Plantenwerkgroep, excursie Scherenwelle, 2e paasdag, maandag 21 april 2014

Paashazen tussen de kievitsbloemen

Op een wat regenachtige 2e paasmaandag, bezochten we met 10 man-vrouw Scherenwelle. De eerste plantenexcursie van het seizoen gaat traditioneel het ene jaar naar het Zalkerbos en het andere jaar naar Scherenwelle.  Beide zijn unieke natuurgebieden langs de IJssel in de buurt bij Kampen.

Bij de planning van de excursie hebben we geprobeerd de datum zo te kiezen dat de kievitsbloemen zouden bloeien. En dat is gelukt. Hoewel al zeker 2 weken in bloei, stonden ze er nog prachtig bij: veel paarse en een enkele witte.

Niels legde ons uit dat de kievitsbloem een soort is van regenrivieren en in Nederland alleen voorkomt in het Vechtdal en bij Gouda. En zoals vaak bij planten: waar hij voorkomt, komt hij dan weer massaal voor. Een rode lijst soort: zeldzaam maar plaatselijk algemeen. Deze plek aan de IJssel is wellicht een overblijfsel van een grotere populatie is een breder gebied rondom de Vecht.

Gletsjerrivieren overstromen vaak in het voorjaar, net de in de periode dat kievitsbloemen bloeien, zodat ze het daar niet doen. Daarom is deze groeiplaats aan de IJssel, een zijtak van de Rijn, dus een gletsjerrivier,  bijzonder. Verder moet de kievitsbloem er voor zorgen de grote vossenstaart voor te zijn: een goed groeiend gras van vergelijkbare omstandigheden. Als de vossenstaart vroeg is (of meer begunstigd wordt) gaat dat ten koste van de kievitsbloem.   

De bloei van de kievitsbloem wordt vooral bepaald door de daglengte en minder door de temperatuur. Daarom is de bloeiperiode vrij goed de voorspellen (half april; kan vast in de agenda voor volgend jaar!) Wie elders massaal kievitsbloemen wil zien schijnt in het Loiredal zijn hart te kunnen ophalen.  En ja: de kievitsbloemen uit het tuincentrum zijn cultivars die het wat minder nauw nemen met hun groeiomstandigheden.

Diverse ontwikkelingen rond de uiterwaarden van de grote rivieren zullen de komende jaren flinke invloed gaan krijgen op dit gebied (en op het Zalkerbos). Eén van de doelen is om op meer plaatsen kievitsbloemen te krijgen. Daarvoor zal een aantal weilanden wat worden afgegraven waardoor ze lager komen te liggen en dus natter worden.

Ook zullen bosjes, jonger dan ca. 20 jaar, die haaks op de rivierrichting staan worden gekapt. Dat riep bij sommigen van ons de vraag op hoe het er hier dan vroeger uit heeft gezien. Waren die bosjes er niet altijd al? Bijvoorbeeld om wilgentenen uit te snijden?

Ik heb er schilderijen van Jan Voerman eens op nageslagen. Veel van die IJsselgezichten van Voerman laten kalere uiterwaarden zien dan we nu hebben. Zie bijgaand Gezicht op de IJssel (ca. 1930) in het bezit van het Stedelijk Museum Zwolle.

 

Toen we verder liepen richting de IJssel, zagen we 2 hazen die elkaar achterna zaten al zigzaggend door de weilanden.

Onderweg kwamen we nog een aantal typische rivierplanten tegen zoals de (nog niet bloeiende) beemdooievaarsbek, de kleine pimpernel die net in bloei stond, samen met zachte haver, en rivierkruiskruid. En we vroegen ons af waar de naam pinksterbloem vandaan komt, die altijd met Pasen bloeit. Eén suggestie was dat de naam afkomstig is uit Engeland (pink: roze; maar in Engeland heet ie Cuckoo Flower en kondigt de komst van de koekoek aan). Op internet vond ik een paar andere verklaringen:

  • vernoemd door Linnaeus zelf. Die kwam uit het noorden en daar was Pinksteren wat later, dus bloeide de bloem bij hem als het Pinksteren was… maar ja, hield Linnaeus zich wel bezig met inheemse (Nederlandse namen)??
  • aankondiging dat de pinken de wei weer in mogen 
  • staat voor vroeg bloeiend en vroeg is dan rond Pasen/Pinksteren

En zoals hoort bij een plantenexcursie: hadden we een integrale natuurexcursie. Twee visdiefjes buitelden over de IJssel. Opmerkzaam gemaakt door het geluid, zagen we 3 regenwulpen.

