Dagexcursie VWG naar het Drents Friese Wold / Fochtelooerveen op zaterdag 29 juni 2019

De Vogelwerkgroep van natuurvereniging IJsseldelta organiseert op zaterdag 29 juni a.s. een dagexcursie naar het Drents Friese Wold en het Fochteloërveen.

We hopen een bezoek te brengen aan de vloeivelden bij Oranje met zijn bijzondere vogelkijktoren, waar meerdere soorten futen te zien zijn. Daarna gaan we naar het Fochteloërveen op de grens van Drenthe en Friesland Dit is een 2500 ha groot natuurgebied dat beheerd wordt door Natuurmonumenten. Het hoogveengebied is deels afgegraven, zodat het een grote biodiversiteit kent. Tot de ca. 100 soorten broedvogels behoren de kraanvogel, boomvalk, grauwe klauwier en paapje. Ook de Slangenarend wordt regelmatig gezien. Verder heeft het een bijzondere flora en ook komen er slangen en reptielen voor. Als de tijd het toelaat bezoeken we nog andere plekken in de regio, de excursieleider bekijkt waar zich recent bijzondere vogelsoorten hebben laten zien. Het vertrek is ’s morgens om 7:00 uur vanaf het Burgemeester Berghuisplein in Kampen..We zijn ca 17:00 uur weer terug.

Wie mee wil kan zich (in verband met gecombineerd vervoer) tot uiterlijk donderdagavond 27 juni a.s. opgeven bij excursieleider Anton Wielink. Telefoon: 038 3321562 of mobiel. 06 10858217.

Plantenwerkgroep, excursie Wimmenummerduinen 22 juni 2019

Deelnemers: Corrie Geerds, Henk Snel, Heleen Strikkers, Bert Siebrand, Ellen van Knippenberg, Thea Wezenberg, Niels Jeurink en Cor Nagelmaeker.

Het programma vermeldde deze dag een expeditie naar een, van horen zeggen, bijzonder en afwisselend duingebied ten noorden van Egmond. Met de naam Nimmerdrummer….., Nummerdimmer….. eh Wimmenummerduinen. Man, wat een naam! Je hoeft het niet tienmaal achter elkaar te zeggen om in een dyslectische kramp te schieten. Om half negen zette ons gezelschap koers richting Het Noordhollands Duinreservaat met daarin gelegen de Wimmenummerduinen, een gebied dat in de volksmond bekend staat als ‘De Duinen van Six’, de vroegere naam. Na ongeveer anderhalf uur verlieten we de snelweg ter hoogte van het stadion van ‘retteketet AZ’. Om ons, via steeds pittoresker wordende weggetjes, naar het reisdoel te slalommen.

Aangekomen in Bergen-Binnen zegen we neer op het terras van etablissement ‘Loetje’, waar we ons verlustigden aan de traditionele koffie met appelgebak, met een formaat dat deed vermoeden dat er bij ieder van ons een hele appel in zat verstopt. Onderwijl werden we gegrepen door het gezellige dorpsgezicht en door Thea die een klapdeur iets te snel dichtsloeg. Een bebloede teen ten gevolge hebbend.

Desondanks gingen we hierna welgemoed op pad naar de Duinen van Six.

Jan Six

Deze duinen waren tot voor dertig jaar eeuwenlang in het bezit van de bekende Amsterdamse regentenfamilie Six. Rembrandt schilderde een van de vertegenwoordigers van dit geslacht: Jan Six. Deze Jan Six (1618-1700) was een vermogend kunsthandelaar en tevens vriend en beschermer van Rembrandt. Zijn schilderij is nog steeds in het bezit van de familie Six. Saillant detail dat niet onvermeld mag blijven is dat een hedendaagse nazaat van de Six-familie, niet geheel en al toevallig ook Jan Six genaamd, kunsthistoricus en kunsthandelaar, de afgelopen jaren twee tot dan toe onbekende Rembrandts heeft ontdekt.

Al op de parkeerplaats ging het traditiegetrouw helemaal los. We vonden er o.a. guichelheil, bekend als het ‘geneesmiddel der gekken’. Het plantje werd vroeger gebruikt als geneesmiddel tegen razernij (guichel). Het heeft inderdaad een geneeskrachtige werking: tegen nierstenen, geelzucht en ook krankzinnigheid! Maar bij al te kwistig gebruik leidt het tot de dood. We leerden verder van Niels dat in Zuid-Europa een blauw bloeiende soort voorkomt. Zie je echter een blauwe in ons land dan is het tóch de rode (!?). Om gek van te worden. Maar daar is dus een geneesmiddel tegen.

