Vogelexcursie Bargerveen 26 juni 2011

Het Bargerveen is een natuurgebied, dat van oudsher een aantrekkingskracht op vogelend Nederland uitoefent. Het gebied kenmerkt zich door een afwisselend landschap. Heidevelden, hoogveenplassen, ontstaan door de turfwinning, moerassen en bossen zorgen voor diverse biotopen met de daarbij behorende vogelpopulatie. Voor enkele soorten, in het bijzonder de grauwe klauwier en de geoorde fuut is het gebied van levensbelang voor de Nederlandse populatie, maar ook een aantal andere soorten die elders vrij schaars zijn komen hier meer voor en de kans ze in de kijker te krijgen is dus reëel.

Het gezelschap bestond dit keer uit 12 personen, waaronder een drietal “nieuwelingen”. Het weer was redelijk en de verwachtingen hoog. Nadat we met elkaar (hernieuwd) kennis hadden gemaakt konden we vertrekken. Toen stonden de eerste soorten al op de daglijst: merel, kokmeeuw, zwarte kraai en tjiftjaf. Om kwart voor negen bereikten we het Bargerveen en dat was voor enkelen de gelegenheid om de thermoskan met koffie aan te spreken. Op dat moment liet de kwartel zich op korte afstand horen en ook de eerste zangertjes werden genoteerd.

Het eerst deel van de wandeling gaat door een hoogveenmoeras: rietgors en grasmus waren volop aanwezig. Meer aandacht kreeg het mannetje van de blauwborst die zich dichtbij liet zien en horen.

Ondertussen hadden de plantenkenners onder ons al de rondbladige zonnedauw ontdekt en even verderop een weitje met gevlekte rietorchis, welriekende nachtorchis en vingerhoedskruid. Na het moerasgebied volgen wij het pad langs een vrij grote schapenweide aan de ene kant en een moerasbos aan de andere zijde. Al spoedig wordt de eerste klauwier opgespoord: een paartje is druk bezig met de jacht. Waarschijnlijk bevindt zich een nest met jongen in de buurt. Op de draadafzetting van de weide is de roodborsttapuit en gekraagde roodstaart altijd aanwezig. Ook de grauwe vliegenvanger is druk aan het foerageren en een wielewaal laat zijn welluidende zang even vanuit het bos horen. Tussen de schapen foerageert een viertal grote lijsters en de boompiepers zijn alom te horen.

Om alle indrukken te verwerken werd er een koffie- en broodpauze ingelast. De lijst werd bijgewerkt en tijdens het oponthoud aangevuld met veldleeuwerik, koekoek en geelgors. De lucht begon een beetje dreigend karakter te krijgen; er vielen een paar druppels maar de bui zette niet door. Gelukkig maar want het gebied dat gingen verkennen is een uitgestrekt plassengebied met geen mogelijkheid om te schuilen, zelfs geen dikke boom. Het is een gebied waar een grote kokmeeuwenkolonie bezit van heeft genomen. Op het pad vinden we veel gepredeerde eieren. Veel vogels zijn druk in de weer de jongen groot te brengen maar een flink aantal zit nog te broeden. Dit is het gebied waar een vogel leeft die het Bargerveen ook beroemd heeft gemaakt: de geoorde fuut. Deze soort broedt vooral in de meeuwenkolonie en maakt op die manier gebruik van de bescherming die de meeuwen bieden. Hoewel dit keer niet veel vogels gezien werden konden we wel van enkele paartjes genieten.

De zon liet zich hier zo af en toe zien en dan werd het aangenaam wandelweer. Libellen waren in grote aantallen aanwezig en dat was de omstandigheid om nog een Bargerveen-soort  bij uitstek te spotten: de boomvalk. Ook die kregen wij te zien, één keer zelfs op korte afstand.

Het laatste stuk naar de parkeerplaats gaat door het moerasbos dat we in het begin voorbij gelopen zijn. Het is een wonderlijke bossage met alle bekende loofzangertjes en mezen. Maar ook een paddestoelenbos. Op de geur (stank) afgaande vinden we o.a. de grote stinkzwam. Bij een verlaten boerderijtje in dit bosje is een grauwe vliegenvanger druk doende zijn jongen te voeren. Het nest waar de eieren uitgebroed zijn wordt bekeken. En om de tocht helemaal af te sluiten zoals het hoort laat aan   de rand van het bos nog een paartje van de grauwe klauwier zich zien. Dat niet alleen. Ook een paar wielewaal-mannen is druk aan het foerageren boven de heide.

