebben simultaantellingen georganiseerd door op afgesproken tijd op verschillende plaatsen in de regio te posten en waarnemingen van de zeearenden door te geven via een WhatsApp groep zodat een goed beeld kan worden verkregen van alle aanwezige vogels en territoria. De aanmeldingen lopen via een Faceboekgroep.
Nestgelegenheid zwaluwen
We hebben de nestgaten in de oeverwaluwen wand bij de Eilandbrug opnieuw gevuld met leemhoudend zand. Dit jaar waren echter geen nestgaten bezet.
De zwaluwentil die in 2014 is geplaatst in het Onderdijks bood nog geen onderdak aan huiszwaluwen.
Verschillende keren werden leden van de werkgroep benaderd door mensen die broedende huiswaluwen in nesten aan hun huis wel of niet konden waarderen en om advies vroegen.
IJsvogelwand
Marc van de Kolk heeft op 4 plaatsen in Kampen ijsvogelwandjes aangelegd.
Het aantal broedvogels nam in 2022 na een zachte winter weer duidelijk toe en af en toe werden wel ijsvogels gezien in de nabijheid van de wanden maar ze gingen hier niet in broeden.
De Jan Nap toren
Helaas is de toren nog steeds afgesloten wat bijzonder jammer is voor vogelliefhebbers uit heel Nederland die vanaf hier konden genieten van de zeearenden.
Project Roggebotsluis/ N307
Regelmatig was er overleg over de werkzaamheden en de mogelijke invloed op de vogels. Aan de onderzijde van de nieuwe brug zijn kunst huiszwaluwnesten geplaatst die hopelijk de huiszwaluwen zullen aantrekken die nu broeden aan het brugwachtershuisje dat afgebroken zal worden.
Diverse contacten
Werkgroep leden hebben meegewerkt aan excursies voor scholieren. Ook bij de “Nacht van de Nacht” konden vanuit Quintus kinderen uilenballen uitpluizen en mochten kinderen bij de start van de kinderboeken week in de bibliotheek door verrekijkers naar vogels langs de IJssel kijken,
Vertegenwoordigingen
- Yvonne Rabe vertegenwoordigt de vogelwerkgroep in het landelijke ‘Wetlandwachten-netwerk van Vogelbescherming voor de gebieden Vosse- en Ketelmeer en Zwarte Meer.
- Oscar de Pauw is contactpersoon namens de VWG naar Natuurmonumenten betreffende de broedvogelinventarisatie bij het Zwarte Meer en de plannen met de rietkraag langs het Zwarte Meer.
- Nico Goosen onderhield de contacten met Camera Nu, de hoofdsponsor van de Natuurvereniging IJsseldelta.
- Marc van der Kolk vertegenwoordigt de vogelwerkgroep in het bestuur van de natuurvereniging IJsseldelta.
- Anton Wielink is actief in de Weidevogelgroep.
Bijzondere waarnemingen
Het Reevediep geeft veel vogelaars gelegenheid om soms bijzondere waarnemingen te doen. Het gebied heeft nu landelijke bekendheid.
Opvallend waren hier de volgende zeldzaamheden: steltkluut, krombekstrandlopers, reuzensterns, geoorde fuut.
Het horen van een hoempende roerdomp of het zien van groepjes baardmannetjes is hier in het voorjaar niet zo moeilijk.
Fraai was ook de roodhalsfuut in zomerkleed in de Welle bij Zalk die daar nu al voor het derde jaar aanwezig is. Bij het Zalkerbos werden in het voorjaar een hop en een velduil waargenomen.
Bijzonder waren ook de waarnemingen van wespendieven in het Roggebotzand
Namens de vogelwerkgroep
Henk de Vos, Yvonne Rabe en Oscar de Pauw
Excursieverslag Reevediep 8 oktober 2022
Zaterdag 8 oktober gingen we met vijf mensen op pad om een rondje te fietsen langs het reevediep.
We begonnen wederom bij de Nieuwedijksebrug.
Via de noordkant gingen we langs de enk en de koerskolk richting de Kamperstraatweg.
Hier hoorden we de waterral, en zagen we onder andere een watersnip en de ijsvogel mooi zitten.
Ook het Baardmannetje en diverse eenden in eclips kleed waren er aanwezig.
Bij de Kamperstraatweg zat een grote groep ringmussen die druk aan het foerageren waren.
Aangekomen aan de oostkant van het reevediep zagen we veel dodaarzen, wintertalingen, pijlstaarten en smienten.
De daar vaak aanwezige slechtvalk en twee lepelaars (waarvan er een was geringd) kwamen ook nog even aan vliegen.
Weer aangekomen bij de brug dachten we nog even door te fietsen, maar helaas kwam er een pittige regenbui aan waardoor we hebben besloten om terug naar huis te gaan.
Dit zijn de gegevens van de afgelezen ring van de lepelaar.