Guichelheil

Ook nog op de parkeerplaats noteerden we: slangenkruid, muurpeper, duindoorn, zuurbes, dauwbraam, allemaal planten die in dit duinbiotoop thuishoren. Na het afstruinen van de parkeerplaats, de teller stond al op bijna 100 soorten, kochten we bij de automaat naast de ingang een entreekaart en liepen vervolgens een mooi duinbos binnen. Het was een gemengd bos waar we vleugeltjesbloem, gewone agrimonie, asperge, veldhondstong aantroffen.

Wat ons opviel was dat we weinig publiek tegenkwamen, op wat wandelaars en fietsers na. Amusant was de ons passerende moeder, die haar fietsende (zwalkende) dochtertje cryptisch toeriep: “Wel op de kant, maar niet op de rand”. Het klonk als betrof het hier een goede raad aan een lid van een met integriteit worstelende partij, toch vooral het rechte pad te blijven ‘befietsen’.

We vervolgden onze weg door het bos en kwamen na een wijle in een fraai, open en heuvelachtig duinlandschap, waardoor zich enige zandwegen slingerden. Met hier en daar bosschages, afgewisseld met duindoorn- en kruipwilgstruweel.

We noteerden gaandeweg vele tientallen plantensoorten o.a. duinroos, duinwespenorchis, mannetjesereprijs, ossentong, duinviooltje en glad walstro. Opvallende schimmels, want fel oranje, vonden we op de duinroos.

Het moeilijke van die overvloed aan soorten is, dat vele er tal van familieleden op na blijken te houden. Zo ontstond er verwarring over de ratelaars. De een meende een kleine ratelaar ontwaard te hebben, terwijl een ander toch echt de grote had gezien. Dan prijs je je gelukkig een plantenspecialist als Niels in je midden te weten, die verkondigde: “Ook de grote ratelaar is klein geweest”. Kijk, dat helpt een beginnend florist verder!

Aan de rand van de vlakte, in de schaduw van de dennenbomen vonden we een plek om de lunch te gebruiken. Zo te merken was het appelgebak geland. Al zittend ervaar je terstond weer andere dingen. Zo ontdekten we op het zandpad een soort mierenleeuw die druk bezig was een rups te verslepen.

Ook zagen we vlinders als zandoogje, bonte bessenvlinder, kleine parelmoervlinder en heel veel distelvlinders.

Voorts ging het weldra weer. Over zandige paden door bosachtig terrein, dan weer door meer open biotopen. Het aantal plantensoorten liep alras op: grote teunisbloem, brede stekelvaren, mannetjesvaren, blauw glidkruid en de welriekende of duinsalomonszegel. Opvallend waren de grillig gevormde dennenbomen, die een haast spookachtig ‘Dali-achtig’ decor vormden. Op een ervan zagen we prachtige zwammen, die hoe fraai ook, het onvermijdelijke verscheiden van de betreffende boom aankondigden.

Even verderop beklommen we, via een lange trap, een hoog duin waar we een prachtig uitzicht hadden over het reservaat. We waren het erover eens dat het goed is dat dit gebied (20 km lang!) een beschermde status heeft en er goed op wordt gepast. Geïllustreerd door het feit dat we deze dag twee keer een bewaker zijn tegengekomen.

We vonden deze dag ook een aantal fraaie rupsen waaronder die van de kuifvlinder. Laatst genoemde hadden zich te goed gedaan aan een statige koningskaars en er hoegenaamd niets van overgelaten.

rups Kuifvlinder

Het zal een uur of vijf zijn geweest dat onze route afboog in zuidelijke richting teneinde de terugtocht te aanvaarden. Door laag begroeide duinen liepen we richting zee. Hier waren we in een biotoop met zandblauwtje, kruipend stalkruid en struikhei. Planten die goed de droogte kunnen verdragen. Langs de weg stonden o.a. zandteunisbloem, stalkaars, zwarte toorts en koningskaars, En ook vlak bij elkaar groeiend grote en kleine zeekool. Maar zeer bijzonder was de vondst van zowel de prachtige nachtsilene, oorsilene, blaassilene én kegelsilene op een klein stukje grond in de berm.

