Plantenwerkgroep, excursie Springendal Twente 28-5-2016

Het dal van de Mosbeek: excursie naar een bijzonder en plantenrijk gebied

Collage

Op 28 mei vertrokken we om 8.00 uur met 6 man/vrouw naar Twente voor een excursie naar het dal van de Mosbeek in Twente. Voor planten een behoorlijk uniek gebied in Nederland en landschappelijk ook nog eens heel mooi.

We parkeerden de auto’s bij de Watermolen van Bels. Daar is een nieuw bezoekerscentrum met de toepasselijke naam IJs en Es: het dal van de Mosbeek en het daarnaast gelegen Springendal zijn ontstaan in de ijstijd als stuwwal, waar de Mosbeek zich een weg in heeft uit gesleten.

De Mosbeek wordt gevoed uit water (sprengen) die uit aardlagen opwellen. Daardoor is een afwisselend landschap ontstaan met veel reliëf, wat in de verte wel wat van Limburg heeft. Op korte afstand kwamen we heel  verschillende landschapstypen en heel verschillen plantengemeenschappen tegen. Nat bronbos, natte schraalgraslanden, maar ook (hoge en droge) heide, beukenbos en akkerlandjes.

In de poëtische woorden van het bezoekerscentrum:

“Hier op slechts enkele kilometers van Ootmarsum en Tubbergen borrelt in alle stilte water uit de bodem. In kleine hoeveelheden, maar gestaag. Het voedt de natuur en een reeks van gedachten. Ze maken stil, want dit is de bron. Dit is Twente.”

Op die stilte moesten we trouwens wel even wachten, want het terras van de molen werd met een bladblazer grondig schoon geblazen.

Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 1 ingang watermolen Bels Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-2815 koffie niet verkeerd Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 2 kaart Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 3 Meikever Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 5 Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 8 Eekhoorngras

De informatiepanelen boden ons nog meer wetenswaardigheden en adviezen. Alleen Ellen was voorzien van ‘Wellington’s’ (hoewel geen echte) zoals het advies in het Engels was, maar ook zonder laarzen konden we dit keer goed terecht.

Direct bij de molen zagen we aan een plasje (spaarbekken voor de watermolen) onze eerste bijzonder waarneming: Eekhoorngras, familie van het Langbaardgras. Eerst als enige tussen Bosbies, Ruw beemdgras en Gestreepte witbol, maar als snel bleek dat er op een droger stukje toch nog meer stond.

In de bosranden langs de velden o.a. Dolle Kervel: familie van het Fluitenkruid, maar met donkere stelen, tegen het aubergine aan, die door rijke beharing weer wat witter ogen. Bermzuring wordt vaak over het hoofd gezien: een kruising tussen Ridderzuring en Krulzuring, met als eigen kenmerk een behaarde middennerf aan de onderzijde van het blad. Die komt dus vast vaker voor dan uit de statistieken lijkt.

Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 11 Bosbies Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 13 Brede stekelvaren Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 16 Zachte ooievaarsbek Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 17 Grote muur Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 51 landschap Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 18 landschap

We stonden bij onze eerste Kale Jonkers wat langer stil, omdat de bladeren ook wel veel weg hadden van een Speerdistel, maar de kluwen aanstaande bloemhoofdjes gaf de doorslag.

Bij het spaarbekken van de watermolen van Frans (bezoekerscentrum, maar die dag gesloten) zagen we o.a. Kleine Varkenskers, naast Grote Varkenskers. Familie van de andere kersen, wat je kan ruiken aan de Kleine Varkenskers: de geur lijkt erg op die van Sterrenkers.

Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 20 bord molen van Frans Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 22 Molen van Frans Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 28 Spurrie Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 29 Molen van Frans Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 32 Molen van Frans Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 39 Dikkopjes Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 44 onderverhuur Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 43 Gelderse Roos

In een arm roggeveldje, waarvan we er verscheidene zagen, o.a. Slofhak, Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 34 Slofhakeen eenjarige grassoort van schrale akkergronden die door bemesting sterk in aantal is teruggelopen: het kleine broertje van Reukgras. Daar vonden we ook veel Kleine Leeuwenklauw, Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 35 Kleine leeuwenklauwdie we ook op meer gewone akkers zagen. Er werd een speciaal oud Roggeras geteeld: St Jans rogge, dat – uiteraard- plaatselijk werd verwerkt.

