Plantenwerkgroep: excursie Staverden en Hierden zaterdag 16 juni 2018
De excursie ging vandaag naar de Veluwe. Eerst naar het landgoed Staverden en daarna naar een gebied aan de monding van de Hierdense beek. Twee verschillende terreinen met zowel droge als natte biotopen. Het beloofde een afwisselende dag te worden. Het weer was aangenaam: 22 graden, droog en weinig zon.
De traditionele ‘we-zijn-aan-koffie-toe-start’ kreeg gestalte bij het, aan het Uddelermeer gelegen, restaurant annex theehuis ‘Uddelermeer’. Alwaar wij aan een veel te hoge tafel plaatsnamen. Daardoor bekroop mij het aloude ‘we zijn op schoolreisje’ gevoel. Bij de koffie kregen we zowaar nostalgische suikerzakjes geserveerd, waarop Gonny bekende nog een suikerzakjesverzameling te bezitten. Dus wie dubbele heeft . . . .!?
We vergrepen ons weldra aan de overheerlijke ‘uddelermeertjes’ 
die bleken verstopt onder een barok aandoende, cq. fluks geboetseerde kwak slagroom. Toen we het ‘uddelermeertje’ daaronder ten slotte hadden bereikt, bleek dit een niet te versmaden soort appelgebakje te zijn.
Het landgoed Staverden is gelegen tussen Ermelo en Elspeet te midden van een prachtige bosrijke omgeving. Het landhuis met koetshuis ligt in een fraai aangelegd park. 
Op het landgoed lopen witte pauwen rond. Deze worden hier al sinds 1400 gehouden. De mooie witte veren werden eertijds geoogst voor, en geleverd aan, de hertog van Gelre, die ze vervolgens op zijn helm stak. De traditie heeft een vervolg gekregen. Nog steeds worden de pauwenveren jaarlijks aangeboden, nu aan de commissaris van de koning in Gelderland.
We startten onze zoektocht op de parkeerplaats bij het landhuis. Hier vonden we kattenstaart, adelaarsvaren, moerasrolklaver en speerdistel. Wandelend langs de slotgracht van het landhuis zagen we wijfjesvarens. Even verder onder de beuken noteerden we het zeldzame fraai hertshoorn en muurhavikskruid. Op een greppelwand groeide dubbelloof, 
een varen, die in het bekengebied van de Veluwe regelmatig te zien is, maar inmiddels wel op de rode lijst prijkt. Aan de waterkant groeide veel grote wederik en moeraswalstro. Verderop vonden we hengel en zowaar ook de zeldzame boswederik. Vervolgens betraden we een nat en lager gelegen grasland langs de Hierdense beek. Het terrein was vochtig vanwege het afstromende water, 
dat vanaf hoger gelegen gronden hierlangs zijn weg naar de Hierdense beek vindt. Planten die we hier aantroffen: gevlekte orchis, blauwe zegge en veldrus. Het grasland was wat moeilijk te begaan vanwege de uitbundige groei van allerlei grassen, zeggen en russen. Het verlaten van het terrein verliep nog moeizamer. Het werd omringd door een met water gevulde diepe greppel geflankeerd door bramenstruiken en grote brandnetels. Deze hindernissen moesten met de nodige tact en geduld worden genomen. Uiteindelijk bleek dat we geen verliezen hadden geleden.
Verderop in het bos gebruikten we, gezeten op een boompaal, de lunch. 
Vlak ernaast ontwaardden we een houten gebouw dat om ons onduidelijke redenen, want te midden van een prachtig en stil bos, de naam Ontspanningszaal droeg. Speurwerk van Gonny wees uit dat het gebouw oorspronkelijk dienstdeed als opvang van gevluchte Belgische militairen ten tijde van WO 1. Later werd het gebruikt als recreatiezaal voor de bewoners van het landgoed Staverden, vandaar de naam. Het is nu zelfs een rijksmonument. Weer wat geleerd!
Hier vandaan ging het via de tuin van het landgoed terug naar de parkeerplaats, teneinde af te reizen naar het tweede te bezoeken gebied: de Veluwemeerkust. Na een halfuurtje rijden, bereikten we dit gebied tussen Hulshorst en het Veluwemeer, waar de Hierdense beek in uitmondt. Natuurmonumenten heeft hier de laatste tijd 
een aantal graslanden aangekocht, die zijn afgeplagd en op een extensieve manier worden beheerd. Een gemaaid wandelpad voerde ons langs enkele houtstruwelen en weilanden met egelboterbloem, gevleugeld hertshooi en knopig helmkruid. In een nat weiland vonden we veel moois als moeraskartelblad, ronde zonnedauw en diverse soorten zeggen. 
Tevens zagen we hier op het oog drie soorten orchideeën. Alle drie Dactylorhiza soorten die tot de nodige verwarring leidden. Maar de Flora van Niels, en vooral hijzelf, gaven ten slotte uitsluitsel. Het waren gevlekte orchis, rietorchis en gevlekte rietorchis. De laatste is eigenlijk een vorm van de rietorchis met gevlekte bladen waarbij de vlekken ringvormig zijn.
Makkelijker te determineren bleek de vierde orchissoort, die Annie even later vond. Nadat de plant door een ieder was bestoven, herstel besnoven, was het wel duidelijk: de welriekende nachtorchis!
Aan het eind van de middag stuitten we op, het hier vermoedelijke ‘heilige der heiligen’ gebied, een ‘verboden toegang’ terrein grenzend aan het Veluwemeer. Hier beëindigden we onze Veluwe-safari van vandaag.
We kunnen terugkijken op een mooie, interessante en gezellige dag, die ons door twee fraaie, totaal verschillende, maar toch beide langs de Hierdense beek gelegen, landschappen voerde.
Deelnemers: Annie Timmerman, Gonny Sleurink, Toos Lodder, Niels Jeurink, Henk Snel en Cor Nagelmaeker.
Verslag en foto’s Niels Jeurink en Cor Nagelmaeker
Foto’s collage: Gonny Sleurink




