27-6-2018 Onderdijk, Vooroever The Netherlands 0 km Leon Kelder
9-8-2018 Friesland, Langelille The Netherlands 49 km Theo Meijer
14-9-2018 Friesland, Langelille The Netherlands 49 km resting, sleeping Theo Meijer Ineke Benus
23-10-2018 Sint Philipsland, Rammegors The Netherlands 144 km foraging Dirk Dekker
24-10-2018 Kalenberg, Woldlakebos The Netherlands 59 km preening Siegfried Woldhek
18-12-2018 Kalenberg, Woldlakebos The Netherlands 59 km Siegfried Woldhek
19-12-2018 De Weerribben, Wetering-Oost The Netherlands 59 km Jeroen Bredenbeek
26-2-2019 De Wieden, Twitterhut The Netherlands 47 km Tino Broekstra
19-3-2019 De Weerribben, Wetering-Oost The Netherlands 59 km resting, sleeping Klaas Vledder
9-7-2019 Harlingen, Heagewiersterfjild The Netherlands 47 km resting, sleeping Eus de Groot Chris Grobbe
22-7-2019 Harlingen, Heagewiersterfjild The Netherlands 47 km resting, sleeping Eus de Groot
27-7-2019 Harlingen, Heagewiersterfjild The Netherlands 47 km resting, sleeping Eus de Groot
29-7-2019 Harlingen, Heagewiersterfjild The Netherlands 47 km Jan Kramer
31-7-2019 Harlingen, Heagewiersterfjild The Netherlands 47 km resting, sleeping Eus de Groot
12-8-2019 Harlingen, Heagewiersterfjild The Netherlands 47 km resting, sleeping Eus de Groot Jan Kramer
16-8-2019 Harlingen, Heagewiersterfjild The Netherlands 47 km resting, sleeping Eus de Groot
18-8-2019 Harlingen, Heagewiersterfjild The Netherlands 47 km resting, sleeping Johannes Koster
20-8-2019 Harlingen, Heagewiersterfjild The Netherlands 47 km Eelco Brandenburg
20-9-2019 Kampen, Vossemeer The Netherlands 54 km Gerrit Gerritsen
2-11-2019 Morbihan, Sarzeau, Marais du Duer France 810 km foraging Bastien Blanc
3-11-2019 Morbihan, Arzon, Tumiac, l’etang Kerver France 815 km resting, sleeping Marie-Cecile Guicheteau
27-4-2020 Harlingen, Heagewiersterfjild The Netherlands 47 km resting, sleeping Eelco Brandenburg
vrijdag 14 oktober 2022
14-5-2020 Harlingen, Heagewiersterfjild The Netherlands 47 km resting, sleeping Eus de Groot
16-5-2020 Harlingen, Heagewiersterfjild The Netherlands 47 km Jan Kramer
20-5-2020 Harlingen, Heagewiersterfjild The Netherlands 47 km resting, sleeping Eus de Groot
24-7-2020 Harich, it Zwin The Netherlands 33 km Marten Wesselius
30-7-2020 Gaasterland, Steile Bank The Netherlands 31 km Marten Wesselius
11-8-2020 Harlingen, Heagewiersterfjild The Netherlands 47 km Eus de Groot
20-8-2020 Harlingen, Heagewiersterfjild The Netherlands 47 km resting, sleeping Eus de Groot
6-12-2020 Morbihan, Arzon, Tumiac, l’etang Kerver France 815 km resting, sleeping Marie-Cecile Guicheteau
17-11-2021 Morbihan, Arzon, Tumiac, l’etang Kerver France 815 km resting, sleeping Marie-Cecile Guicheteau
18-11-2021 Morbihan, Baden, Etang de Toulvern France 810 km Francois Hemery
21-11-2021 Morbihan, Kergeorget; Sarzeau France 808 km foraging Anne-Sophie Hochet
10-12-2021 Morbihan, Arzon, Tumiac, l’etang Kerver France 815 km resting, sleeping Marie-Cecile Guicheteau
9-2-2022 Morbihan, St Gildas de Rhuys France 817 km foraging Anne-Sophie Hochet
20-7-2022 Harich, it Zwin The Netherlands 33 km Dick Veenendaal
11-8-2022 Kampen, Reevediep The Netherlands 57 km Gerrit Gerritsen
12-9-2022 Kampen, Vossemeer The Netherlands 54 km Gerrit Gerritsen
8-10-2022 Kampen, Reevediep The Netherlands 57 km foraging Marc van der Kolk1-
Verslag Weidevogel werkgroep broedseizoen 2017
Seizoen 2017: Het jaar van de bewustwording
Weidevogel minnend Nederland veerde op toen op 8 november 2016 het volgende bericht via de pers ons bereikte:
De afgelopen decennia heeft Nederland onvoldoende gedaan om weidevogels te redden van de ondergang. Ondanks herhaaldelijk aandringen van Vogelbescherming Nederland heeft de rijksoverheid al die jaren niet de juiste maatregelen genomen om de constante achteruitgang van deze vogels te stoppen. Vogelbescherming staat niet alleen in haar oproep weidevogels als de grutto te redden. Ook andere natuurorganisaties, wetenschappers en boerenorganisaties trokken in het verleden regelmatig aan de bel. Voor Vogelbescherming is de maat nu vol, daarom dient de natuurorganisatie een klacht in bij de Europese Commissie.
Een recente studie van het CBS over het bereiken van de wereldwijd afgesproken Sustainable Development Goals toont aan dat Nederland op het gebied van natuur ernstig tekort schiet. De studie concludeert onder andere dat vogelsoorten van het boerenland nog steeds hard achteruit gaan. Uit het recentelijk verschenen boek Agrarisch natuurbeheer in Nederland blijkt dat met de huidige maatregelen er op termijn slechts zo’n 1.500 paar grutto’s over blijven. Ter vergelijking: in de jaren tachtig leefden er ruim 100.000 paar in ons land, vandaag de dag minder dan 30.000 paar. Een aantal dat dus elk jaar afneemt.
bron grafiek weidevogels (zie hieronder): Netwerk Ecologische Monitoring (Sovon, CBS, provincies
“De regering werd vorig jaar door een Kamermeerderheid opgeroepen zo snel mogelijk met een plan van aanpak te komen om de weidevogels te redden. Dat plan is er nu, maar de Vogelbescherming vindt dat het een plan is zonder concrete doelstellingen, acties en extra financiële middelen. Om de dieren echt te redden zijn vergaande maatregelen noodzakelijk.
De organisatie hoopt dat Nederland door de Europese Commissie wordt verplicht om die maatregelen te nemen.”
Dat gaf de nodige aandacht op nationaal en internationaal niveau en gaf de weidevogelaars weer een beetje moed. Hoe de stand van zaken is met deze aanklacht is mij nog niet bekend. Het zal wel in de procedurele molen zitten van de Europese commissies.
Gedurende dit seizoen hebben we diverse malen mogen vernemen uit de pers dat de resultaten bij de boeren die biologisch boeren vaak ook diegenen zijn die hun bewustwording inzake weidevogels scherper krijgen. Uit de metingen bij deze voorlopers blijkt dat de weidevogels aanzienlijk beter presteren bij hun dan bij hun collega’s.