In sommige bosjes bij boerderijen ook veel (verwilderde) tuinplanten, zoals Reuzen Balsemien, Grote Veldbies, Grote Maagdenpalm, een geel-wit bloeiende Smeerwortel (Symphitum grandiflorum), en Kruisblad Euphorbia. In het bos nog een andere tuinplant: Franje kelk.

Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 54 landschap Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 55 op de knieën Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 56 Gevlekte orchis Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 60 vetblad foto Ellen Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 82 verboden op plantjes te trappen

En dan onze hoogtepunten: 2 (3) prachtige blauwgraslanden. We troffen het, want het vetblad stond in bloei. Eerst zagen we enkele exemplaren, maar dat werden er al snel heel veel: een mooie paarse gloed. In Nederland heel zeldzaam, maar verwant aan het Alpenvetblad wat je hoog in de Alpen tegen kan komen.  Ik herinner het mij van van die Alpenweitjes waar de sneeuw net is weggesmolten. Vetblad is een vleesetend plantje: de bladen zijn vettig en opvallen bleekgroen. Vliegjes die daar op gaan zitten zijn verloren.

Een citaat uit de Wilde Planten trilogie van Westhoff (1970-1973): ‘het aantal plaatsen waar vetblad voorkomt is in een halve eeuw tijds 95% geslonken.  Op de plaatsten waar ze nu nog voorkomt groeit ze vaak nog maar met enkele exemplaren. Toen Linnaes deze plant doopte was ze nog vulgaris en ook toen Heimans en Thijsse jong waren was het vetblad vooral in het oosten van ons land nog zo algemeen dat men haar overal tegenkwam en Twentse kinderen ze nog kleverige viooltjes noemden.’ Kleverige viooltjes is wel een toepasselijke naam.  Ik zoek hem even op in de Heukels van mijn oma (3e druk 1907) en inderdaad: Pinguicula vulgaris, vetblad, op moerassige veengrond en in de duinen. Vrij algemeen.

Een andere opvallende schoonheid die nog niet in bloei stond is Beenbreek. Eigenlijk moeten we over een maand terug voor een weide die dan volledig geel is van de Beenbreek. Andere soorten die we hier vonden waren Heide kartelblad, een half parasiet. Dat kon je zien op een plek waar het veel stond en andere planten veel kleiner bleven. Verder Zenegroen, Kleine Zonnedauw, Parnassia, Rietorchis, Dwergzegge, Bronkruid, Gulden (?) Sleutelbloem, Brede Orchis, Spaanse Ruiter, Gevlekte Orchis, Blauwe Knoop, Vlozegge en nog veel meer.

Een andere bijzonderheid was een bronbosje en van nature voedselrijk moerasbosje. Elzenbroekbos met meerstammige Elzen en een ondergroei van Bittere veldkers, mooi wit bloeiend, Bitterzoet, Holpijp en Dotterbloemen (ook al uitgebloeid, maar in deze bossige omgeving met enorme bladeren.)

Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 66 Tellima grandiflorum Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 67 Bittere veldkers

Al die aandacht voor herstel en behoud van de natuur levert prachtige en interessante landschappen op en is ook goed voor de recreatie, maar sommige boeren werd/wordt het toch wat te benauwd: één had op zijn erf het bordje: ‘Bedreigde boer’ geplaatst. Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 70 kwetsbare boer

Terug naar de auto volgden we de Duitse grens, die we ook zo af en toe overstaken. Een echt grensoverschrijdend natuurgebied is het niet. We volgende o.a. een enorme maisvlakte, langs plekken waar naar gas werd geboord, voor we via smokkelpaadjes weer op vertrouwd gebied kwamen.

Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 71 grassen Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 73 landschap Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 77 wikke en viooltjes Twente, het Dal van de Mosbeek, 2016-5-28 80 terug de molen van Bels

In totaal hebben we 248 verschillende soorten gezien, in vier verschillende kilometerhokken. In hok 254-496, het hok met daarin de molenvijver van de beide molens Frans en Bels, vonden we de meeste soorten: 187. Deze waarnemingen komen in de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). De gegevens worden o.a. gebruikt voor het maken van verspreidingskaartjes, trendonderzoek enz. Verspreidingskaartjes kan je vinden op www.verspreidingsatlas.nl. Daar vind je van veel soorten ook een korte beschrijving en foto’s.

Tekst: Toos Lodder

Foto’s: Heleen Strikkers

 

 

Plantenwerkgroep, excursie Kampereiland, woensdagavond 25 mei 2016

oude kaart

Van het Kampereiland hebben we nog niet zo heel veel gegevens verzameld. Terwijl er toch diverse bijzondere soorten te vinden zijn. Je vindt er allerlei soorten die kenmerkend zijn voor het rivierengebied maar ook de slootjes en de graslanden zijn de moeite van een bezoek waard.

Vanavond starten we bij het gemeenschapscentrum ‘Ons Erf’ en lopen in het te onderzoeken kilometervak de Heultjesweg op. Het is onbewolkt en het blijft daardoor langer licht.

de Heultjesweg

We beginnen direct met inventariseren, onder andere leden van de grassenfamilie (Poaceae).

De grassenfamilie (Gramineae of Poaceae, beide namen zijn toegestaan) is een van de soortenrijkste plantenfamilies van de bedektzadigen. De familie omvat ongeveer 8000 soorten. Leden van deze familie komen op alle werelddelen voor. Ook granen, zoals tarwe en rijst, zijn vertegenwoordigers van de grassenfamilie (Wikipedia).

Wij noteren deze avond de volgende soorten:

Goudhaver (Trisetum flavescens)

Gewone glanshaver, voorheen Frans raaigras (Arrhenatherum elatius)

Grote vossenstaart (Alopecurus pratensis) pratensis = betreffende de weide

Ruw beemdgras (Poa trivialis)

Liesgras (Glyceria maxima)

Engels raaigras (Lolium perenne)

Reukgras (Anthoxanthum odoratum)

Zachte dravik (Bromus hordeaceus)

Riet (Phragmites australis)

en heel bijzonder:

Trilgras (Briza media) of bevertjes. De botanische naam is afgeleid uit het Grieks: briso betekent slaperig. Dit verwijst naar de slappe en afhangende stengels, die op die manier lijken te slapen. Naar deze soort hebben we in deze omgeving al eerder gezocht en gevonden. Dit is een nieuwe plek!

We zijn in internationaal gezelschap want na het Franse en het Engelse gras ontmoeten we ook nog wat russen. Deze planten worden vaak voor een grassoort aangezien, maar zijn dat niet. We noteren Zilte rus (Juncus gerardii) of Platte rus (Juncus compressus) – zoeken we op -, lid van de russenfamilie (Juncaceae).

En nu denkt u natuurlijk: ‘Dan zal de Lidrus daar ook wel familie van zijn’, maar nee, de Lidrus (Equisetum palustre) is dan weer lid van de paardenstaartenfamilie (Equisetaceae) en heeft geen gelijkenis met gras.

Een plantensoort die ook nogal eens onterecht gras wordt genoemd is Zegge. Zegge is een geslacht van zowel bladverliezende als groenblijvende kruidachtige planten, behorend tot de cypergrassenfamilie. De circa tweeduizend soorten komen wereldwijd voor, maar voornamelijk in gematigde en koude streken met voorkeur voor vochtige grond. Ze dragen allemaal de naam Carex.

We vinden deze avond de volgende leden van deze familie.

Pluimzegge (Carex paniculata)

Scherpe zegge (Carex acuta)

Zeegroene zegge (Carex flacca)!

Tweerijige zegge (Carex disticha)

Valse voszegge (Carex otrubae)

Zilte zegge (Carex distans)

Verder noteren we ‘gewone’ planten, zoals Smeerwortel, Fluitekruid, Valeriaan, Speerdistel, Zilverschoon, Vijfvingerkruid, Rode klaver, Smalle weegbree, Scherpe boterbloem en Heermoes. We oefenen weer even: bij heermoes is het eerste lid van de zijtak langer dan de schede, bij Lidrus andersom.

rode klaver, scherpe boterbloem

Margriet, Hoornbloem (5 stijlen), muur (3 stijlen), Penningkruid, Harig wilgenroosje, Kluwen hoornbloem, Grote wederik, Veldzuring, Krulzuring, Kleefkruid (grmbl), Vogelwikke, Duizendblad, Witte klaver, Veldlathyrus, Morgenster, Knoopkruid, Vroegeling, Hopklaver, Brunel, Veenwortel.