De toonhoogte van het gesnor van de snor en sprinkhaanzanger is voor de fijnproevers, die we gelukkig in ons gezelschap hadden, zodat we wisten dat we een snor als een metalen staafje over een kammetje hoorden snorren.

Altijd mooi vind ik het zicht op Wilsum, als je vanuit de uiterwaarden naar het dorp loopt: het oude kerkje en de boerderijen die tegen de dijk aan gebouwd zijn.

Via de dijk liepen we terug naar de auto’s en fietsen.

Weliswaar een beetje nat, maar voldaan  over deze mooie excursie!

Waarnemingen

  • Kievitsbloem, knolboterbloem, scherpe boterbloem, kruipende boterbloem, kleine pimpernel, zachte haver, zachte dravik, beemd ooievaarsbek, rivier kruiskruid, kruisdistel, kluwen hoornbloem, akkerhoornbloem, tweerijige zegge, scherpe zegge, pinksterbloem, dotterbloem, moeraszuring, krulzuring, veldzuring, herik, hopklaver, reukgras, grote vossenstaart, kleine brandnetel, schietwilg, krakwilg, glad walstro, witte en paarse dovenetel, hondsdraf, smeerwortel, fluitenkruid
  • Regenwulpen, snor, visdiefjes, bruine kiekendief, braamsluiper, fitis, tjiftjaf, rietgors, boerenzwaluw, zwartkop, ooievaar
  • 2 hazen

Verslag: Toos Lodder

Foto’s: Gonny Sleurink en Heleen Strikkers

 

Opening otterpassage onder Frieseweg

Op 8 april 2014 opende wethouder Gerrit Jan Veldhoen een nieuwe otterpassage onder de Frieseweg op Het Kampereiland. Het past in het initiatief van Stadserven, SPLIJ en de gemeente Kampen om de walkanten en rietkragen van deze oude zijtak van de IJssel weer op te knappen. Het is in feite niet meer dan een loopplank in een duiker en speciale kleinwildrasters langs de weg, maar o zo belangrijk! Otters komen alweer een tijdje in onze gemeente voor. Enkele jaren geleden werden bijvoorbeeld sporen gevonden bij Ramspol en nog maar enkele weken geleden verdronk er helaas een otter in een muskusrattenval van Waterschap Groot Salland. Erg jammer en ook niet nodig.
Maar goed, deze dag was dus goed nieuws voor de otter. De kans op een ongetwijfeld dodelijke aanrijding met verkeer is hierdoor weer een beetje kleiner geworden. En dat is wel de belangrijkste doodsoorzaak van de Nederlandse otters.
KNNV Zwolle en Natuurvereniging IJsseldelta wil ruim baan voor de otters in onze gemeente. En dit mooie initiatief past daar naadloos in. Het verdient navolging op de andere nog bestaande otter-knelpunten in onze gemeente: de Roggebotsluis, de Ganzensluis, de Kamperzeedijk bij de Olde Machine en iets verder weg Oppen Swolle. Hopelijk komt ook daar een soortgelijke oplossing.

Overdracht zwaluwentil Kampen Onderdijks

Sinds zaterdagmorgen 29 maart 2014 is het Onderdijks een heuse ‘zwaluwentil’ rijker. Een constructie is dat die speciaal is gemaakt om het huiszwaluwen zo goed mogelijk naar de zin te maken. Compleet met een paar nestplekken. En dat is nodig ook, want het gaat slecht met de huiszwaluw. Onze voorzitter Hans Messelink lichtte het lot van de zwaluwen toe. De til is een geschenk van de vereniging aan de gemeente, die er een mooi plekje in het nieuwe wijkpark voor bedacht. En daar werd de huiszwaluwentil deze ochtend onthuld. In aanwezigheid van burgemeester Koelewijn, wethouder Ekker (de wethouder van slecht weer, aldus de burgemeester), een groot aantal kinderen van basisschool het Stroomdal (met gevouwen vogeltjes) en veel leden van de natuurvereniging. Mooi initiatief! En nu maar hopen dat het werkt. Binnenkort zijn de zwaluwen weer in Nederland terug en moeten we er maar eens een kijkje gaan nemen. Voor een filmpje en meer foto’s zie: http://youtu.be/wU6zKb6olJY  http://1drv.ms/1mTB6fG