Zaterdag 26 oktober 2019 Kraanvogelexcursie Diepholzer Moor in Duitsland

De Vogelwerkgroep van Natuurvereniging IJsseldelta organiseert op zaterdag 26 oktober a.s.. een dagexcursie naar het Diepholzer Moor in Duitsland.

In de Diepholzer zijn dan vele duizenden kraanvogels te vinden die in het gebied zullen opvetten om hun verdere trektocht naar Zuid Europa te kunnen voortzetten.

In deze regio liggen verschillende hoogveengebieden ( moren), deze worden omringd door landbouwgrond waarop vooral mais verbouwd wordt . De Kraanvogels en tevens de Ganzen foerageren overdag op deze akkers en vliegen dan in de namiddag naar hun slaapplaatsen in de hoogveengebieden. Naast kraanvogels en ganzen verblijven er vele andere wintergasten in het gebied zoals o.a. blauwe kiekendieven en klapeksters. Het plan is om het gebied in te gaan op zoek naar de Kraanvogels en de andere wintergasten. In de loop van de middag zullen wij ons begeven naar een van de hoogveengebieden om daar de grote groepen Kraanvogels te bekijken die onder veel lawaai hun overnachtingsgebied binnen vliegen, Dit zal vanaf een uitkijktoren in het gebied zijn. Zodra het te donker wordt om nog iets te kunnen zien, zo rond 19.10 uur zullen we weer naar Kampen teruggaan.

Tussen de middag houden we ergens een korte pauze dit of in het bezoekerscentrum of een eetcafé in het gebied,

We vertrekken om 06.00 uur vanaf het Burgemeester Berghuisplein, Denk er aan om een paspoort of identiteitskaart , contant geld en ruim voldoende eten en drinken en eventueel warme kleding mee te nemen, Al naar gelang de wensen van de deelnemers wordt er gekeken of we op de terugweg naar huis nog een korte stop maken om nog een hapje te eten.

Er zal op de dag van vertrek per auto informatie materiaal worden verstrekt met informatie over de te rijden route en verdere informatie over het gebied.

De leiding berust bij Marc van der Kolk en Nico Goosen i.v.m. carpooling uiterlijk woensdagavond 23 oktober a.s. aanmelden bij Nico Goosen Telefoonnummer 06-23778880 of 038-3329008 Graag bij aanmelden aangeven of u eventueel wilt rijden, en een 06 nummer voor de onderlinge bereikbaarheid tijden de excursie. Meerijden kost € 20.00, bij vertrek te voldoen aan een van de excursieleiders.

Afhankelijk van de aanwezigheid van Kraanvogels en / of j slechte weersomstandigheden wordt de excursie een week doorgeschoven.

Ochtend Excursie VWG Vogelringstation De Glinte Ketelbos Kamperhoek zaterdag 12 oktober 2019

Zaterdag 12 oktober 2019 Ochtendexcursie Vogelringstation de Glinte Kamperhoek

De Vogelwerkgroep van Natuurvereniging IJsseldelta organiseert een ochtendexcursie naar het Vogelringstation de Glinte in Ketelbos bij Kamperhoek, Vanuit Kampen rijden wij langs het Vossemeer richting de Kamperhoek. Onderweg zullen wij een korte stop maken ter hoogte van de Vossemeer plaat op de heenweg of op de terugweg. De auto’s parkeren we aan de ingang van het Ketelbos waar we door het bos naar het vogelringstation wandelen.

Op het vogelringstation wordt er een uitleg gegeven over het ringen van vogels en zullen wij een kleine wandeling door het gebied maken. Omdat de vogeltrek op het moment van de excursie in volle gang is kunnen er verrassende soorten gevangen worden , dit naast de in het gebied aanwezige soorten zoals Baardman, Merel, Grote Bonte Specht en Rietgors.

Het ringen en uitleg bij het ringen gebeurt niet door de organisatoren van deze excursie maar door de ringers op het ringstation.

