Plantenwerkgroep: excursie Sint Pietersberg 25 mei 2019
Deelnemers: Niels Jeurink, Ellen van Knippenberg, Klaas van Leiden, Cor Nagelmaeker, Bert Siebrand en Henk Snel.
Al om 07.30 uur stonden we klaar op het Meeuwenplein om de reis naar Maastricht, erkend hoofdstad van Bourgondisch Nederland, te aanvaarden. Ons reisdoel in het ‘bronsgroen eikenhout’ was de Sint Pietersberg even ten zuiden van Maastricht. Een mergelheuvel die door de ENCI ten behoeve van de cementproductie voor een flink deel is afgegraven. Het resterende gebied is thans grotendeels in bezit van Natuurmonumenten. Het vormt sinds 2013, samen met het aangrenzende Jekerdal een Natura 2000-gebied. Vanwege de hier aanwezige kalksteen is het een floristisch zeer interessant en uniek gebied in Nederland.
Tegen 11.00 uur reden we door een aantal haarspeldbochten (chapeau Niels!) de oosthelling van de Sint-Pietersberg op. We kwamen uit bij het bekende Buitengoed Slavante, met terras, van waaruit we een prachtig uitzicht hadden op het Maasdal. Het restaurant Slavante is een voormalige buitensociëteit uit 1846. Het bezit tegenwoordig een eigen wijngaard. We lieten ons de koffie met heerlijke vlaaien goed smaken. Genietend van het fraaie uitzicht bekroop ons een vakantiegevoel. De zon deed de rest.
Daarna ging het naar de parkeerplaats bij de groeve. Na enige perikelen rond de oplaadpaal begonnen we met inventariseren, wat al meteen een keur aan planten te zien gaf: o.a. liggende klaver, harige ratelaar, hokjespeul, gulden sleutelbloem, heen en grijs havikskruid. Na 15 minuten en 10 meter verwijderd van de auto stond de teller al op 50 soorten.
Na enige tijd lopen kwamen we langs een grote vijver die in bezit was van Staatsbosbeheer. We lieten ons door een paar vissers vertellen dat het meer vol zat met karpers, zoals schubkarper, gewone karper, spiegelkarper en boerenkarper. Soms sprong een fors exemplaar geheel boven water uit. Na wat beter kijken ontwaarden we hele grote scholen met wel honderd karpers. De hoeveelheid visgereedschap van de gemoedelijke Limburgers verried een enorme vangstcapaciteit. En de aanwezige culinaire apparatuur liet weinig te raden over. Edoch: gevangen vissen moesten onverwijld worden teruggezet, zo luidde het verdict van Staatsbosbeheer.
Hierna liepen we omhoog het bos in. Een van de eerste planten die we daar vonden was het stijf havikskruid met prachtige gele bloemen. Verder langs dit pad zagen we o.a. prachtige boszegge en gevinde kortsteel.
Het pad slingerde verder omhoog en uiteindelijk arriveerden we bovenaan een kalkrijk grasland. Het mooie uitzicht deed ons besluiten hier de lunch te gebruiken. Het was ook hier dat plotsklaps Klaas van Leiden opdook. We hadden hem al zien scharrelen bij de graanakker. Hij schoof langzaam door het mergellandschap onze kant uit. Hij was op zoek naar van alles en nog wat, maar zou heel gelukkig worden als hij mocht aanpikken, om met ons op zoek te gaan naar de grote keverorchis om die te kunnen aanschouwen c.q. fotograferen. Het mocht. In het alpenweitje ontdekten we een paar koninginnepages, een aantal blauwtjes alsook het zeer zeldzame bruin dikkopje, een specialiteit van deze streek.
De planten die we in deze wei aantroffen waren o.a. harige ratelaar, gewone ossentong, voorjaarsganzerik, grote centaurie en wellicht ook paardenbloemstreepzaad en aarddistel maar die bloeiden beide nog niet en laten zich niet-bloeiend lastig op naam brengen. En later nog veldsalie.
