Plantenwerkgroep, verslag excursie Westerveldse Bos 27-06-2020
Deelnemers: Henk Snel, Bert Siebrand, Niels Jeurink, Ellen van Knippenberg
We spreken voor deze dag af in De Vreugdehoeve bij de Vreugderijkerwaard. Daar starten we traditiegetrouw met koffie en gebak om vervolgens op de fiets richting het Westerveldse Bos te gaan.
De weersvoorspelling geeft regenbuitjes in de middag aan, dus stop ik nog snel voor vertrek een regenpak in mijn fietstas.
Het Westerveldse Bos is een voormalige vuilnisbelt ten noorden van Zwolle. De “berg” staat oorspronkelijk op riet- en hooilanden. Hierop stortte men vanaf ca. 1930 het huishoudelijk afval van Zwolle en omstreken, om dit in 1990 te bedekken met een laag vruchtbare grond, waarna het bos is aangeplant.
We parkeren onze fietsen aan de zuidwest kant in het bos tussen Zwarte Water en de Holtenbroekerdijk en wandelen in noordelijke richting het bos in.
We zien deze dag een grote variatie aan struiken en bomen: gewone en noordse esdoorn, hazelaar, Hollandse linde, zoete kers, zomereik, vlier, spaanse aak, canadapopulier, ratelpopulier, es, robinia, sleedoorn, haagbeuk, rode kornoelje, schietwilg, katwilg, grauwe wilg, laurierwilg, geoorde wilg, kruipwilg, boswilg, zwarte els, wilde kardinaalsmuts, gelderse roos, eenstijlige meidoorn, ruwe berk, vogelkers, tamme kastanje en wilde lijsterbes
Rond kwart over 11 komt de beloofde regenbui en proberen we zo goed en kwaad als het kan te schuilen onder de bomen, want het regenpak is in de fietstas achtergebleven !!!!. Dit laatste blijkt ook later op de dag een grote na(t)latigheid.
Als de bui voorbij is en het zonnetje weer schijnt lopen we langs de oever van het Zwarte water richting de Noorderkolk. Blij met het zonnetje zingen de zanglijster en de zwartkop weer hun lied. Onderweg komen we o.a. veldlathyrus, ruige zegge, echte valeriaan, wilde bertram en moerasspirea tegen.
Bij de haven met talrijke vissersbootjes tussen de betonnen staanders vinden we een grote moerasmelkdistel, pijlkruid en een prachtige moerasvaren tussen de stenen rand van de haven.
We lopen nog even om de haven heen waar o.a. moeraskruiskruid, kalmoes en stijve zegge staat. Hier nuttigen we onze boterhammen zittend op bank en asfalt, afstand houdend van elkaar i.v.m. de corona-regels.
Na de lunch lopen we naar de Langenholterdijk. Links van de dijk in de uiterwaarden van de Noorderkolk vinden we glad walstro, knoopkruid, gewone margriet, korenbloem en goudhaver. Het uitzicht over de Noorderkolk is schitterend.
Aan de rechterkant van de dijk ligt de oever van de Westerveldse Aa, welke via een sluis uitmondt in de Noorderkolk. Hier doen twee jongemannen een poging om met hun brede kano naar de andere kant te komen. Dat wordt erg lastig. Uiteindelijk lopen ze met de kano door het weiland naar de dijk. Gelukkig heeft Henk verstand van draden die onder stroom staan en helpt de jongens zonder stroomstoten over de bedrading heen.
We lopen een stuk over de dijk tot aan de eerste boerderij rechts en keren dan weer om. Het zonnetje en de wind drogen onze kleren. Langs de dijk soorten als akkerhoornbloem, akkerwinde, sint Janskruid, veldzuring, echte kamille en grote klaproos.
We lopen weer door het bos met weinig nieuwe soorten en dan komt de regen plots met bakken uit de hemel zetten. Heerlijk voor de bomen en planten. Schuilen heeft geen enkel effect, maar natter dan nat kun je toch niet worden. We steken ondanks de regen nog even de Kolksteeg over met op het hoekje een heuse (maar vast verwilderde) wilde appel. In de sloot veel kikkerbeet, egelboterbloem en grote egelskop.
Weer bij de fietsen (en regenpakken) aangekomen besluiten we onze wandeling ondanks de aanhoudende regen toch voort te zetten. We steken getooid in regenpak , wat erg klef aanvoelt over natte kleding, een bruggetje over waar zwanenbloem, kale jonker, watergentiaan en glanzig fonteinkruid groeien. In het bos een prachtige trosvlier met zijn rode bessen. We lopen door het bos richting parkeerplaats, met in de buurt holpijp, brede wespenorchis en moeraswederik. Langs weilanden met slootjes vinden we allerlei fraaie planten o.a. pijptorkruid, rietorchis en fijne waterranonkel.
Dan lopen we het bos uit en komen op een open plek, aan de rand van het Westerveldse Bos. Daar vinden we zoveel moois dat de zon automatisch gaat schijnen. De plek is door mensenhanden gecreëerd maar dat mag de pret niet drukken. De vruchtbare kleigrond is afgegraven waardoor de bodem schraal is geworden en er staat o.a. parnasssia, fraai duizendguldenkruid, grote ratelaar, ronde zonnedauw, geelgroene zegge, blauwe zegge, stijve ogentroost, bevertjes, blauwe knoop, waterviolier, moeraskartelblad, veldrus en veel gevlekte orchissen en zeldzame soorten zoals koningsvaren, vetblad, blonde zegge, armbloemige waterbies en prachtig in bloei staand teer guichelheil.
Elke voorzichtige stap brengt iets nieuws. Later vind ik op de website van de KNNV Zwolle een interessant artikel over dit prachtige stukje natuur in het Zwols Natuur Tijdschrift nummer 1 uit 2016, geschreven door Piet Bremer. Het stukje nieuwe natuur wordt het Parnassia-landje genoemd. Het artikel vertelt de geschiedenis van dit bijzondere stukje natuurontwikkeling.
Na zoveel pracht huppelen we weer richting dijk en fietsen. In totaal zijn er 253 soorten genoteerd. Met een voldaan gevoel over een regenachtige, maar bijzondere dag, schuiven we in de Vreugderijker Hoeve aan tafel voor een gezellige afsluiter van de dag.
Verslag: Ellen van Knippenberg
Foto’s: Niels Jeurink
Artikel Zwols Natuur Tijdschrift: https://www.knnv.nl/sites/www.knnv.nl/files/users/Zwolle/ZNT_archief/ZNT%202016%201%20voor%20website.pdf