Bijzonderheden Bij slechte weersomstandigheden zoals regen gaat de excursie naar het vogelringstation niet door. De deelnemers zullen uiterlijk de avond ervoor hiervan op de hoogte gebracht worden. Door de natte omstandigheden van het terrein is het dragen van stevige wandelschoenen of laarzen aan te raden. Het dragen van fel gekleurde kleding is niet verstandig, dit schrikt de vogels af tijdens de uitleg door de ringers en het kan voorkomen dat men vraagt om op afstand van de vogels te gaan staan..

Bijdrage voor het vogelringstation ad EUR 2,50 per deelnemer. Deze bijdrage wordt door de ringers o.a. gebruikt om ringen aan te schaffen. Graag bij de start van de excursie te voldoen. We vertrekken om 08:00 uur vanaf het Burg. Berghuisplein en we zijn ca. 12:00 uur terug. De leiding berust bij Oscar de Pauw tel. 0321-382873 of 06-13750331

Plantenwerkgroep, excursie De Alde Feanen bij Earnewald op 1 juni 2019

Deelnemers: Niels Jeurink, Cor Nagelmaeker, Gonny Sleurink, Bert Siebrand, Thea Wezenberg, Henk Snel, Herman Koek en Ellen van Knippenberg

De Friese taal doet ons al in het begin van de dag de das om. Spontaan stappen we met z’n achten het eerste het beste terras naast de parkeerplaats op, om bij het bestellen van het traditionele kopje koffie met gebak tot de ontdekking te komen dat het Fiskrinder (Fisk=vis) op de gevel betekent dat men helaas geen gebak op het menu heeft staan. Dat is een tegenvaller. Tweede tegenvaller van die ochtend, want alle elektrische laadpalen op de parkeerplaats blijken bezet. Terwijl de auto van Niels graag aan het infuus wil.

Gelukkig verloopt de rest van de dag voorspoediger. We starten bij de passantenhaven waar het door het mooie weer gezellig druk is. Langs het riet aan de overkant van het water een prachtige beeldengroep van schaatsers. De Elfstedentocht zal ooit weer eens langs deze plek gaan. Vandaag in ieder geval niet. Kwart over 12 kuieren we nog steeds langs de haven. Overal komen we onopvallende, klein gebleven, plantjes tegen. Het mooie weer en de vele recreanten zorgen voor een vakantiegevoel. De ‘vakantiekiekjes’ tonen dit keer wel opvallend veel planten 😉. 

Cor legt in karakteristieke, liggende houding een veldereprijs vast, welke omringd wordt door bleekgele droogbloem, liggende vetmuur, tengere vetmuur, moeraskers, hertshoornweegbree en kleine leeuwentand. Kenmerk van kleine leeuwentand zijn de gespleten haarpunten, hetgeen aan een deelnemer de uitspraak ontlokt: Oh, daar heb je speciale shampoo voor’. 

We hebben al 60 soorten geteld, voordat we, met paashaver in de hand, op het pontje naar de overkant gaan. Een kort bezoekje aan het bezoekerscentrum van het nationaal park De Alde Feanen voor info en sanitaire stop. Info over de bijzondere flora in het gebied is niet erg duidelijk. We lopen dan ook geruime tijd langs de vakantiehuisjes in plaats van door het natuurgebied. Nou ja, huisjes is wel een understatement voor de luxe bungalowwijk met meerdere BMW’s voor de deur. Een heer houdt ons nauwlettend in de gaten en spreekt ons op een gegeven moment aan. Het ziet er natuurlijk erg verdacht uit, zo’n groepje van 8 mensen speurend langs de tuinhagen van spaanse aak. Een verkennersploeg van 4 personen besluit om vooruit te lopen op zoek naar het echte natuurgebied. De achterhoede blijft trouw alle planten noteren waaronder klein bronkruid.

Via een zelf openende brug komen we uiteindelijk op een aantrekkelijker natuurpad. Gelukkig heeft Gonny ervaring met dit soort bruggen en waarschuwt ze ons precies op tijd, zodat het contragewicht net niet op onze hoofden belandt. Wachtend op de achterhoede is het tijd voor kopje thee en boterhammetje. Langs het pad staan o.a. brede stekelvaren en wijfjesvaren. De mannetjesvaren kwamen we bij de vorige excursie in Maastricht al tegen. Cor concludeert dat dit door de afstand een moeizame relatie zal worden, dus adviseert: laat maar varen!