Tegen zessen bereikten we een kerkje midden in het duin: Bergen aan Zee! En tegen 19.00 uur besloten we wat te gaan eten in een van de visrestaurantjes die Bergen aan Zee rijk is. De keuze was beperkt: kibbeling met patat ging het worden, voor allemaal. Omdat vis gezond heet te zijn, namen we de patat op de koop toe. Na de maaltijd kwamen we tot de conclusie dat naast de drie (gezond!) vette vissoorten haring, zalm en makreel, ons restaurant er zowaar kans toe had gezien, kennelijk verleid door het motto: ‘the vetter, the better’, er een vierde (modder)vette aan toe te voegen: de kabeljauw. Dat ook onze patat niet aan het vetbad was ontsnapt, laat zich gemakkelijk raden. Dank! Na dit ‘diner’ overleefd te hebben, begonnen we aan de strandwandeling die ons weer dicht bij Egmond aan Zee zou brengen. Thea raakte al pootje badend een slipper (what’s in the name) kwijt, die tot haar grote opluchting zo’n 20 meter verderop weer aanslibde. Zo werd haar al eerder gememoreerde en gekwetste teen verder leed bespaard.

De doorsteek door de duinen (Burgemeesterspaadje), richting parkeerplaats, werd door het mulle zand een zware. Wel werden we verblijd met het vrolijke gekwetter van een pieper. Die had zich genesteld op een paaltje, om van daar uit korte vluchtjes, als was het een leeuwerik, te ondernemen. Planten die we hier zagen waren o.a. zeewolfsmelk en stekend loogkruid

Ondanks dat we landschappelijk gezien al een heel gevarieerde dag hadden beleefd, troffen we na deze doorsteek weer een geheel ander biotoop aan. Hier was het nat. Rond de duinmeertjes (Lakemansvlak) konden we een drietal orchideeënsoorten noteren: vleeskleurige-, gevlekte riet- en rietorchis. Verder ook nog veel knopbies, slanke waterbies, drienervige zegge, walstrobremraap, rode waterereprijs en verrassend veel andere soorten planten. Tegen half tien, de zon was inmiddels in de Noordzee gezakt, de nachtsilenes waren opengebarsten, bereikten we onze automobielen en konden we huiswaarts keren. Op de soortenlijst stonden 284 soorten! Om stil van te worden.

Stil was het bij de oplaadplek voor onze elektrische auto, vlak benoorden Amsterdam, echter geenszins. De om voedsel bedelende jonge ransuilen overstemden voortdurend het geluid van het voortrazende verkeer en het geklok van onze Amstelbiertjes. Tegen 01.00 uur arriveerden we in Kampen. Te laat voor het full-color festival. Maar wij hadden het onze al gehad . . . . . . . . in ‘de duinen van Six’!

Rest ons vanaf deze plek onze welgemeende dank uit te spreken aan de heren Jeurink en Heukels voor een even prachtige als interessante dag, die als heel leerzaam werd ervaren!

Tekst en foto’s Cor Nagelmaeker

Collage: Heleen Strikkers

Ochtendexcursie VWG Vogelringstation de Glinte Kamperhoek zaterdag 25 mei 2019

De Vogelwerkgroep van Natuurvereniging IJsseldelta organiseert een ochtendexcursie naar het Vogelringstation de Glinte in Ketelbos bij Kamperhoek, Vanuit Kampen rijden wij langs het Vossemeer richting de Kamperhoek. Bj de ingang van het Ketelbos parkeren we de auto’s waarna we door het bos naar het vogelringstation wandelen. Op het vogelringstation wordt er een uitleg gegeven over het ringen van vogels en zullen wij een kleine wandeling door het gebied maken. Hierna brengen we nog een kort bezoek aan de zwaluwenwand in het gebied. Eindtijd van de excursie is ongeveer 12.00 uur. Vogels die naar verwachting geringd gaan worden zijn rietvogels zoals kleine karekiet, rietzanger, baardman, rietgors en zangvogels zoals merel, fitis, tjiftjaf, zwartkop en nachtegaal. Het ringen en uitleg bij het ringen gebeurt niet door de organisatoren van deze excursie maar door de ringers op het ringstation.