We mogen dus voorzichtig stellen dat er een tweesplitsing gaande is binnen het boerenbedrijf. De jongere boeren met biologische werkzaamheden kijken anders naar hun werkzaamheden dan de productieboeren waar de hoeveelheid en massa de trom slaat. Dat is old-skool boeren maar daar zijn er nogal een aantal van.
Uit onderzoek blijkt wel degelijk direct verband tussen de bedrijfsvoering van melkveehouders en de kans dat gruttonesten succesvol uitkomen
Bron: http://www.boerderij.nl/Home/Achtergrond/2017/4/Predatie-speelt-weidevogels-parten-123780E/
Het hele concept van het boerenbedrijf ligt onder druk. Denk maar aan het afschaffen van de melkquota, het mest overschot, digitalisering etc. Je zult dus op een andere manier hetzelfde moeten gaan doen als boer. Slimmer met wel dezelfde omzet resultaten. Dat vergt moed en vindingrijkheid als ondernemer. Immers er is ook een duidelijke economisch belang.
Maar biologisch boer word je niet zomaar. Veel dingen die ‘gewone’ melkveehouders doen, mogen bioboeren niet – en andersom. Geen kunstmest. Ook geen pesticiden. Terughoudend met antibiotica, nooit preventief. Koeien zoveel mogelijk naar buiten en alleen biologisch voer.
Bioboeren gaan vaak kaas produceren of hebben er naast een B&B om de inkomsten te spreiden.
Als je als boer eenmaal op een ingeslagen weg zit is het zeer lastig om het roer om te gooien. Het kost een boer minstens 1 ½ jaar hard werken aleer hij zich biologisch mag noemen bijvoorbeeld. Het is dan ook niet altijd terecht dat de boeren de schuld krijgen van de huidige situatie. De internationale (lees Europese) regelgeving en de lokale regels hebben er voor gezorgd dat de situatie is zoals hij is.
Steeds meer melkveehouders tonen interesse in een biologische bedrijfsvoering. In het eerste kwartaal van 2016 hebben al 60 melkveehouders zich geregistreerd bij Skal voor omschakeling. Dit is meer dan in heel 2015; toen zijn 49 melkveehouders met het omschakelproces naar biologische melkveehouderij begonnen. De omschakelperiode voor grasland is twee jaar, de omschakelperiode voor vee is een half jaar.
Bron: https://www.skal.nl/over-ons/nieuws/flink-meer-overstappers-naar-biologisch-in-veehouderij
Dat gezegd hebbende is het dit jaar wel duidelijk geworden dat we in een situatie zitten die verre van ideaal is. Boeren zitten in een bewustwordingsfase. Daarnaast hebben wij als vrijwilligers geen, dan wel bijna geen invloed op deze grotere in elkaar grijpende bewegingen van geopolitieke afmetingen. Wij zitten wat dit aangaat onderaan in de keten.
Toch is het mede dankzij de inzet van deze vrijwilligers dat er de cijfers zijn die Nederland nodig is om het gehele beleid te beïnvloeden. Dus wat nu, onderaan in de keten. Zonder cijfers geen inzicht, zonder inzicht geen beleid. Een reden te meer om nu juist de schouders eronder te zetten. In de vrijwilligers groepen hoor ik te vaak neergeslagen geluiden dat het bijna geen zin meer heeft om onze tijd hieraan te besteden. Wij kunnen als vrijwilligers die neergang niet stoppen. Dat klopt! Maar….. door goed waar te nemen hebben we wel degelijk invloed op de basis van de aangeleverde cijfers.
We zagen dit jaar groepen vrijwilligers die samen met boeren een gebied gingen exploiteren dit jaar waarbij de boeren de vrijwilliger volgde qua aanwijzingen en opmerkingen. Zo kan het dus ook. Dat zijn uitzonderingen, echter ze geven aan dat er creativiteit is om naar oplossingen te zoeken.
Ieder seizoen weer komen er meer biologisch werkende boeren en jawel old-skool boeren die zich bewust worden van hun verantwoordelijkheid. Ieder seizoen worden er meer plas-dras hoeken gecreëerd en dat heeft een directe impact op de weidevogels. Binnen onze groep vrijwilligers begint dat ook door te druppelen.
Het is onze taak om de boeren op tijd op de hoogte te stellen van alle mogelijkheden. Het vervelende van die zaken is dat de boeren in februari die beslissingen moeten maken. Dus is het zaak om de contacten vroeger aan te trekken dan wij gewend waren.
Wij gaan dat voor seizoen 2018 doen door het verzenden van een nieuwsbrief aan de boeren die binnen ons gebied actief zijn en ondersteuning hebben gevraagd van de weidevogel beschermers. In het kader van mee denken en omdenken.
De insteek van Vogelbescherming Nederland:
Ons doel blijft om weidevogels weer goede kansen te geven in Nederland. We willen 200.000 hectare agrarisch gebied creëren met voldoende bloemrijk grasland: een ‘rijke weide’. Niet alleen weidevogels profiteren daarvan, maar ook planten, vlinders en bijen. Daarmee krijgt ca. 20 procent van het Nederlandse boerenland weer de uitstraling die het ooit had. Tientallen weidevogelboeren bewijzen nu al dat het kan: een gezond boerenbedrijf met veel aandacht voor natuur en weidevogels.
Met de campagne Red de Rijke Weide brengt Vogelbescherming partijen bij elkaar die werken aan de noodzakelijk omslag in het landelijk gebied.
In ons gebied zijn daar slechts drie boeren bij aangesloten:
-Klaas Jan bruins- Kampen
-Henk Pelleboer-Mastenbroek
-Wim van Ittersum-Mastenbroek
Dat moet beduidend beter. Dus als u als boer zich geroepen voelt:
https://www.redderijkeweide.nl/kaart/
ieder jaar komt het spook van predatie weer om de hoek kijken.