Einde pad lopen we het gebied weer uit. Een deel van de groep loopt langs de autoweg Koaldyk de bermen af te speuren en vindt o.a. grote wederik, de andere groep heeft iets meer haast. We steken uiteindelijk samen de Feantersdyk over en lopen dan een prachtig natuurgebied in. Het bankje voor de lunch staat al voor ons klaar. Boterhammetjes gaan er nu wel in. Tot nu toe al 170 soorten genoteerd met dank aan de volhardende speurders. We kijken uit over een open moerassig veengebied met rietvelden en rechts een brede sloot met daarnaast moerasbos. In de verte een houten uitkijktoren. Helaas ben ik mijn verrekijker vergeten, zodat ik van de overvliegende slangenarend slechts het donkere silhouet kan bewonderen.

Bij het brede water, dat dwars door het gebied loopt, staat de waterscheerling prachtig in bloei. Stijve zegge, gele waterkers en moerasandoorn maken het plaatje af. Er dansen grote roodoogjuffers en watersnuffels (of is het watersnuffelaars?) rond. De laatste, met veel blauwe streepjes op hun pak, kom je vooral tegen in zure voedselarme vennen en op veen. Twee juffers vormen een hart, het zogeheten paringswiel. Na de lunch lopen we voorzichtig over een zacht drassig tapijt van trilveen het gebied in. Het lijkt alsof we ons ondanks het jaargetijde op glad ijs begeven. De vegetatie, duidelijk van zurige grond, is prachtig. Talrijk zijn moeraswalstro, schildereprijs, gewone waternavel, moeraswederik in bloei, piepkleine moerasmuur, wolfspoot en vele plekken met wateraardbei. De blaartrekkende boterbloem (koeien lopen hier met een boog omheen) is een soort van zurig hooiland, evenals tormentil, zwarte zegge en egelboterbloem.

Tormentil heet in het Fries trouwens Weewoartel. De wortel was vroeger in gebruik als pijnstiller. We horen en zien een fazant. Henk maakt de opmerking: ‘zal hem even schieten’ (gelukkig met zijn camera). Heel veel kokmeeuwen vliegen laag over het gebied, zouden ze de vele muggen vangen?? In de strook tussen zandpad en sloot staan grote statige koningsvarens. Aan de andere kant lopen sloten haaks op het pad met daarin veel krabbenscheer, kikkerbeet en langs de kanten egelboterbloem en waterpeper. Wat een weelde.

We beklimmen natuurlijk de Uitkijktoren Reid om ‘e Krite, van waaruit we een prachtig uitzicht hebben over het gebied. Vervolgens lopen we over een bruggetje richting het westen. Kikkers kwaken naar hartenlust, een wulp laat zich horen, het is behoorlijk warm, het is echt zomer. Rechts van de weg in een slootkant vol bloeiende planten staan o.a. pluimzegge en hoge cyperzegge fraai naast elkaar, zodat we goed de overeenkomsten en de verschillen kunnen zien. Groepjes veenpluis verlichten het drassige stuk land aan de linkerzijde van ons pad. Bij de sloot zijn we getuige van een ware reünie van de familie Ganzenvoet. Aanwezig zijn melganzenvoet, stippelganzenvoet, rode ganzenvoet en zeegroene ganzenvoet, alle verzot op een (voedsel) rijk milieu. Het pad leidt ons door een elzenbroekbosje (gebied heet Wikelslân) waar het barst van de muggen. We worden lek geprikt voor het goede doel: voortplanting. ‘Maar niet over mijn rug’ vindt Cor en slaat driftig om zich heen.

In het verre Friesland vinden we zelfs nog een stukje Kampen: Wilde Kamper-foelie. Het gebied is mooi afwisselend met waterpartijen, moerasbosjes, rietlanden, hooiland, petgaten, sloten en open vlaktes. Elk stukje langs ons pad blijft ons verrassen met steeds weer nieuwe vondsten zoals moerasvaren, moeraslathyrus, rankende helmbloem, spits fonteinkruid, kleine egelskop, zeegroene muur.