Bijzonderheden Bij slechte weersomstandigheden zoals regen gaat de excursie naar het vogelringstation niet door. De deelnemers zullen uiterlijk de avond ervoor hiervan op de hoogte gebracht worden. Door de natte omstandigheden van het terrein is het dragen van stevige wandelschoenen of laarzen aan te raden. Het dragen van fel gekleurde kleding is niet verstandig, dit schrikt de vogels af tijdens de uitleg door de ringers.. Bijdrage voor het vogelringstation ad EUR 2,50 per deelnemer. Deze bijdrage wordt door de ringers o.a. gebruikt om ringen aan te schaffen. Graag bij de start van de excursie te voldoen. We vertrekken om 07:00 uur vanaf het Burg. Berghuisplein en we zijn ca. 12:30 uur terug. De leiding berust bij Oscar de Pauw telefoon 0321-382873 of 06-13750331 I.v.m. carpooling uiterlijk donderdagavond 23 mei a.s. aanmelden. Meerijden inclusief de bijdrage voor het vogelringstation is EUR 6,–

Lezing over de Zeearend door Martijn de Jonge op dinsdag 28 mei 2019

Op dinsdagavond 28 mei a.s. om 20.00 uur organiseert de Natuurvereniging IJsseldelta een lezing over de ZEEAREND door Martijn de Jonge.

Toegang voor leden: gratis. Voor niet-leden: €   5,-

Na het lezen van onderstaand artikel zult u vast meer willen weten over deze prachtige vogel !  Wij hopen u te zien op de Hooizolder, Groenestraat 94 in Kampen. De zaal gaat open om 19.30 uur, dus kom op tijd. ( vol is vol). De Zeearend heeft de afgelopen 15 jaar een stormachtige ontwikkeling in Nederland door gemaakt. Het startte in 2004 met de vestiging van één territoriaal paartje in de Oostvaardersplassen, die in 2006 voor het eerst op Nederlandse bodem een jong groot bracht. Anno 2019 telt ons land minstens 16 paren, verspreid over 9 provincies. Ze wisten in 2018 15 jongen groot te brengen: een Nederlands record! Uiteraard gaat deze kolonisatie met vallen en op staan, zeker in ons overvolle landje. Veel beschermingsmaatregelen uit het buitenland blijken hier niet te werken, desondanks zetten de arenden door. Sommige paren blijken zelfs in kleine bosje kroost te kunnen groot brengen, dat hadden we nooit gedacht. Hoe dit allemaal verloopt zal Martijn de Jonge op 28 mei a.s.uit de doeken doen tijdens zijn lezing in Kampen. Hij volgde de soort de afgelopen 15 jaar intensief waarbij hij keek naar nestkeuzes, prooien en bedreigingen. Daartoe bivakkeerde hij lange tijd in het veld en vergezelde onderzoekers en waarnemers. Zijn lezing zal uiteraard vergezeld gaan van vele foto’s die zijn verhaal ondersteunen en verlevendigen. Martijn de Jonge publiceerde recent een artikel over de Zeearend in het IJsselmeergebied in de Grauwe Gans, het huisorgaan van vogel- en natuurwacht Zuid Flevoland. Zijn lezing in Kampen zal daar op in zoomen en tevens een blik geven op het wel- en wee van de Zeearenden in Noord Nederland en de Delta. In april publiceerde de Jonge in eigen beheer de uitgave ’30 jaar Oostvaardersplassen’, een kritische blik in woord en beeld over dit fameuze natuurgebied in Flevoland. In Kampen zal hij daar kort over vertellen en zal er de mogelijkheid tot aanschaf van deze uitgave zijn. Tevens zal hij nog een paar exemplaren van het in 2012 bij de KNNV uitgekomen gidsje ‘Walvissenkijken in Europa meenemen. Martijn de Jonge startte in de jaren tachtig van de vorige eeuw als fotojournalist voor diverse media. Gaandeweg specialiseerde hij zich in de relatie mens-natuur met daarnaast een voorkeur voor stadsnatuur, roofvogels en zeezoogdieren. Sinds 15 jaar verzorgt hij fotoworkshops naar top zeearend gebieden in Polen. Tevens gaat hij met natuurfotografen naar Spanje, de Kaap Verden en Gambia. Sinds 2012 organiseert hij vogelvaartochten met zijn eigen boot in de IJsseldelta. In 2017 verhuisde hij naar Schokkerhaven van waaruit hij met een motorsailor over Ketel- en IJsselmeer vogelvaartochten maakt. Voor meer informatie zie : www.martijndejonge.nl