Een aantal soorten is vernoemd: Paardenbloem, Kraailook, Leeuwentand, Biggenkruid, Berenklauw, Slipbladige ooievaarsbek (Geranium dissectrum), Hondsdraf. Het spreekt tot de verbeelding. Gelukkig komen we niet alle naamgevers tegen op dit eiland.

052

In de sloot(wal): Tenger fonteinkruid, Waterzuring, Kleine watereppe, Waterkruiskruid, Waterkers, Veel wortelig kroos (onderzijde rood), Waterbies, Gekroesd fonteinkruid. Bijzondere soorten Grote watereppe!, Stijve waterranonkel!

Om beter te kunnen determineren laat Rutger zich hiervoor zelfs de sloot in glijden! Gelukkig blijken de laarzen hoog genoeg.

Rutger in de sloot 2

In het struweel langs de sloot: Hop, Spaanse aak, Meidoorn, Hondsroos, Witte abeel, Berk.

Net voor het donker wordt verlaten we het eiland en vertrekken richting Kampen. Het was weer een mooie avond!

Tekst en foto’s: Heleen Strikkers

fluitenkruid

 

Plantenwerkgroep, plantenexcursie Scherenwelle 27 april 2016

Scherenwelle 2016-05, foto Gonny Sleurink

In de stad Kampen is het een drukte van belang: Koningsdag. De rust in de uiterwaarden van de IJssel bij Wilsum valt extra op.

We gaan met ’n klein groepje van 7 man/vrouw een rondje wandelen door natuurgebied Scherenwelle en met name de bijzondere Kievitsbloemen vereren met ’n bezoek.

De wandeling start bij een van de oude rivierarmen van de IJssel. In het kader van het project “Ruimte voor de rivier” zal de buitenste geul in de zomer weer in verbinding worden gebracht met de IJssel. Altijd weer spannend wat deze verandering aan nieuwe natuurwaarde zal brengen.

We kuieren over het zandpad van karresporen (voor de sfeer) , begeleidt door veel variatie in vogelgeluiden van o.a. Snor, Grauwe gans, Fitis en Winterkoning. De Kwartelkoning horen we helaas niet op deze Koningsdag.

Om ons heen is alles frisgroen met decoratieve elementen, zoals een prachtige dot Dotterbloemen langs de slootkant, een mooie oude meetlat van Waterschap IJsseldelta in blauw emaille, oude stoere knotwilg en een opvallende groep witte Kievitsbloemen tussen al de paarse.

In het weiland staat Vossenstaart, Pinksterbloem en Kievitsbloem liefdevol bij elkaar. Maar schijn bedriegt. De Kievitsbloem is een zeer gevoelige plant. Mocht het waterpeil dalen en de grond meer opwarmen, dan wordt het gras opdringerig dominant, ten koste van de Kievitsbloem. Het is afwachten of het uitdiepen van het zomerbed van de IJssel nog gevolgen heeft voor de Kievitsbloem.

We blijven keurig op het pad, zoals beloofd aan Staatsbosbeheer. Bij het groepje witte Kievitsbloemen ligt het gras plat. Iemand heeft de verleiding dus niet kunnen weerstaan om in buikligging foto’s te maken. Het is ook zo’n prachtige en aparte bloem. We bewonderen op gepaste afstand.

Bij de oever van de IJssel leidt een klein paadje naar een grote zitsteen, waar je met – je voeten in het water – kunt wegdromen en genieten van het voorbij stromende water. Leuk idee van Staatsbosbeheer.