Rond 17.00 uur komt er een beetje wind opzetten en meteen is er geen mug meer te bekennen. Het is een erg warme dag en het briesje zorgt voor wat verkoeling. Dan lopen we richting dorp langs een plas met waterviolier en stijve waterranonkel. Het dorp ligt gewoon midden in het natuurgebied. Aan de rand van het dorp gaat Thea met enkele geiten in gesprek. Ze kijken schaapachtig, waarschijnlijk verstaan ze alleen Fries. Duizenden muggen hebben we net overleefd om vervolgens bij het binnenlopen van het dorp te worden aangevallen door een woest blaffende hond. Gelukkig slechts 20 cm hoog.

Rond 18.00 uur zoeken we een terras op om onze vermoeide ledematen een dienst te bewijzen. Iedereen weer blij met wrap, biefstuk of schnitzel. Oh ja, langs de kade vinden we tot Niels verbazing nog blauw glidkruid. Dat we dit op de heenweg hebben gemist is niet te geloven. In totaal hebben we 234 soorten gevonden en we gaan dan ook zeer voldaan huiswaarts. Wat een verassend mooi gebied is dit nationale park de Alde Feanen.

Wy komme aanst werom !!

Verslag: Ellen van Knippenberg

Foto’s: Gonny Sleurink

Plantenwerkgroep, excursie Kuinre op 22 mei 2019

Vanavond kiezen we voor een zogenaamd “wit gebied”. Witte gebieden zijn gebieden waar nog weinig gegevens over de flora zijn verzameld. Het is een hok van 5 x 5 km (een ‘uurhok’, 5 km was ongeveer een uur lopen, vandaar) en Niels verwacht hier in de loop van het jaar (op basis van gegevens uit het verleden) 235 soorten te kunnen vinden.

We starten vanavond met 5 man op de kruising Blankenhammerweg/Uitendijkenweg aan de noordoost kant van de Noordoostpolder. Niet in zomaar wat wegbermen gaan we kijken, maar in bermen met een verhaal: Tot in de jaren zeventig maaiden de boeren de bermen en gebruikten het hooi. De bodem was zandig en kalkrijk en er was veel kwelwater aanwezig, waardoor er bijzondere planten groeiden zoals parnassia, moeraswespenorchis, dwergvlas, geelhartje, kleine ratelaar en stijve ogentroost. Planten die normaal vooral in de duinen voorkomen. Na 1970 veranderde dit. De wegen werden geasfalteerd en na 1990 verviel de plicht voor de boeren om de bermen aangrenzend aan hun percelen te maaien en het maaisel af te voeren. Maaisel en slootbagger bleven in de bermen liggen of bermen werden helemaal niet meer gemaaid, waardoor de bermen te voedselrijk werden en de bijzondere plantensoorten die hier groeiden helaas verdwenen. In 1999 startte Landschapsbeheer Flevoland met een project met als doel de bijzondere vegetatie te herstellen. De wegbermen werden geplagd, over zo’n 40 km (!), om de voedselrijke toplaag te verwijderen. Het project werd een succes, want een aantal bijzondere plantensoorten zijn er weer te vinden. Bovenstaande informatie komt uit het natuurtijdschrift De Levende Natuur – jaargang 113-nr. 4, waarin u nog meer over dit project kunt lezen, zie bijgaande link: http://natuurtijdschriften.nl/download?type=document;docid=580401

Geelhartje, foto Gonny Sleurink

Meteen bij het verlaten van de auto’s vinden we al een behoorlijke hoeveelheid geelhartje. Ondanks dat geelhartje, een tenger, witbloeiend plantje met een geel hartje, agrarisch weinig opleverde, werden de zaden van deze kleine vlassoort wel degelijk gebruikt. Bij een hoge dosis is geelhartje giftig maar een paar zaden zouden laxerend werken. De wetenschappelijke naam (Linum catharticum) betekent “purgeervlas”.

Ook staan er diverse rietorchissen en de slootkant is werkelijk schitterend met volop bloeiende grote ratelaar. Verder o.a. moerasrolklaver, zomprus, ruige zegge, veenwortel en kamgras. Aan de andere kant in de berm treffen we blaartrekkende boterbloem, kleine watereppe, wolfspoot en grote egelskop.