Plantenwerkgroep, excursie Zalkerbos 27-4-2019

Links van het pad: donkere stammen van essenhakhout en een donkere, vrij eentonige ondergroei van Schaafstro, als je goed kijkt zie je een wildwissel door de schaafstro lopen; rechts van het pad veel lichter bos van iepen, ook een enkele es, esdoorns en een heldere ondergroei van afstervend Speenkruid, bloeiend Fluitenkruid, de smalle sprieten van Moeraslook en de brede bijna grasachtige van Slangenlook, bloeiend Look zonder look, de eerste bloeiende Vogelmelk, Vogelmuur en Grote muur: dat is het Zalkerbos in een notendop op een zaterdag eind april. O ja, in beide bermen de voor dit gebied ook kenmerkende Gevlekte dovenetel, met veel grotere helder paarse bloemen, dan zijn veel meer voorkomende broertjes en zusjes van de paarse dovennetel.

Moeraslook


Slangenlook

Met 10 enthousiastelingen bezochten we op ochtend van Koningsdag het Zalkerbos. Op de achtergrond hoorden we nog vaag de klanken van de harmonie van Zalk die Koningsdag daar luister bij zette. Wij lieten ons begeleiden door het drukke gezang van een Tuinfluiter, de klaterende loopjes van Zwartkoppen, het gemiauw van twee Buizerden, volop Tjif Tjaffen, voor degenen met goede oren het geratel van een braamsluiper, een enkele zwaluw en voor ons allemaal het geklepper van ooievaars.

Het bos staat ook bekend om zijn vele soorten paddenstoelen. We hadden nota bene een kleine discussie of bollen van oude Reuzenbovisten nu echt oude paddenstoelen waren of verdwaalt schuimrubber in bolle vormen. En iemand vond een mooi geschubde aardster.

Gekraagde aardster

Sinds het bos is uitgebreid als compensatie voor de uitdieping van de IJssel, is de jonge aanplant flink hoger geworden. De nieuwe stukken beginnen al wat op bosjes te lijken en de pionierssoorten die we er eerder vonden zijn wel verdwenen. Wel heeft de aanplant die er het laatste bij kwam te lijden gehad van de droge zomer vorig jaar. Ook is er een stuk uiterwaard aan de boszijde van de Veerweg bijgekomen dat een plasdras o.a. voor vogels gebied moet worden. Heel nat was het nu niet, maar we werden getrakteerd op een heerlijke verse Watermunt lucht, toen we langs de randen van een plasje struinden, om de aanwezige zegges te bekijken en het helder groene Pitrus te vergelijken met de veel grijzere Zeegroene rus. Op de hogere delen o.a. Karweivarkenskervel, Kruisdistels en Stijf barbarakruid.

Een groepje ganzen liep parmantig over de zomerdijk te snateren. De diversiteit wordt ook onder ganzen groter: behalve Grauwe ganzen en witte stadsganzen (soepganzen), de veel kleinere Brandganzen en de voor mij nieuwe, Chinese knobbelganzen met een prachtig getekend hals (licht) en nek (donker). En dan nog allerlei mengvormen tussen witte en Chinese ganzen.

Sovon zegt er het volgende over: “De Knobbelgans is zwaarder van bouw dan de wildvorm  en heeft een zwarte knobbel op de snavel en een keelflap. Vaak worden waarnemingen van Knobbelganzen verzameld in de categorie ‘soepgans’ wat niet helemaal terecht is aangezien soepgans strikt genomen verwijst naar alle gedomesticeerde varianten van Grauwe Gans. Knobbelganzen onderscheiden zich van Soepganzen door de zwarte snavel en grote knobbel en het contrast tussen de donkere achterzijde van de nek en de lichte voorzijde. Soms worden ook Knobbelganzen met oranje snavels gezien waarbij we er vanuit mogen gaan dat deze voortkomen uit een Soepgans/Knobbelgans ouderpaar.”

De uiterwaard rechts van de Veerweg (als je in de richting van de IJssel loopt) is veel zandiger dan de waard links. De door jarenlange bemesting vruchtbare bovenlaag is er bij de inrichting al natuurgebied vanaf geschraapt. De rechter waard ligt bovendien tegenover de Vreugdenrijkerwaard, een prachtig stroomdal grasland aan de overkant.