Scherenwelle 2016 3, foto Gony Sleurink

We lopen, evenwijdig aan de rivier, richting Wilsum met rechts van ons veel, zowel vrouwelijke als mannelijke, wilgen. De wilgen zijn 2-huizig, dus niet gezellig met zijn tweetjes aan ’n boom. Vandaar de namen Bittere Wilg, Grauwe Wilg en Treurwilg ?

Als eerste een Kraakwilg (twijgen breken makkelijk af), waarop bijen druk in de weer zijn met het verzamelen van nectar en stuifmeel. Aebe kan ons vertellen dat het stuifmeel voedsel voor de bijenkoningin is. Verderop een Amandelwilg en Bittere wilg, waarvan de katjes een beetje paarsachtig van kleur zijn. De katjes van de meeste andere wilgen zijn wit, geel of groen. Ook is de onderkant van het blad van de Bittere Wilg blauwgroenig.

Reeds omstreeks 2000 voor Christus gebruikten de Assyriërs wilgenbladeren voor de behandeling van pijnlijke gewrichten. Geschriften van rond 1550 voor Christus tonen aan dat ook de oude Egyptenaren een brouwsel van wilgenbladeren gebruikten tegen pijn en ontstekingen.  Dit brouwsel heeft echter een gering pijnstillend effect, smaakt bijzonder bitter en ligt slecht op de maag. De werkzame stof in het extract is salicine. Dit is de start van de ontdekking van acetylsalicylzuur, beter bekend onder de merknaam Aspirine. (bron Wikipedia) Tegen verkoudheid en koorts wordt er nog wel thee gemaakt van wilgenbast.

Een ijsvogel flitst voorbij en horen wij daar nu een nachtegaal zingen? Of houdt een imitator ons voor de gek. Je wordt door de natuur wel vaker voor de gek gehouden. De weersvoorspellingen waren zeer slecht, maar de winterjas kan uit. Wat een prachtige warme lentedag.

Aan de rand van het wilgenbosje vinden we Rivierkruiskruid. Een plant die niet vaak voorkomt, maar als die er staat is het met vele. We missen dit keer de Kleine pimpernel, die voorgaande jaren groeide op een kleine zandrug in het grasland. Is ze vertrokken of kijken we niet goed?

We lopen door naar het strandje aan de IJssel. Daar vinden we algemeen voorkomende soorten als  Kluwenhoornbloem/Paardenbloem/Veldkers/Gewone hoornbloem /Herderstasje/Fluitenkruid/ Madelief/Smalle weegbree en Gewone steenraket. De laatste heeft geen ideaal plekje uitgekozen op deze zanderige grond, maar ja, het blijven wilde planten, die doen waar ze zin in hebben. Door het koude weer is ze erg klein gebleven. We geven haar even de volle aandacht, wellicht helpt het.

Scherenwelle 2016-01, foto Gonny Sleurink

(Later in het dorp vinden we een Zandraket op een stenen ondergrond (woningruil zou ik zeggen)

Bij het oude voetveer heeft men een prachtige klokkenstoel geplaatst. Aebe belt om het nieuwe plantenseizoen in te luiden. De voorbij zwemmende Fuut duikt meteen onder water.

In en bij de sloot richting dorp ontwaren we nog Gekroesd- en Tenger Fonteinkruid, Veenwortel, (welke drijvend op het water bloeit, maar staand op het land niet in bloei komt.) Oeverzegge, Waterkers en Paarse Dovenetel.

In het dorp staan we nog even stil bij een versteende tuin. Een teer en dapper plantje, de Vroegeling, staat er in bloei. Meer ruimte voor andere planten is er ook niet tussen al die stenen. Vooral in deze landelijke omgeving is het  jammer dat men kiest voor zoveel steen in de “tuin”.

In een stad is het zelfs af te raden om je hele tuin vol te leggen met tegels. Operatie Steenbreek Informeert inwoners over het belang van een groene in plaats van versteende tuin. Meer lezen : www.operatiesteenbreek.nl.

De wandeling is bijna ten einde . Wij genieten van het uitzicht, al wandelend over de dijk terug naar auto en fiets.

Niels wederom bedankt voor alle informatie en medewandelaars voor het aangename gezelschap. Tot een volgende excursie….!!

Tekst: Ellen van Knippenberg

Foto’s: Gonny Sleurink