Plantenexcursie 20-07-2011

Woensdagavond 20 juli staat er een verrassend grote groep mensen in de Groenestraat om onder leiding van Niels Jeurink in de omgeving van Kampen planten te inventariseren. Zelfs een mevrouw op de fiets, die helemaal vanuit Zwolle is gekomen .

Niels kiest als startpunt de berm langs de Kamperzeedijk, ter hoogte van Grafhorst, aan de kant van de Koekoekspolder. Zeer, zeer langzaam met alle neuzen naar beneden gericht lopen we enkele meters door de pas gemaaide berm. We geven aan Niels door welke planten we herkennen, zodat hij deze op zijn inventarisatielijst kan aanstrepen. Iedereen heeft daarin zijn bijdrage. Datgene wat we niet weten, wordt ons door Niels uitgelegd aan de hand van specifieke kenmerken van de plant. Er staat teveel om hier op te noemen.

We lopen voorbij waterpeper, herfstleeuwentand, biggenkruid, hanenpoot, muurpeper enz. richting de oorlogsbegraafplaats. De begraafplaats ligt op een boomrijke plek. Door de zandige, schrale bodem is de biotoop anders, maar helaas komen we niet veel speciale planten tegen in deze zeer bijzondere omgeving .

Je kunt ze niet over het hoofd zien: de zes witte grafstenen van de 2 Britse en 2 Australische, jonge vliegeniers van de Royal Air Force. In de Tweede Wereldoorlog stortte hun Lancaster bommenwerper in het Ganzendiep, slechts 1 persoon overleefde dit. Tevens ligt er één Nederlands oorlogsslachtoffer.

Op een hoger gelegen deel, bereikbaar via een hek, staan nog drie aparte grafmonumenten. Een soort zuil met de symbolen van de vrijmetselarij (passer en winkelhaak). Een slechts deels leesbare tekst wekt onze nieuwsgierigheid op.

Via een weggetje over een sloot verlaten we het kerkhof. In de sloot vinden we bultkroos en  kroosvaren. Onder de loep bekeken is het een bijzonder fraai plantje. In de herfst vormt het rode tapijten op de sloot. Het groeit in weinig vervuild, voedselrijk water.

Langs de sloot staan stippelganzenvoet, melganzenvoet en korrelganzenvoet keurig naast elkaar, zodat Niels goed de verschillen kan laten zien. (zie ook: www.wilde-planten.nl)

Het pad maakt een grote bocht naar links, waar langs de rechterkant geoorde wilg, grauwe wilg en veel hazelaars groeien. Daar moeten we later in het jaar nog eens terugkomen om hazelnoten te verzamelen.

De schapen in het weiland komen nieuwsgierig onze kant op. Wie bekijkt nou wie ? vraagt iemand van de groep zich af. Verderop twee spelende hazen.

Binnenkort, vertelt Niels, zal er in dit glastuinbouwgebied een proefboring naar aardwarmte plaatsvinden. (Een week later staat er in de krant, dat bij de boring, op1.950 meterdiepte, warm water van 73 graden Celsius is gevonden. Via een eerste put wordt het water via leidingen door de kassen geleid. In een tweede boorput stroomt het afgekoelde water dan weer terug.)

De Koekoekspolder (-2.5 tot -3 NAP) is de diepste polder van Overijssel. Gedurende 2 eeuwen werd er veen gewonnen en in 1909 werd het weer ingepolderd. Er is wel 6 keer zoveel kwelwater (10-25 mm/dag), als regenwater. Het kost dan ook veel energie om de polder droog te houden. Het water in de slootjes is door het kwelwater altijd heerlijk koel. Het water kleurt bruinachtig, niet door olie, maar omdat het ijzerhoudend is. Langs deze sloot vinden we o.a. oranje havikskruid, kleine en grote berenklauw en blaartrekkende boterbloem

Via het fraaie Schinkelpad lopen we naar de Parallelweg, die parallel loopt aan ? In ieder geval loopt er een sloot parallel aan de parallelweg. Met een houten beschoeiing vol wilde planten, vormen zij samen een lust voor het oog.

We lopen nog even door het dorpje Grafhorst. Oeps, foutje ! Grafhorst kreeg in 1333 stadsrechten. In 1849 verwoestte een brand vrijwel de gehele stad. Slechts drie van de 60 gebouwen stonden na de brand nog overeind. Vanwege de grootte wordt het nu meestal aangeduid als dorp.

We kijken nog even uit over het Ganzendiep. Het wordt al donker. Totaal 143 soorten zijn we deze avond tegengekomen. Niet gek ! Tevreden fietsen we huiswaarts.

Verslag: Ellen van Knippenberg

Foto’s: Heleen Strikkers