Voorwoord
Ook in 2011 stelde het al sinds 2009 aanwezige koppel zeearenden ons weer voor raadsels. De verwachting was dat ze het nest op het vogeleiland in het Zwartemeer zouden gaan uitbouwen en daar een tweede broedpoging zouden doen. In januari 2011 wezen de waarnemingen daarop. Maar in februari 2011 waren ze nauwelijks meer op het eiland aanwezig.
Roggebotzand
Wel werden ze nu vaak gezien bij het Roggebotzand (op een afstand van ca. 15 km westelijk) ) en al snel werd duidelijk dat daar in een oud populierenbos een nest werd gebouwd. Op 3 maart sloot Staatsbosbeheer het perceel bos en de paden eromheen af.
De plek was namelijk tot dan toe vrij toegankelijk en hoewel het nest in een hoge populier zit zijn zeearenden toch erg gevoelig voor verstoring zeker in de nestbouwfase.
Slechts een poging
Toch was deze plotselinge late verandering van nestplaats een teken dat de vogels nog onervaren zijn en niet een vast broedterritorium hebben gekozen binnen hun uitgestrekte jachtgebied van zeker 34 km2.
Want net zoals op het Vogeleiland werd ook in 2011 in het Roggebotzand geen ei geproduceerd noch gebroed op het gebouwde nest. Waarom is niet duidelijk, zijn de vogels nog niet volwassen genoeg of is het prooiaanbod in het voorjaar niet voldoende ?
De vogels worden ook in de zomer en herfst nog bij het nest gezien.
Zeearend vliegend richting bos
Het paar: links ; vrouw, rechts; man
Door het aflezen van de ringen door Cor Fikkert wisten we dat het paar samengesteld is uit een vogel die op het nest geringd is in 2006 in Noord Duitsland en een andere vogel geboren in het jaar 2007. Het vrouwtje is dan dus 4 jaar oud en dat is nog steeds een subadulte vogel aangezien zeearende pas op hun 5 jaar volwassen zijn.
Wisseling van de wacht
Recente berichten geven aan dat er een wisseling van de wacht is opgetreden. Via de ringaflezing van Cor Fikkert lijkt de man nu steeds op te trekken met een 4-jarig vrouwtje afkomstig uit de Oostvaardersplassen.(2007)
Inventarisaties en waarnemingen winter 2010-2011
De maandelijkse inventarisaties op de eerste zaterdag in de wintermaanden van 2010-2011 zijn onder wisselende omstandigheden uitgevoerd. In december was het volop winter met een ijslaag op de randmeren. Begin januari was de vorstperiode voorbij maar lag er nog veel ijs. In februari en maart was het zacht weer. Tijdens de inventarisaties werden veelal 1 of 2 vogels gezien in het oostelijke Ketelmeer vooral vanaf de vogelkijktoren op het Rechterveld. In maart was een vogel tegen zonsondergang vliegend naar het nest in Roggebotzand te zien.
Naast de inventarisaties werden ook waarnemingen via internet doorgegeven door vele vogelaars zodat we een goed beeld kregen. Samen met het vaste koppel waren er regelmatig nog 1 of 2 juveniele subadulte vogels aanwezig. Op 24 januari zagen Anton Wielink en Bert Schuldink maar liefst 4 vogels tegelijk in het Vossemeer noord oost. Duidelijk is de concentratie van waarnemingen rondom het Vossemeer en oostelijk Ketelmeer. In de zomer was een van de vogels van het paar ook vaak vergezeld van een andere 3e of 4e jaars vogel.
Zeearenden in Nederland in 2011
Het opvallende van het toenemende aantal waarnemingen van zeearenden in de IJsseldelta is dat deze niet op zichzelf lijken te staan. In het voorjaar en de zomer van 2011 bleken er 4 paren zeearenden actief te zijn in Nederland.
Naast het bekende paar in de Oostvaardersplassen en het paar in de IJsselmonding waren er ook nog paren in het Lauwersmeer en in de Biesbosch. Het ervaren paar in de Oostvaardersplassen bracht weer twee jongen groot en het paar in het Lauwersmeer één jong.
De verwachtingen:
Het inmiddels volwassen paar is in de IJsselmonding gebleven. Het aantal waarneming stijgt nog steeds. Er komen meer juveniele en subadulte vogels bij die in Nederland en Noord Duitsland van het nest gevlogen zijn. Het kan bijna niet anders of er komt een broedgeval van de zeearend in deze omgeving.
Het is maar te hopen dat de vogels een veilige en goede plek daarvoor kiezen want er zijn zeker bedreigingen aanwezig in de vorm van menselijke verstoring. Ook de plannen om hoge wind turbines bij de Zuiderzeehaven te plaatsen zijn verontrustend. Hemelsbreed op 3,6 km van het huidige nest. Bekend is dat zeearenden in botsing kunnen komen met de wieken en dat dan niet overleven.
Het grootbrengen van een jonge zeearend zal een teken van een gezond en schoon leefmilieu zijn, waar ook voldoende rustige plekken aanwezig zijn.
De vogelwerkgroep hoopt de verdere ontwikkelingen op de voet te kunnen volgen door middel van maandelijkse inventarisaties en door andere waarnemingen.
Henk de Vos
Met dank aan Cor Fikkert voor de toestemming voor het gebruik van de foto’s.