Landschapsbeheer Flevoland heeft een duidelijk infobord in de berm geplaatst met het doel dat voorbijgangers een blik (geen conserven- of bierblik uiteraard) zullen werpen op de bijzondere flora. In de sloot zelf is natuurlijk ook het een en ander te vinden, al moeten we dat nooit te letterlijk nemen, want voordat je het weet heb je een nat pak. In het water o.a. sterrenkroos, smalle waterpest, gekroesd- en schedefonteinkruid. Langs de aardappelakker staan nog de daar bij passende soorten zoals akkerdistel en akkermelkdistel.

Het begint al wat te schemeren. We missen nog wel wat soorten zoals de stijve ogentroost, maar die bewaren we voor een volgend bezoek. In totaal hebben we 95 soorten wilde planten gevonden. Langs de sloot aan de Uitendijkenweg, waar de auto geparkeerd staat en waarin het kwelwater opvallend snel stroomt, vinden we nog veldlathyrus en een klaver die zich lastig laat determineren. Een uitdaging voor Niels, die ons later meedeelt dat het wondklaver is.

We rijden nog even over de dijk naar het plaatje Kuinre. De bermen hier (zelfde uurhok als bij de Uiterdijkenweg) laten een geheel andere vegetatie zien. Fluitenkruid, grote brandnetel, grote vossenstaart, kleefkruid, ruw beemdgras, engels raaigras, allemaal soorten van voedselrijke graslanden. Vervolgens lopen we met veel genoegen door het pittoreske plaatsje. Leuke vondsten zijn zandhoornbloem, bleekgele droogbloem en rode schijnspurrie.

Aan de rand van Kuinre steken we met gevaar voor eigen leven een drukke autoweg over om aan de andere kant de score van 87 soorten te completeren.

Verslag Ellen van Knippenberg

Foto’s: Gonny Sleurink

Excursie programma Vogelwerkgroep 2e halfjaar 2019

Zaterdag 21 september 2019 Ochtend fiets excursie Reevediep

Zaterdag 21 september 2019 Ochtend fiets excursie Reevediep Vertrek 07:30 uur aan de Kampen kant van de Nieuwenbrug over het Reevediep Terugkomst bij de Nieuwenbrug ca 11:30 uur Excursieleider: Henk de Vos Telefoonnummers 06-30157915 of 038-3324758 Graag uiterlijk de donderdagavond voor de excursie aanmelden

Zaterdag 05 oktober 2019 Ochtend excursie Vogelringstation de Glinte Kamperhoek Vertrek 08:00 uur van Burgemeester Berghuisplein Kampen Terugkomst in Kampen ca 12:00 uur Excursieleider: Oscar de Pauw, Telefoonnummers 06-13750331 of 0321-382873 I.v.m. carpooling uiterlijk de donderdagavond voor de excursie aanmelden. Meerijden en bijdrage voor het ringstation kost € 6,00, bij vertrek te voldoen aan de excursieleider.

Zaterdag 26 oktober 2019 Dagexcursie Diepholz Duitsland Kraanvogels, Uitwijk wegens weer of latere aankomst kraanvogels naar 1 week later. Vertrek 06:00 uur van Burgemeester Berghuisplein Kampen, terugkomst in Kampen ca 22.00 uur Paspoort of identiteit bewijs verplicht mee te nemen. Excursieleiders: Marc van der Kolk, Nico Goosen en Oscar de Pauw Aanmelden bij Nico Goosen Telefoonnummer 06-23778880 of 038-3329008 I.v.m. carpooling uiterlijk de donderdagavond voor de excursie aanmelden. Meerijden kost € 20.00, bij vertrek te voldoen aan een van de excursieleiders. Nadere informatie volgt via de digitale nieuwsbrief en de website.

Zaterdag 09 november 2019 Overijsselse Vogelaarsdag Locatie: Camping de Zandstuwe, Grote Belterweg 3 7794 RA Rheeze ( Hardenberg ) Nadere informatie volgt z.s.m. via de digitale nieuwsbrief en de website

Zaterdag 30 november 2019 Landelijke SOVON dag De Reehorst in Ede Nadere informatie volgt z.s.m. via de digitale nieuwsbrief en de website.