‘Predatie is een volstrekt natuurlijk fenomeen’
Predatie kan een probleem zijn, maar het is niet de belangrijkste oorzaak van de teruggang van weidevogels. Dat blijkt uit tal van wetenschappelijke studies. Het grootste probleem voor de weidevogels is het verdwijnen van geschikt leefgebied door het steeds intensievere gebruik van het boerenland. (dat gebeurt bij meer soorten, denk maar aan de Tijgers) Om de weidevogels te redden is het dan ook een absolute voorwaarde dat er meer geschikte bloemrijke weilanden komen waar kuikens veilig zijn en voldoende voedsel kunnen vinden. m.a.w. het leefgebied uitbreiden.
Nu er nog zo weinig broedparen over zijn versterkt predatie in sommige regio’s het probleem voor de weidevogels. In goede weidevogelgebieden waar toch veel predatie is kunnen maatregelen genomen worden die er voor zorgen dat verschillende roofdieren niet in het gebied kunnen komen. Dat kan met tijdelijke rasters of schrikdraad. Het actief bestrijden van inheemse predatoren, zoals vossen en kraaien, vindt Vogelbescherming de allerlaatste stap.
Overigens is tegenhouden van de predatie d.m.v. afrastering is niet altijd even effectief zo weet Wolf Teunissen van Sovon Vogelonderzoek Nederland ons te vertellen:
Zo leert onder andere onderzoek uit Engeland. Wanneer daar vossen werden uitgeschakeld, grepen andere predatoren juist hun kans. En ook in gebieden waar vossen werden uit gerasterd met behulp van schrikdraad, ontdekten rode wouwen binnen twee jaar dat daar ineens wel heel veel kuikens te vinden waren. Het netto-effect was al snel weer nul.
Bron: http://www.boer-en-vogels.nl/berichten/3.2-De-rol-van-predatoren-in-weidevogelproblemen-.html
Het bejagen van de vos is slechts folklore, en zal amper impact hebben op de gruttopopulatie. Folklore hoort geen rol te spelen in de discussie over de rampzalige teruggang van onze weidevogels. Sterker nog: het is gevaarlijk om op basis van gebrekkig inzicht in hoe diersoorten zich tot elkaar verhouden, oplossingen te suggereren voor het grote probleem van de verschraling van de natuur op ons platteland. Hoe aanlokkelijk ook, de veronderstelling dat we zonder de omstandigheden te veranderen gewenste ontwikkelingen tot stand kunnen brengen, is een van hoogmoed getuigende illusie.
Bron: https://www.oneworld.nl/groen/natuur/de-vos-niet-de-grootste-vijand-van-de-grutto
In de Volkskrant van 20 juli jl stond een column van Caspar Janssen waarin hij een dag meeloopt met Wim Tijsen. Tureluuronderzoeker en medewerker boerenlandvogels bij Landschap Noord-Holland. En deze kwam tot de volgende conclusie:
Eigenlijk zijn er alleen nog maar weidevogels in reservaten waaromheen boeren werken die actief aan weidevogelbeheer doen. Boeren die er echt iets mee hebben.
Tijsen ziet een patroon. ‘Alle vogels hebben zich verzameld op die paar postzegels, verder is het leeg. En die roofdieren hebben honger. Vroeger zaten ze verspreid over het platteland, nu concentreren ze zich op die weidevogelgebiedjes. Dat versnelt de neergang.’
Hij klampt zich vast aan de lichtpuntjes. En soms gebeurt iets onverwachts. ‘In de Wieringenmeer zetten boeren hun akkers tijdelijk onder water om aaltjes te bestrijden. Jonge grutto’s hebben die akkers ontdekt. We verliezen de moed nog niet.’
Verder is er gedurende het gehele jaar is een toenemende aandacht voor de weidevogels. Mede dankzij de niet aflatende inzet van Vogelbescherming Nederland. Recentelijk werden de weidevogels nog onder de aandacht gebracht bij de Oerol juni jl.
Vogelbescherming Nederland grijpt het Oerol Festival op Terschelling aan om aandacht te vragen voor de weidevogels. In de Terschellinger Polder zitten veel grutto’s, kieviten en scholeksters. Tijdens Oerol kunnen festivalgangers in de Terschellinger Polder zien hoe mensen de leefomgeving van de weidevogels beïnvloeden. Er is bijvoorbeeld een gruttokuikenpad, waar mensen zelf kunnen ervaren hoe het is om zo’n kuikentje te zijn. Ook zijn er gratis fietsexcursies. Oerol is dit jaar van 9 tot en met 18 juni.
Daarnaast is de ontwikkeling van de weidevogel-drone in onze regio ook bemoedigend te noemen. Wij hebben de diverse opnames bekeken en daar is moed uit te putten. De ontwikkelingen op dat gebied gaan razendsnel. Ieder stap wordt de programmatuur beter, de camera’s scherper en de wijze hoe er mee om te gaan sterker. Ik zie er naar uit dat we dit apparaat ook daadwerkelijk kunnen gaan inzetten. (Men is nu op het punt aangeland dat er nog jonge IT-ers gezocht worden die opgeleid willen worden om met deze drone ook daadwerkelijk aan de slag te gaan. Dus als u iemand in uw omgeving kent met de nodige kwaliteiten en interesse in de natuur…… laat het ons weten)
Binnen onze regio werden er diverse open dagen gehouden en een lokale discussie over weidevogels met boeren, bestuurders en belangstellenden. Dezen werden goed bezocht en er werd geluisterd door bestuurders. Dat was en is pure winst.
Wij zijn drie keer bij elkaar gekomen en hebben een groepsapp aangemaakt waardoor het communiceren onderling sneller gaat. Hoewel nog niet iedereen over een telefoon met app mogelijkheden beschikt, ziet iedereen het voordeel ervan.
Er is een facebookpagina aan gemaakt om onze ervaringen te delen met mensen die daar interesse in hebben. Waaruit we mogelijk nieuwe vrijwilligers kunnen interesseren.