Langs het water smalle lisdodde, valse voszegge, penningkruid, amandelwilg, harig wilgenroosje en nog meer uiteraard. Er ligt een interessante keutel, welke na grondige inspectie een haarbal van een uil blijkt te zijn. Ook vinden we een plek met veel schelpen, waarschijnlijk van een otter.
Rond 10 uur zijn we terug bij de boerderij en worden we uitgenodigd om nog even wat te drinken. En wat kun je beter op een zuivelhoeve drinken dan verse zuivel. Kefir en karnemelk worden door eenieder zeer gewaardeerd. Als toetje dit keer geen echte ERF 1 vanillevla, welke ook een aanrader is, maar een kijkje in het oude herbarium uit 1980 van Harry Bruins. Met hierin alsnog bevertjes en kalmoes, keurig bewaard voor het nageslacht. Wat bijzonder dat dit herbarium zo mooi bewaard is gebleven.











De Boerweg lopen we nog een stukje af. In de bermen vinden we nog verschillende planten, zoals Adelaarsvaren, prachtig Vingerhoedskruid, Tijm- en Mannetjesereprijs. Op een dood boomstammetje knalrode/oranje zwammen. Helaas kennen we ze niet bij naam. En heel bijzonder is een Heidehommel die om ons heen vliegt.










Nationaal Park De Meinweg ligt ten oosten van Roermond, tussen het dorp Herkenbosch en de Duitse grens. Het gebied is internationaal zeer bekend en geliefd. Dat wekt uiteraard onze nieuwsgierigheid. Na echte Limburgse vlaai in het gezellige bezoekerscentrum De Meinweg te Herkenbosch vertrekken we uitgerust eerst naar de parkeerplaats bij Vlodrop-Station in het zuiden van het natuurgebied.










Door deze brede boulevard met zijn hoge en statige gebouwen heeft Borkum een ietwat kuuroordachtige uitstraling. De honderden ouderwetse strandstoelen versterkten dit beeld. 
Met 5 man sterk vertrekken we zaterdagochtend uit Kampen, via Arnhem, richting Winterswijk. In de buurt van Arnhem hoopt Niels langs de snelweg gifsla tegen te komen. Deze heeft hij vanuit de auto al eens zien staan. Met dank aan de Tomtom van Niels : “SLA na 300 meter linksaf” vinden we bij een parkeerplaats inderdaad gifsla (lactuca virosa – zeer zeldzaam). Onze volgende waarneming is “munt” op de heerlijke Apfelstrudel met slagroom op het marktplein in Winterswijk.