Zaterdag 14 december 2019 Dagexcursie Lauwersmeer Groningen Friesland Vertrek 07:30 uur van Burgemeester Berghuisplein Kampen Excursieleider is Anton Wielink Telefoonnummer 038-3321562 I.v.m. carpooling uiterlijk de donderdagavond voor de excursie aanmelden. Terugkomst in Kampen ca. 17:00 uur. Meerijden kost € 15.00, bij vertrek te voldoen aan de excursieleider

Plantenwerkgroep: excursie Sint Pietersberg 25 mei 2019

Deelnemers: Niels Jeurink, Ellen van Knippenberg, Klaas van Leiden, Cor Nagelmaeker, Bert Siebrand en Henk Snel.

Al om 07.30 uur stonden we klaar op het Meeuwenplein om de reis naar Maastricht, erkend hoofdstad van Bourgondisch Nederland, te aanvaarden. Ons reisdoel in het ‘bronsgroen eikenhout’ was de Sint Pietersberg even ten zuiden van Maastricht. Een mergelheuvel die door de ENCI ten behoeve van de cementproductie voor een flink deel is afgegraven. Het resterende gebied is thans grotendeels in bezit van Natuurmonumenten. Het vormt sinds 2013, samen met het aangrenzende Jekerdal een Natura 2000-gebied. Vanwege de hier aanwezige kalksteen is het een floristisch zeer interessant en uniek gebied in Nederland.

Tegen 11.00 uur reden we door een aantal haarspeldbochten (chapeau Niels!) de oosthelling van de Sint-Pietersberg op. We kwamen uit bij het bekende Buitengoed Slavante, met terras, van waaruit we een prachtig uitzicht hadden op het Maasdal. Het restaurant Slavante is een voormalige buitensociëteit uit 1846. Het bezit tegenwoordig een eigen wijngaard. We lieten ons de koffie met heerlijke vlaaien goed smaken. Genietend van het fraaie uitzicht bekroop ons een vakantiegevoel. De zon deed de rest.

Uitzicht over de Maas

Daarna ging het naar de parkeerplaats bij de groeve. Na enige perikelen rond de oplaadpaal begonnen we met inventariseren, wat al meteen een keur aan planten te zien gaf: o.a. liggende klaver, harige ratelaar, hokjespeul, gulden sleutelbloem, heen en grijs havikskruid. Na 15 minuten en 10 meter verwijderd van de auto stond de teller al op 50 soorten.

Na enige tijd lopen kwamen we langs een grote vijver die in bezit was van Staatsbosbeheer. We lieten ons door een paar vissers vertellen dat het meer vol zat met karpers, zoals schubkarper, gewone karper, spiegelkarper en boerenkarper. Soms sprong een fors exemplaar geheel boven water uit. Na wat beter kijken ontwaarden we hele grote scholen met wel honderd karpers. De hoeveelheid visgereedschap van de gemoedelijke Limburgers verried een enorme vangstcapaciteit. En de aanwezige culinaire apparatuur liet weinig te raden over. Edoch: gevangen vissen moesten onverwijld worden teruggezet, zo luidde het verdict van Staatsbosbeheer.

Hierna liepen we omhoog het bos in. Een van de eerste planten die we daar vonden was het stijf havikskruid met prachtige gele bloemen. Verder langs dit pad zagen we o.a. prachtige boszegge en gevinde kortsteel.

Het pad slingerde verder omhoog en uiteindelijk arriveerden we bovenaan een kalkrijk grasland. Het mooie uitzicht deed ons besluiten hier de lunch te gebruiken. Het was ook hier dat plotsklaps Klaas van Leiden opdook. We hadden hem al zien scharrelen bij de graanakker. Hij schoof langzaam door het mergellandschap onze kant uit. Hij was op zoek naar van alles en nog wat, maar zou heel gelukkig worden als hij mocht aanpikken, om met ons op zoek te gaan naar de grote keverorchis om die te kunnen aanschouwen c.q. fotograferen. Het mocht. In het alpenweitje ontdekten we een paar koninginnepages, een aantal blauwtjes alsook het zeer zeldzame bruin dikkopje, een specialiteit van deze streek.