Heksenmelk


Vogelmelk

Vorig jaar vonden we op de nieuwe waard zo’n 200 verschillende soorten. Die waren gedeeltelijk geholpen door het uitstrooien van maaisel van Kortenoever (tegenover Zutphen). Uiteraard zijn de omstandigheden bij Kortenoever anders dan hier. Het is dus nog de vraag of alles wat we vorig jaar vonden zich blijvend hier gaat vestigen. Het was nu nog te vroeg in het jaar om een inventarisatie te doen. Bovendien heb je toestemming nodig van SBB om het gebied echt door te struinen. Daarom bleven de nu alleen aan de rand en zagen dat de bijzonder Wilde averuit het in ieder geval wel goed doet en zich ook uitbreid.

Toen we rond een uur of 13.15 weer terug waren bij de auto’s, ging een aantal van ons huiswaarts, terwijl anderen nagenoten van koffie en thee bij een gastvrij onthaal van één van de deelnemers die aan de Veerweg woont.

Tekst: Toos Lodder

Foto’s: Gonny Sleurink

VWG Ochtendexcursie zaterdag 30 maart 2019 Delta Schuitenbeek en Polder Arkemheen

Zaterdag 30 maart 2019 Ochtendexcursie Delta Schuitenbeek en Polder Arkemheen

De Vogelwerkgroep van Natuurvereniging IJsseldelta organiseert een ochtendexcursie naar Delta Schuitenbeek en Polder Arkemheen.

Deze excursie is dit jaar wederom opgenomen in het programma voor de deelnemers aan de vogelcursus voor beginners.

Weidevogels in het land, misschien de laatste winter vogels, eindeloze vergezichten. Arkemheen-Eemland is een uniek en extreem open gebied en niet voor niets verkozen tot een van de twintig Nationale Landschappen in Nederland!.

Al naar gelang wat wij zullen zien gaan wij door het gebied heen aan beide kanten van de provinciale weg tussen Nijkerk en Flevoland. Vanaf  de dijk van het randmeer zullen wij nog een aantal eenden soorten zien die op het randmeer verblijven.

Op de heenweg brengen we eerst een bezoek aan Delta Schuitenbeek bij strand Nulde. Vanaf de dijk hebben we een mooi uitzicht over het gebied en daar aanwezige vogels. Hierna maken we nog een korte wandeling naar de vogel kijkhut  in het gebied

We vertrekken om  07:30 uur vanaf het Burg. Berghuisplein en we zijn ca. 12:30 uur terug.

De leiding berust bij  Oscar de Pauw tel. 06-13750331 of 0321-382873.

I.v.m. carpooling uiterlijk donderdagavond 28 maart a.s. aanmelden .

Meerijden kost € 7,00.

Bosuilen excursie Vogel Werk Groep vrijdag 22 februari 2019

De Vogelwerkgroep van Natuurvereniging IJsseldelta organiseert een Bosuilenexcursie in de omgeving van Heerde op vrijdagavond 22 februari a.s.

De Bosuilen zijn al enkele weken bezig hun territorium af te bakenen, we hopen hun mysterieuze roep in het donker te horen!

Vertrek 19.00 uur vanaf het Burgemeester  Berghuisplein in Kampen.

Terug ca. 21:00 uur

Excursieleider is Henk de Vos, tel. 06 30157915,

I.v.m.  carpoolen graag uiterlijk donderdagavond 21 februari a.s. aanmelden.

Meerijden kost  3,00 Euro

 

Plantenwerkgroep: excursie naar de Biesbosch 08-09-2018

Nationaal Park De Biesbosch wordt ingeklemd tussen de Beneden Merwede (bij Hardinxveld) in het noorden en de Amer (bij Geertruidenberg) in het zuiden. Daartussen vind je smallere en bredere kreken, uitgestrekte wilgenbossen en rietlanden. Delen van het gebied zijn bijna alleen via het water toegankelijk maar op sommige plaatsen zijn ook wandelpaden en wegen. De website van Staatsbosbeheer meldt o.a. het volgende over de Biesbosch:

De Biesbosch was oorspronkelijk polderland. De Sint-Elizabethsvloed in 1421 veranderde het in een binnenzee. Dankzij het water uit Maas en Waal werd het een zoetwaterdeltagebied. Uit zand en rivierslib ontstonden zandplaten. Vooral biezen groeiden daar goed op. Vandaar de naam ‘Biesbosch’. Eeuwenlang verdienden griendhakkers, rietsnijders en biezenvlechters er een karige boterham.