We zijn bijna bij de parkeerplaats. Daar is een aantal jaren een grote plas aangelegd waar nu veel ganzen op rusten. Boven het water zijn veel gierzwaluwen, en boeren-, oever- en huiszwaluwen aan het foerageren.

We zijn weer bij de auto’s. De laatste koffie wordt opgedronken, het laatste sneetje brood verorberd. Er wordt nog even nagepraat. Het weer heeft zich prima gehouden. Praktisch geen druppel regen gevallen. En, ook belangrijk: alle soorten die het Bargerveen tot zo’n mooi vogelgebied maken staan genoteerd; 77 kruisjes staan er op de daglijst. Een goede reden om nog eens terug te komen

Anton Wielink

Nachtegalenexcursie van de vogelwerkgroep op 13 mei 2011

In het midden van de vorige eeuw gingen de inwoners van Kampen op voorjaarsavonden naar de tuin van de Buitenwacht om naar de mooie zang van de nachtegaal te luisteren, zoals mijn vader mij vertelde. Het moet dus wel mooi zijn dacht ik als kleine jongen. In de Buitenwachttuin zullen we in 2011 vast geen nachtegaal meer horen. Maar langs het fietspad langs het Drontermeer tussen Roggebotsluis en Elburg kunnen we gelukkig nog gemakkelijk van de zang genieten.

Op 13 mei j.l gingen we met 10 deelnemers op de fiets in deze richting. Op de heenreis waren we blijkbaar nog wat vroeg, de nachtegalen zongen wel maar het was nog wat aarzelend. De andere zangvogels overstemden de zang. Maar dat was niet erg want nu konden we volop genieten van de zang van de koekoek, tuinfluiter, zwartkop, braamsluiper, vink. We zagen ook tientallen knobbelzwanen op het meer. Vooral het zien van de koekoek was best bijzonder, meestal hoor je deze vogel alleen. Van tijd tot tijd hoorden we van de koekoek ook het geluid dat herinnerd aan het hinniken van een paard.. Veel deelnemers kenden dit geluid niet.

Op ons verste punt ter hoogte van het Abberteiland hoorden we de grote karekiet en de snor zingen. De grote karekiet is inmiddels in Nederland zeldzaam geworden en de randmeren, het ketel en zwarte meer zijn de laatste bolwerken.

Op de terugreis was het inmiddels wat stiller geworden met autoverkeer en ook de meeste vogels hielden zich nu stil. Nu kwam de zang van de nachtegalen pas volop tot zijn recht en konden we van vlakbij genieten van de bijzondere zang:, luid, afwisselend vol galmende en smakkende tonen zoals het in de vogelboeken wordt beschreven.  Misschien is het niet de mooiste zang van onze vogels maar zeker wel het meest bijzondere van deze eigenlijk wel wat saai uitziende vogel.

Bij de verkiezing van de mooiste vogelzang door het programma ‘Vroege Vogels”eindigde de nachtegaal in 2010 op de tweede plaats na de merel maar voor de zanglijster, roodborst, winterkoning, tuinfluiter en bosuil.

2010   Naam Aantal stemmen
1.   Merel 4190  
2.   Nachtegaal 3331  
3.   Zanglijster 2548  
4.   Roodborst 2545  
5.   Winterkoning 2539  
6.   Tuinfluiter 2339  
7.   Bosuil 2108  
8.   Veldleeuwerik 2089  
9.   Koolmees 1918  
10.   Putter 1769  
11.   Grote lijster 1697  

 

Bij terugkomst in Kampen, het was inmiddels al 22:00 uur geworden, konden we terugzien op een bijzondere natuurervaring.

Verslag: Henk de Vos

Foto’s: internet

Vogelexcursie Arkenheem-Veluwemeer 16 april 2011

Om een goed beeld te krijgen hoe een perfect weidevogelgebied er uit ziet, bracht de vogelwerkgroep op 16 april een bezoek aan de polder Arkenheem tussen Nijkerk en het Nuldernauw. Deze polder wordt speciaal beheerd om er een goede weidevogelbroedplaats te creëren.

Terwijl in de Mastenbroekerpolder en de weidegebieden westelijk van Kampen dit broedseizoen door de grote droogte niet goed dreigt te verlopen, speciaal de grutto’s zijn niet eens begonnen met broeden, zagen we hier overal baltsende en alarmerende grutto’s, tureluurs en kieviten. De waterstand is zo hoog dat het voedselzoeken hier geen probleem is.