Hierna liepen we een stukje langs de door Natuurmonumenten beheerde akker met prachtige kleuren van grote klaproos en veldlathyrus. Na de akker ging onze wandeling verder door bosachtig terrein (met de ook al zeer zeldzame groene bermzegge en duifkruid). Hier beleefde Klaas zijn moment van totale euforie, immers zijn grote wens ging in vervulling: Ellen vond een bloeiende grote keverorchis. Klaas legde zijn wenssoort gevoelig vast, hetgeen aan zijn trillende snorpunten was af te lezen. Ook stonden hier veel, nog niet bloeiende brede wespenorchissen.
Voort ging het langs een paar prachtige bospaden (met rode kamperfoelie, fladderiep, ruige scheefkelk en boslathyrus) naar een andere fraaie locatie, de Duivelsgrot. Deze grot bevindt zich in de zuidhelling en ligt op krap 200 meter van België en is onderdeel van een klein gangenstelsel. In de kalkrijke weitjes er naartoe bleken twee stukken door Natuurmonumenten afgeplagd te zijn. Dit is nodig omdat het grasland te voedselrijk is geworden. Dit komt door de huidige neerslag van stikstof, die natuurlijk ook in natuurmonumenten neerdaalt. Men probeert door deze verarming de planten die hier oorspronkelijk veel voorkwamen weer te stimuleren. Hopelijk met succes.
Bij de Duivelsgrot aangekomen klommen we bergopwaarts. De grot bleek ook een duivelse beklimming met zich mee te brengen! Maar met de nodige alpinistische, zeg maar gerust halsbrekende toeren, kwamen we hogerop en werden we beloond met wilde reseda, kleine steentijm en enkele exemplaren van het uiterst zeldzame groot zonneroosje. Het is de enige plek in Nederland waar deze plant groeit. We kregen tevens een magnifiek uitzicht op het Jekerdal en het dorpje Kanne in België als bonus.
Pas toen we bovenop de heuvel aangekomen waren, bleek dat het verboden was de helling met de grot te betreden vanwege het neerstortgevaar. Beneden was zulks niet vermeld. Kennelijk is het niet gebruikelijk, dan wel te verwachten, dat onverantwoordelijken de helling van onderen op zullen gaan!? Zodoende weer wat geleerd!
Bij terugkeer langs de eerder beschreven karpervijver bleken onze visvrienden ondertussen het schier onmogelijke gepresteerd te hebben: niet één karper was gevangen! Maar de heerlijk geurende hamburgers, tosti apparatuur en blikjes bier wezen toch op een welbestede buitendag. Teruggekeerd bij onze auto bleek deze geheel opgeladen te zijn, waarna we ons richting Maastricht begaven.
Na nogmaals een wandeling, ditmaal door het centrum van het immer gezellige Maastricht, vonden we ons terug in een klein etablissement, in de nabijheid van het Vrijthof. De luidruchtige en schalkse Limburgse die onze bestellingen met de nodige zwier op onze tafel deponeerde, werkte bepaald sfeerverhogend en bevestigde de spontane Limburgse inborst. Een betere afsluiting hadden we ons, na deze vermoeiende dag, niet kunnen wensen!
De avond was al ver heen toen we de parkeergarage Mosae Forum aan de Maasboulevard uitreden om de terugreis te aanvaarden. Jammer was dat onze heenroute over de A73 was afgesloten, zodat we via Eindhoven moesten omrijden. Dat hield in dat we een extra tankbeurt moesten inplannen. Zo kon het gebeuren dat we tegen middernacht kwh’s stonden in te laden ter hoogte van het Brabantse Sint-Oedenrode. Zo kom je nog eens ergens! Tegen 01.30 uur ’s nachts arriveerden we in Kampen, na een heel lange, want 18 uur, en intensieve excursiedag. Maar zeer geslaagd!
Tekst en foto’s: Cor Nagelmaeker