In 1970 werd het Haringvliet afgesloten. De grote verschillen tussen eb en vloed verdwenen en daarmee de griend- en rietcultuur. De wilgenakkers verruigden en de natuur kreeg vrij spel.

Staatsbosbeheer speelt vanaf 1958 een belangrijke rol in het begeleiden van natuurontwikkelingen in het gebied. Ook in dit deltagebied vreest men, door klimaatverandering, voor problemen met overtollig rivierwater. Men heeft grote delen land daarom weer ontpolderd, zodat de rivieren hun overtollige water kwijt kunnen en er zijn nieuwe stroomgeulen gemaakt die zorgen voor een goede doorstroming van het gebied. Het gebied is constant in beweging. Het is mooi om te zien dat de natuur veel zijn eigen gang mag gaan. Omgevallen bomen worden niet weggehaald, raken bemost en verteren langzaam. Maar het ‘wateropvanggebied’, de Noordwaarts, moet juist open blijven. En dat op een natuurlijke manier.

We starten bij restaurant Het Bolle Bevertje met koffie en uiteraard gebak. Theo Muusse, boswachter bij Staatsbosbeheer, heet ons van harte welkom. Na de koffie lopen we met z’n tienen richting Polder Jantjesplaat. We zien een prachtige waterpartij met fraaie slikkerige oevers en ondiepe delen, een ideale plek voor vogels. Maar we komen vandaag voor de planten en ook die zijn blij met dit mooie gebied, waar veel bijzondere soorten zich al snel thuis voelen.

Rieviertandzaad

Driekantige bies

Langs de oever vinden o.a. driekantige bies (zeldzaam en kenmerkend voor het zoetwatergetijdengebied) en heen (de variant daarvan van zoete milieus). Op de slibranden staat het zeldzame riviertandzaad en bruin cypergras. Theo is een zeer enthousiaste verteller met heel veel kennis van de aanwezige flora. Hij wijst ons rode- en blauwe waterereprijs, goudknopje, klein vlooienkruid, knikkend- en veerdelig tandzaad, bloeiend slijkgroen, bleekgele droogbloem, moeraskruiskruid en nog veel meer soorten op een relatief klein stukje grond. Verbazingwekkend.

Kleine pimpernel

Vervolgens lopen we langs kleine pimpernel (die was hier nog niet bekend!) en heelblaadjes weer naar onze startplek, om richting Werkendam te rijden. Bij de splitsing Galeiweg/Kroonweg vinden we in de linker berm het zeldzame rivierkruiskruid. Achter de berm staan de bomen tot de oksels in het water, het ziet er sprookjesachtig mooi uit.

Iets verderop lopen we door het smalle stukje land vol geelkleurige bloemen tussen de Kroonweg en het water Kooigat. Waar het zeldzame rijstgras groeit en we tandzaad nummer 4 van vandaag vinden: zwart tandzaad. Stekelige hanenpoot en Europese hanenpoot

Hanepoot

staan gezellig bij elkaar, waardoor we goed de verschillen kunnen bestuderen.

Dan beginnen de magen te knorren. Theo wil ons nog een mooi plekje laten zien, maar helaas is dit stuk afgesloten en dat is vast niet zonder reden. We ploffen ergens neer en genieten van onze boterhammetjes en de overvliegende buizerd en slechtvalk.

Genoeg uitgerust, stappen we weer in de auto. We rijden dit keer maar een piepklein stukje omdat er Aziatische waterbuffels te bewonderen zijn. Wat zien ze er stoer en indrukwekkend uit. Ze zijn echter heel zachtaardig en met hun grote bruine ogen kijken ze je vriendelijk en nieuwsgierig aan. Ze houden het groen mooi kort.

Theo vertelt, dat de waterbuffels de afgelopen warme zomer hun naam eer aan deden. Ze stonden heel wat uurtjes heerlijk tot hun kop in het water.

We rijden terug naar de Bandijk , waar Theo nog “ en passant” een koereiger in de bomen spot. Wanneer we uitstappen om afscheid te nemen van Theo, zien we een zeearend vliegen. Wat ’n cadeautjes.