De polder Arkemheen is één van de oudste polders van Nederland, hij is gelegen nabij Nijkerk. De polder ontstond nadat op 28 maart 1356 Hertog Reinoud III van Gelre het recht verleende om het gebied te bedijken. De polder is vooral bijzonder omdat er nooit een ruilverkaveling is geweest. De oorspronkelijke verkavelingstructuur is nog aanwezig met de bochtige sloten die ontstaan zijn als slenken van de getijdestromen van de Zuiderzee. Aan de landzijde van de voormalige zeedijken liggen kolken en rietmoerassen, ontstaan door dijkdoorbraken. De laatste dijkdoorbraak was in 1916.

In de polder zijn bijzondere vogels te zien, bijvoorbeeld de roerdomp en de grote zilverreiger.

De polder Arkemheen is onderdeel van het Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland. Onder de naam Arkemheen is een beschermd Natura 2000-gebied aangewezen. Aan de rand van de polder ligt een stoomgemaal.

Al direct bij aankomst van de groep zagen we dat veel vogelaars waaronder ook buitenlandse hier weidevogels komen observeren. Her en der stonden telescopen opgesteld en niet voor niets want de grutto’s zijn overal te zien, zittend op weidepalen en luid roepend boven de weilanden, een prachtig beeld dat herinneringen oproept aan de momenten van enkele tientallen jaren geleden.

Nabij het Stoomgemaal konden we zowel de polder als het Nuldernauw, met diverse eendensoorten, overzien, met daarlangs een rietkraag met rietzanger, gele kwikstaart en rietgors.

Strandgaperbeek

Vervolgens gingen we verder onder leiding van Oscar de Pauw richting Harderwijk om een recent ontwikkeld natuurgebied in Flevoland te bezoeken nl. de Standgaperbeek.Sinds 2010 ligt hier aan de monding van de gegraven beek aan de rand van de Kievitslanden een plas. Vooral een eiland hierin trekt veel vogels aan om er te broeden.We zagen visdiefjes, kluten, bontbekplevieren maar ook zwarte ruiter, groenpootruiter en grote zilverreiger. Verder was in het riet de sprinkhaanzanger en blauwborst te horen. Een mooi voorbeeld hoe snel de vogels een nieuw ontwikkeld gebied weten te vinden.

Veluwemeer nabij Elburg

Bij het Veluwemeer vlakbij de brug naar Elburg hadden we een goed overzicht over het brede gedeelte van dit randmeer.

Aan de overkant konden we met behulp van de telescopen de groep in het water staande flamingo’s (30) bekijken. Deze groep bestaat uit Chileense flamingo’s, kleine flamingo’s en Europese flamingo’s.

Het zijn grotendeels nakomelingen van ontsnapte vogels die zich al jaren voortplanten in het Zwilbrocker Venn juist over de grens bij Groenlo. Tot de vaste punten op hun omzwervingen behoort het Veluwemeer bij Elburg. Een bijzonder gezicht. Ik zag hier meer flamingo’s bij elkaar dan tijdens mijn recente vakantie in de Algarve in Portugal, een streek waar je deze vogels meer verwacht.

Ook konden  we hier groepen dwergmeeuwen zien. Deze mooie kleine meeuw  met zwarte ondervleugels vist net als een stern en komt maar enkele weken per jaar hier voor. Het is de moeite van het leren kennen van deze soort echt waard.

Aan het eind van de ochtend gingen we weer op terugtocht naar Kampen. Al met al een geslaagde excursie die ons 55 vogelsoorten te zien gaf.

Verslag: Henk de Vos

Foto’s: internet

Verslag bosuilenexcursie (25-2-2011)

Die uilen moeten gek opgekeken hebben van de grote groep mensen  die op vrijdagavond 25 februari gewapend met (helaas veel) zaklantaarns neerstreek op de parkeerplaats bij het voormalig landgoed Daendels, een mooi stukje bos in de omgeving van Heerde.

Er was toestemming van de boswachter om in het donker het gebied te betreden. Onder begeleiding van Henk de Vos begonnen wij deze heerlijke pre-voorjaarsavond aan onze luistertocht. Henk bootste het geluid van de vogel na op een fluitje in de hoop dat een bosuil zou antwoorden. Na lange tijd onze oren gespitst te hebben, hoorden we heel ver weg, richting Hattem de bijzondere roep van 2 verschillende vogels, leek het wel. Even later nog een keer, maar daar bleef het helaas bij, dat wil zeggen ….

Toen de meeste auto’s al weer weggereden waren en wij nog even achterbleven op de parkeerplaats klonk daar plotseling, schuin boven onze hoofden toch nog hét geluid!

Het klonk als “lekker puh”.

Met dank aan Reini en Hans voor het meerijden,

Heleen