Op 22 maart is het boek: “Gevaren rond de vogelhut” van Liesbeth van Binsbergen
Gepresenteerd in Rouveen. (Het boek beschrijft de spannende avonturen die de Staphorster tweeling Jorick en Jolijn beleeft met de broedende weidevogels op het land van hun vader. Ook hun bezoek aan weidevogelboer Pelleboer in Mastenbroek komt uitvoerig aan de orde) Als gevolg daarvan zijn er diverse scholen benaderd om met groep 5 met dit boek aan de slag te gaan in de klas.
De volgende stap is dat er ook weer mensen gevraagd om presentaties over weidevogels te geven op de diverse scholen. Met de daarvoor gemaakte tool box. Daarvoor worden nog steeds mensen gezocht voor het komende jaar dus meld u aan!
Ook is er in nauwe samenwerking met de Gemeente Kampen gewerkt aan het beheer van de gebieden waar gebouwd werd. Dat is in een prima samenwerking gegaan en zo hoort dat ook.
Tevens wil ik langs deze weg twee mensen bedanken voor hun tomeloze inzet gedurende het gehele jaar. Dat zijn Wim Baer en Joop Beens. Zij zijn onze steunpilaren in het gehele proces.
Al met al een bewogen jaar, dat zeker.
Verder wil ik alle vrijwilligers wederom bedanken voor hun niet aflatende inzet en voor het verzamelen van die broodnodige data. Jullie maken het verschil. Echt waar!
We sluiten het seizoen 2017 af en kijken reikhalzend uit naar dat moment van betovering wanneer de eerste weidevogels weer ons land binnen komen.
Ailko Faber
Coördinator IJsseldelta weidevogelwerkgroep
https://www.facebook.com/IJsseldeltaweidevogelwerkgroep/
Verslag vogelwerkgroep excursie Drents Friese Wold 20 juni 2015
Op 20 juni vertrokken we met 4 mensen voor een excursie naar het Nationaal landschap: het Drents Friese Wold, de bossen, plassen, venen en stuifzanden die liggen op de grens van Drenthe en Friesland.
Wij dat waren: Anton Wielink, Henk Kroeze, Ellen en Henk de Vos.
Diependal
Ons eerste doel was Diependal, dit zijn de vloeivelden van de voormalige aardappelmeelfabriek bij het dorpje Oranje.
Hier zijn vanuit de bijzondere kijktoren, die bereikt wordt via een lange ondergrondse tunnel, maar liefst 4 soorten futen te zien. Naast de algemenere soorten als fuut en dodaars broeden hier ook de roodhalsfuut en de geoorde fuut en dat is
uniek in Nederland. Vanuit de hut ontdekten we deze prachtig gekleurde futen op de verschillende vijvers langs de rietkragen. Ook heel mooi was een wateral met zeker 5 jongen die al zwemmend een kreek overstak vlakbij ons uitzichtpunt. Dit had geen van ons ooit zo gezien. De omgeving hier leverde verder nog o.a. geelgors, gele kwikstaart en lepelaar op.
Fochteloër Veen
Vanaf dit punt was het nog een korte rit naar het Fochteloër Veen. Hier bezochten we eerst de 17 meter hoge uitkijktoren die een uitzicht biedt over het uitgestrekte veen gebied. De klim over de steile trap was de moeite wel waard want al snel zagen we in het veen een paar kraanvogels lopen. Dat was onze doelsoort van de excursie en voor Ellen was het de eerste keer dat ze deze grote sierlijke vogels zag lopen. We hadden nog meer geluk want in de verte boven het veen zagen we een grote roofvogel staan bidden, dat kon niet anders zijn dan de slangenarend die op een kenmerkende manier bidt en waar het Fochteloër Veen ook bekend om is. Toch was de slangenarend er in deze zomer van 2015 nog niet gezien dus er was nog twijfel bij ons, zouden wij dan de eersten zijn die de slangenarend hier mochten zien?
Maar toen we later een vrijwilliger van Natuurmonumenten spraken bevestigde die dat de slangenarend die ochtend door meerdere vogelaars was gezien en dat onze waarneming klopte. Deze arend uit zuid Europa bezoekt al jaren in de zomer het veen en wordt dan speciaal aangetrokken door de vele adders en ringslangen die er voorkomen. Het zijn meestal jonge slangenarenden die nog niet broeden en het is wel frappant dat ze juist dit gebied kunnen vinden in Nederland waar het voorkomen van slangen toch wel heel beperkt is.
Als we dachten dat we met de twee kraanvogels ons tevreden moesten stellen hadden we het mis, we zagen deze dag nog veel meer kraanvogels, het was gewoon on-Nederlands. Ellen ontdekte er zeker 15 in een randgebied van het veen en we zagen regelmatig kleine groepjes vliegen.
De vrijwilliger van Natuurmonumenten vertelde dat de populatie flink is gegroeid, zozeer zelf dat het broedsucces dit jaar daar onder geleden heeft. Mogelijk is er maar 1 jong uitgevlogen. Onderlinge territoriumgevechten, verstoring door mensen en predatie door raven en vossen zorgden ervoor dat veel broedsels helaas mislukten. Wel worden andere gebieden in de omgeving nu ook gebruikt als broedlocaties.
We maakten een wandeling over het fietspad door het veen en zagen hier nog meer bijzondere soorten die bij het Fochteloër Veen horen zoals roodborsttapuit, blauwborst, paapje, veldleeuwerik, raven en bruine kiekendief.
Bij het bezoekerscentrum konden we onze koffie en boterhammen gebruiken.
Ook hier maakten we een wandeling van enkele kilometers en dit leverde opnieuw veel verrassende soorten op zoals grauwe klauwier, zwarte ruiter, grutto, kemphaan, diverse eenden soorten en veel lepelaars. Onze soortenlijst liep snel op en Anton Wielink kreeg geen rust om alles te noteren.
Aekinger zand
Tegen twee uur verlieten we het Fochteloër Veen om als toegift nog aan te gaan bij het Aekinger zand, een stuifzand gebied ten zuiden van Appelscha.
Een wandeling door het zand leverde boomleeuwerik, goudvink, wespendief en gekraagde roodstaart op.