We bedanken Theo hartelijk voor zijn enthousiaste rondleiding en voor het laten zien van de vele bijzondere planten. Theo Muusse is diegene geweest die in augustus 2017 het klein slijkgras, waarvan men dacht dat het in Nederland uitgestorven was, weer ontdekte in de buurt van het Hellegatsplein. De groeiplaatsen liggen in een gebied dat begraasd wordt door Heck-runderen. Door hun onberekenbare gedrag zijn deze dieren niet geheel ongevaarlijk. Het gebied is daarom niet vrij toegankelijk.

We gaan verder en bezoeken een smalle strekdam in de Nieuwe Merwede.

Wilde bertram

Hondsroos

Deze is dicht begroeid, zodat het oppassen geblazen is om niet onderuit te glijden. Hier vinden we o.a. wilde bertram en een mooie hondsroos. Op de dijk speuren we nog wat rond alvorens we verder rijden. Bij de Bandijk stoppen we op het parkeerplekje t.o.v. het gebied De Wassende Maan. Over het prikkeldraad het gebiedje in op zoek naar iets bijzonders, want Niels speurt in het rond. Er groeit hier aardig wat kamgras en we vinden er ook kattendoorn.  Aan de rand, in het water vinden we uiteindelijk het zeldzame groot nimfkruid, met groenige bloemen in de bladoksels. Heel apart plantje.

Groot nimfkruid

We rijden nog even terug naar de plek waar we deze ochtend gestart zijn en wandelen een rondje door polder Jantjesplaat. Niels riskeert nog een duik in het water om het aarvederkruid en ook hier het groot nimfkruid te vinden. We hebben vandaag 208 soorten planten gezien, waaronder verschillende zeldzame soorten en hebben genoten van het prachtige gebied. En dan te bedenken dat we slechts een fractie van het gebied hebben gezien. We moeten zeker nog een keer terugkomen om op zoek te gaan naar de Spindotter en wie weet een bever te ontmoeten.

We sluiten traditioneel af met een bezoek aan een eetgelegenheid. Met veel geduld hebben we moeten wachten op het vullen van onze magen, maar gelukkig zijn plantenliefhebbers geduldige mensen.

Verslag: Ellen van Knippenberg

Foto’s: Gonny Sleurink en Heleen Strikkers

Waterpostelein

Waterpostelein

Vlooienkruid

Rijstgras

Oranje springzaad

Oeverbies

Kattenstaart

Hop

Hertsmunt

Heelblaadje

Goudzuring

Excursie Vogelwerkgroep Zuid West Friesland zaterdag 26 januari 2019

Vogel dagexcursie 26 januari a.s.VWG Natuurvereniging IJsseldelta naar ZW-Friesland.

Zaterdag 26 januari 2019 vertrekken we om 8.30 uur van het Burg. Berghuisplein. Eerst gaan we naar de Workumerwaard en hopen daar div. soorten overwinterende ganzen te zien.

Ook roofvogels en verschillende steltlopers kunnen we er aantreffen. In de omgeving van Blauwhuis en Oudega verblijven nu vaak kleine rietganzen. Bij Kornwerderzand hopen we leuke eendensoorten en duikers te zien. Op de terugweg gaan we nog naar een aantal observatiehutten langs de Friese IJsselmeerkust..

Belangstellenden voor deze auto-dagexcursie worden verzocht zich i.v.m. carpooling voor donderdag 24 januari a.s. op te geven bij Henk De Vos  tel 0630157915

Meerijden kost € 10, —

Aangepaste lezing donderdag 17 januari a.s. om 20.00 uur in het Danshuus de Vinkenhorst IJsselmuiden

De lezing van Klaas de Jonge  van a.s. donderdag over in de Ban van de Condor en Vogels op Texel gaat niet door wegens ziekte van Klaas de Jonge.

Gelukkig hebben wij Jan Vermeer  bereidt gevonden om een lezing te geven over de Keizerspinguïns.

Jan Vermeer was de oprichter en hoofdredacteur van het Natuurfotografie Magazine. Afgelopen jaar heeft hij het magazine overgedragen PiXFACTORY om zo weer meer tijd te krijgen om te reizen en te fotograferen. Jan reist voor zijn fotografie de hele wereld over.

De toegang is gratis voor leden van de Natuurvereniging, niet leden betalen EUR 5,– per persoon.

Locatie Danshuus De Vinkenhorst, Burgemeester Van Engelenweg 100, 8271 AV IJsselmuiden, de zaal is open om 19.30 uur en de lezing begint om 20.00 uur.

Deze avond wordt gesponsord door CameraNu.nl