Het meest bijzondere was hier een roepende vogel aan de bosrand die we niet eerst niet konden thuisbrengen, de kèkkerende roep klonk als die van een roofvogel maar de vogel verplaatste zich tussen de boomstammen en was maar klein van afmeting.
Hoewel we het niet dadelijk konden geloven was er toch maar één conclusie mogelijk, we zagen en hoorden de zeldzame draaihals.
Deze spechtensoort waarvan er nog maar enkele paren broeden in Nederland was het hoogtepunt van de dag en met een voldaan gevoel konden we aan de thuisreis beginnen.
Om vijf uur arriveerden we weer in Kampen.
Henk de Vos
- De totale lijst die Anton heeft opgesteld, telde maar liefst 88 soorten, volgens mij een van de langste van de afgelopen jaren dat ik aan vogelwerkgroep excursies heb meegedaan.
Verslag van vogelwerkgroepexcursie zw friesland
Excursie Vogelwerkgroep naar Zuidwest Friesland
Zaterdag 20 november gingen we met 9 mensen op weg naar zuidwest Friesland.
Een excursie die al jaren op ons programma staat en waarbij we als belangrijkste vogelsoort de Kleine rietgans hopen te zien.
-Eerst bezochten we de Workumerwaard, en terwijl we ons daar installeerden werd het mooi helder weer.
Workummerwaard
Bij zonsopkomst kwamen grote groepen brandganzen over ons heen,
Ze hadden de nacht op de ondiepe randen van het IJsselmeer doorgebracht en gingen nu met duizenden op weg naar de weilanden van Gaasterland om te fourageren.
Op de ondieptes dobberden, smienten, enkele grote zaagbekken en kuifeenden en stonden groepen wulpen.In de rietkraag hoorden we een waterral roepen.Onderweg in de waard zagen we de zogenaamde wilsterflappers aan het werk.Zij proberen met lokvogels de wilsters (Friese naam voor goudplevier) te vangen met behulp van een slagnet om de goudplevieren te ringen. Ze gebruiken daarbij houten lokvogels en ook een levende kievit. Vroeger was dit vooral bedoeld als inkomstenbron om door de verkoop van plevieren aan de poelier in de steden die daar verkocht werden om te worden gegeten. We waren getuige van de vangst van een aantal goudplevieren. In de waard zagen we verder enorme aantallen goudplevieren en kieviten met daarbij ook enkele kemphaantjes en bonte strandlopers.
-Ons tweede doel was de omgeving van Oudega vlakbij het merengebied van de Fluessen.
In deze regio houdt zich in de herfst bijna de hele populatie van de Kleine rietgans van Spitsbergen op. De Kleine rietgans werd vroeger als ondersoort van de Rietgans beschouwd maar wordt nu als een aparte soort gerekend, net als de Taiga rietgans en de Toendra rietgans. Deze Kleine rietganzen broeden op Spitsbergen (ca. 35000) en trekken via Noorwegen, Denemarken en Noord Duitsland naar Zuidwest Friesland en midden in de winter nog verder naar Vlaanderen, vanaf februari via de zelfde route weer terug. In de rest van Nederland worden ze weinig gezien. Hij valt op doordat de bovenzijde opvallend blauwgrijs is en verder heeft de vogel roze poten (Engelse naam :pinkfoot)
kleine rietgans foto Dieter Coelembier
Inderdaad was er vlakbij Blauhuus een groep van zo’n 1000 kleine rietganzen te zien, een aantal hadden halsringen met daarop een lettercode die we konden aflezen.
-Het volgende doel: Kornwerderzand aan het begin van de Afsluitdijk.Zowel de kant van de Waddenzee als de kant van het IJsselmeer leverde een aantal leuke soorten op. We zagen een groepje Toppereenden, futen, kuifeenden en een middelste zaagbek. Op het ruige terrein direct aan de Waddenzee zagen we een tweetal sneeuwgorzen erg dichtbij. Erg fraaie zangvogels uit de toendra die in de winter aan onze kust voorkomen
Sneeuwgorzen
Bij ons volgende doel : de vogelkijkhut bij Piaam aan de IJsselmeerkust was het rustig. We hoorden in de rietvelden baardmannetjes roepen en zagen ze ook enkele malen. Verder riep hier een waterral. In de weilanden ontdekten we in de grote groep kolganzen een exemplaar die een halsring met code droeg. Door het aflezen van de code KSS wist Fibo Nannen de geschiedenis van dit exemplaar te achterhalen.
Kolgans KSS
Hij schreef hierover:
Te midden van de tienduizenden ganzen die wij die dag gezien hebben, konden wij bij Piaam in een weiland t.h.v. de vogelkijkhut, van een kolgans ♀ de zwarte halsring KSS aflezen.
Op de site van www.geese.org. kon ik de halsringgegevens invoeren en kreeg het volgende resultaat.
Op 8 mei 2009 met onbekende leeftijd geringd in Kologriv ( 58 48 29 NB en 44 18 11 OL) ± 500 km ten NO van Moskou. De ringers waren Konstantin Litvin en Petr Glazov van het Bird Ringing Centre Moscow.
In de winter 2009/2010 werd zij gezien in Friesland (Makkum), Utrecht en Limburg (Mook).In de winter 2010/2011 in Friesland, Noord-Holland, Oost-Vlaanderen (B), Utrecht en Frl. (25 mrt. Workum). In mei 2011 was zij weer in Kologriv waargenomen.
In de winter 2011/2012 werd ze gezien in Friesland, Utrecht, Niedersachsen (D) 26 mrt. 2012. In de winter 2012/2013 weer in Friesland (Cornwerd, Wons).
Op 6 okt. 2013 werd zij bij Makkum gezien en za. 23 nov. j.l. zagen we haar dus bij Piaam. Met zo’n ringaflezing wordt dus een leuke inkijk gegeven in het leven van zo’n gans.
Hierna besloten we weer terug te gaan naar Kampen.We konden terugzien op een zeer geslaagde excursie onder ideale omstandigheden met veel soorten.
Henk de Vos, foto’s Herman Koek
Vogelwerkgroep: excursie naar de Zwolse Hoek 10-11-2012
Zaterdag 10 november organiseerde de vogelwerkgroep een excursie met eindbestemming ‘de Zwolse Hoek’
Hoewel het weer wat grijs en vochtig was kwamen er toch 12 vogelaars voor deze ochtendexcursie naar de Zwolse Hoek.
We stopten onderweg bij de voor veel vogelaars uit deze regio zo bekende plekken als: de plaat in het Vossemeer, het eiland de Zwaan, de Vossemeerdijk bij de IJsselmonding en het Ketelmeer bij Ketelhaven.
Op de plaat ter hoogte van de boomkwekerij die door de gunstige wind grotendeels droog lag, waren veel kieviten en goudplevieren te bekijken. Ook liepen er enkele bonte strandlopers. Verder ook veel eendesoorten. Kleurige eendesoorten die alweer in hun mooie verenkleed zaten, zoals pijlstaarten, bergeenden, smienten en slobeenden en die zwommen in de omgeving van de plaat.
pijlstaarten
Grote groepen ganzen trokken ondertussen over van hun slaapplaatsen naar de weilanden en akkers waar ze overdag hun voedsel zoeken.
Verderop het Vossemeer zien we Brilduikers en Grote Zaagbekken.
In de bekende boom op de strekdam tussen het Vossemeer en de IJssel zat het Zeearendenpaar van het Vossenmeer en de IJsselmonding.
We konden ze zo goed zien dat de ringen aan de poten zichtbaar waren, zodat we onderscheid konden maken tussen de mannelijke vogel van 2006 uit Sleeswijk Holstein en de vrouwelijke vogel van 2007 uit de Oostvaardersplassen. Hun beide jongen lieten zich niet zien maar zwerven volgens waarnemingen nog steeds in de omgeving rond. Voor de meesten al niet zo buitengewoon meer om deze top-predators te zien maar voor iedereen toch bijzonder.
Een beeld van twee rustig zittende zeearenden in een boom was 10 jaren geleden niet mogelijk in West Europa laat staan in deze omgeving.
Doordat het iets lichter was geworden lukte het om via de telescoop wat opnames te maken, iets waarover enkele vogelaars best enthousiast werden.
Zeearendpaar
Via de Ketelmeerdijk waar we de eerste kleine zwanen van dit seizoen ontdekten om daarna de trektelpost bij de Zwolse Hoek te bereiken.
De teller, Ico Hoogendoorn vertelde ons het een en ander over de vogeltrek hier ter plaatse en de richtingen van waaruit de groepen spreeuwen, lijsters, vinken en mezen aan komen vliegen. De vogels blijven zoveel mogelijk het land volgen om pas bij de wat smallere Zwolse Hoek over te steken naar Flevoland om in Zuidwestelijke richting verder te trekken. Dat hier grote concentraties trekvogels langskomen is al tientallen bekend maar vooral de laatste jaren wordt er heel structureel en intensief gepost en geteld.
Dit leverde in het voor- en najaar al heel veel spectaculaire waarnemingen op van vele duizenden kramsvogels en koolmezen maar ook vele bijzondere krenten in de pap. Rode wouw, keizerarend kraanvogels, bijeneters, kuifleeuwerik om maar een greep te doen uit de lange lijst.
Deze ochtend was de vogeltrek maar gering, maar een hele leuke trekker was een smelleken (falco columbarius, engels: Merlin).
De kleinste valk die jaagt op kleine zangvogels, broedt in het hoge noorden en die de trekkende vinken en piepers wel moet volgen op hun weg naar het zuiden.
Smelleken
Op de pijlers van de Ketelbrug zagen we tegelijk twee exemplaren van de grootste valk zitten, de slechtvalk.
Deze valk jaagt op vogels zo groot als de duif en zit daarvoor graag op hoge uitzichtpunten, als brugpijlers, hoge gebouwen of masten.
Een bezoek aan het ringstation in het nabijgelegen Kamperhoek kon door omstandigheden niet door gaan, dat houden we tegoed tot het voorjaar van 2013.
Hierna reden we weer naar Kampen terug. Een prima excursie waarvoor we niet eens ver weg hoefden te gaan.
Henk de Vos
Kleurige vogels op een grijze zomerdag, 9 juni 2012
Op zaterdag 9 juni vertrokken we met een klein groepje vogelaars naar het Bargerveen in Zuidoost Drenthe.
Dat we met zo weinig mensen waren was wel wat jammer maar begrijpelijk. De weersvoorspellingen waren niet erg zomers, eerder herfstig.
Dat kwam ook uit maar toch was het ondanks de krachtige wind en de bewolking wel goed vogelen.
De soorten waarvoor vogelaars naar het Bargerveen gaan zijn de typische vogels van het hoogveen:. De grauwe klauwier, de boomvalk, de geoorde fuut en de wielewaal.
Het Bargerveen, dat midden in ’t Veenland ligt, is één van de twee gebieden in Nederland waar nog levend hoogveen is. Slechts een restant en niet meer in perfecte staat. Van de oorspronkelijke mosrijke begroeiing was tot voor kort geen sprake meer. De vegetatie bestond grotendeels uit vochtige en droge hei en berkenbos. Sinds 1968 groeide het besef dat zonder ingrijpen een kostbaar stuk natuur verloren dreigde te gaan en daarmee allerlei unieke planten- en diersoorten. Een deel van het veengebied werd opgekocht door de overheid en overgedragen aan Staatsbosbeheer.
Verschillende maatregelen, zoals het omhoog brengen van het waterpeil door een dammenstelsel, hadden tot doel het veen nieuw leven in te blazen. En met succes!
In de ondiepe, natuurlijke bassins die door de indamming ontstonden, vond explosieve groei van veenmos plaats. Natuurbeheerders waren razend enthousiast. Hoewel de plantensoorten die tot ontwikkeling kwamen, zoals Pijpenstrootje en berk, beter thuishoren in het laagveen dan in het hoogveen, biedt dit perspectief voor het hoogveen in de toekomst.
Aangekomen op de parkeerplaats bij de informatie borden konden we al direct een paartje grauwe klauwieren bewonderen. Waarom de vogel toch Grauw heet is mij nooit duidelijk geworden . Hij is prachtig gekleurd en zeker niet grauw.
Dat geldt ook voor een andere’ grauwe’ vogel die we al snel daarna ontdekten nl de grauwe kiekendief. Een prachtige sierlijke roofvogel, die in Nederland maar op enkele plaatsen voorkomt.
In de luwte bij het zogenaamde Huisje van Uneken , een voormalig boerderijtje in het Bargerveen konden we van diverse zangvogels genieten die daar hun jongen aan het voeren waren, de gekraagde roodstaart, de bonte vliegenvanger, de appelvink zagen we terwijl we ons meegebrachte eten en drinken gebruikten.
Voor onze volgende wenssoort, de Geoorde fuut moesten we een lange wandeltocht maken over de open heide naar de in het midden van het veen gelegen vennen. Hier broedt onder de bescherming van een kokmeeuwenkolonie een redelijk aantal geoorde futen, ook al weer zo’n prachtig gekleurde vogel . We konden er zeker 10 exemplaren ontdekken.
Om de kleurrijke vogellijst nog aantevullen: we zagen ook nog de gele kwikstaart, de blauwborst en de roodborsttapuit .
gele kwikstaart foto Cor Fikkert
In de luwte van het bos zagen een paartje boomvalken die in de krachtige wind toch nog konden jagen op de libellen. Dat ze daarvan vele als prooi konden bemachtigen zagen we aan de vele vleugeltjes die op het pad waren neergedwarreld. De boomvalk verwijdert deze namelijk in de vlucht voordat hij de libellen oppeuzelt.
Op de terugweg probeerden we bij Staphorst nog de meest kleurrijke vogel van Europa te spotten nl de Bijeneter die hier gezien zou zijn.Dat lukte niet maar als troostprijs zagen we wel de groene specht die vlak voor ons over een weiland wegvloog.
Al met al een geslaagde tocht op een grauwe zomerdag.
Tekst Henk de Vos
Zeearenden in de IJsselmonding(vervolg) – juli 2012
In het voorjaar van 2012 heeft het paar Zeearenden dan toch gedaan dat waarop we al enkele jaren hoopten. Na twee niet succesvolle nestelpogingen is er nu toch een echt broedgeval. Het was ook wel min of meer te verwachten want het mannetje is inmiddels 6 jaar oud en het vrouwtje 5 jaar en daarmee zijn de vogels volwassen.
Het nest in Roggebotzand werd in de loop van de winter uitgebouwd met forse takken en werd vanaf februari bijna constant bezet. Staatbosbeheer had inmiddels weer een strikt verboden zone rondom het nest ingesteld.
De vogels waren op het eind van de winter jagend te zien in het Ketelmeer vlakbij het Keteleiland en rustend op het nest.
foto 1: jagend in de winter
Eileg
Omstreeks 16 maart werd door enkele vaste kijkers opgemerkt dat het vrouwtje het nest niet alleen liet en kennelijk was begonnen met broeden.
Jonge Zeearenden
Tussen 25 en 30 april werd door het mannetje vaker met kleine prooien naar het nest gevlogen en op 6 mei zag Benno van der Hoek uit Elburg voor het eerst 2 kopjes van donsjongen, die boven de nestrand uitkwamen.
Enkele weken later maakte Staatbosbeheer het nieuws van de twee jonge zeearenden wereldkundig waarbij benadrukt werd dat het bijzonder is dat een jong broedpaar al meteen twee jongen probeert groot te brengen.
Inmiddels is het 21 juni en alles lijkt zich nog steeds goed te ontwikkelen. Het nest en de jongen zijn moeilijk zichtbaar door het blad aan de bomen maar met enige moeite met verrekijker, telelens en telescoop te zien. De jonge zeearenden zitten al volop in de veren en hebben het voor jonge arenden specifieke donkere kleed. Dit verschilt sterk van hun ouders met lichte koppen, felgele snavel en helder witte staart.
foto 2 Jonge vogel
Belangstelling:
Vogelaars uit het hele land hebben inmiddels al een bezoek aan het uitzichtpunt gebracht waarbij ze uitleg kregen over de gang van zaken van dhr. Van de Burg, die, naar hij zegt geen vogelaar is, maar wel inmiddels helemaal in de ban van de zeearenden is gekomen. Geen van de andere nestlocaties in Nederland, dit jaar 4, is zo goed te zien en ligt in een zo toegankelijke omgeving. Gelukkig heeft tot nu toe niemand met kwade bedoelingen geprobeerd het nest te benaderen en te verstoren.
Prooi
Vanaf de dijk van het Vossemeer zijn mooie beelden te zien van de overvliegende ouders met prooi. Meestal een vis variërend van brasem tot paling en ook soms een meerkoet. Ik had verwacht dat veel meer gejaagd zou worden op de aanwezige grote aantallen jonge grauwe ganzen maar dat is niet het geval. Misschien gebeurt dit als de jongen wat ouder zijn.
foto 3: Volwassen vogel met paling
Bijzonder was een fors wit konijn dat het mannetje eenmaal bij het vrouwtje op het nest bracht. Dit moet wel een dier zijn van de groep tamme witte konijnen die bij het pannenkoeken restaurant in het nabijgelegen kabouterbos vrij rondhuppelt.
Uitvliegen
Zo half juli kunnen we verwachten dat de jongen het nest zullen verlaten en hun eerste vliegoefeningen zullen doen. We hopen dat alles goed gaat en dat de jongen ook deze kwetsbare periode zullen doorkomen.
De jongen zijn overigens niet geringd omdat SBB het risico van verstoring niet wilde lopen.
Vogelwereld IJsseldelta
De vogelwereld van de IJsseldelta is door dit broedgeval van de Zeearend weer een stuk dynamischer en interessanter geworden
Tekst
Henk de Vos
Foto’s
Cor Fikkert
Link naar film over de zeearenden in Roggebotzand
http://www.youtube.com/watch?v=bl0GnIUHaro