Koninginnepage

De planten die we in deze wei aantroffen waren o.a. harige ratelaar, gewone ossentong, voorjaarsganzerik, grote centaurie en wellicht ook paardenbloemstreepzaad en aarddistel maar die bloeiden beide nog niet en laten zich niet-bloeiend lastig op naam brengen. En later nog veldsalie.

Harige Ratelaar

Hierna liepen we een stukje langs de door Natuurmonumenten beheerde akker met prachtige kleuren van grote klaproos en veldlathyrus. Na de akker ging onze wandeling verder door bosachtig terrein (met de ook al zeer zeldzame groene bermzegge en duifkruid). Hier beleefde Klaas zijn moment van totale euforie, immers zijn grote wens ging in vervulling: Ellen vond een bloeiende grote keverorchis. Klaas legde zijn wenssoort gevoelig vast, hetgeen aan zijn trillende snorpunten was af te lezen. Ook stonden hier veel, nog niet bloeiende brede wespenorchissen.

Voort ging het langs een paar prachtige bospaden (met rode kamperfoelie, fladderiep, ruige scheefkelk en boslathyrus) naar een andere fraaie locatie, de Duivelsgrot. Deze grot bevindt zich in de zuidhelling en ligt op krap 200 meter van België en is onderdeel van een klein gangenstelsel. In de kalkrijke weitjes er naartoe bleken twee stukken door Natuurmonumenten afgeplagd te zijn. Dit is nodig omdat het grasland te voedselrijk is geworden. Dit komt door de huidige neerslag van stikstof, die natuurlijk ook in natuurmonumenten neerdaalt. Men probeert door deze verarming de planten die hier oorspronkelijk veel voorkwamen weer te stimuleren. Hopelijk met succes.

Muurhavikskruid

Bij de Duivelsgrot aangekomen klommen we bergopwaarts. De grot bleek ook een duivelse beklimming met zich mee te brengen! Maar met de nodige alpinistische, zeg maar gerust halsbrekende toeren, kwamen we hogerop en werden we beloond met wilde reseda, kleine steentijm en enkele exemplaren van het uiterst zeldzame groot zonneroosje. Het is de enige plek in Nederland waar deze plant groeit. We kregen tevens een magnifiek uitzicht op het Jekerdal en het dorpje Kanne in België als bonus.

Pas toen we bovenop de heuvel aangekomen waren, bleek dat het verboden was de helling met de grot te betreden vanwege het neerstortgevaar. Beneden was zulks niet vermeld. Kennelijk is het niet gebruikelijk, dan wel te verwachten, dat onverantwoordelijken de helling van onderen op zullen gaan!? Zodoende weer wat geleerd!

Bij terugkeer langs de eerder beschreven karpervijver bleken onze visvrienden ondertussen het schier onmogelijke gepresteerd te hebben: niet één karper was gevangen! Maar de heerlijk geurende hamburgers, tosti apparatuur en blikjes bier wezen toch op een welbestede buitendag. Teruggekeerd bij onze auto bleek deze geheel opgeladen te zijn, waarna we ons richting Maastricht begaven.

Na nogmaals een wandeling, ditmaal door het centrum van het immer gezellige Maastricht, vonden we ons terug in een klein etablissement, in de nabijheid van het Vrijthof. De luidruchtige en schalkse Limburgse die onze bestellingen met de nodige zwier op onze tafel deponeerde, werkte bepaald sfeerverhogend en bevestigde de spontane Limburgse inborst. Een betere afsluiting hadden we ons, na deze vermoeiende dag, niet kunnen wensen!

De avond was al ver heen toen we de parkeergarage Mosae Forum aan de Maasboulevard uitreden om de terugreis te aanvaarden. Jammer was dat onze heenroute over de A73 was afgesloten, zodat we via Eindhoven moesten omrijden. Dat hield in dat we een extra tankbeurt moesten inplannen. Zo kon het gebeuren dat we tegen middernacht kwh’s stonden in te laden ter hoogte van het Brabantse Sint-Oedenrode. Zo kom je nog eens ergens! Tegen 01.30 uur ’s nachts arriveerden we in Kampen, na een heel lange, want 18 uur, en intensieve excursiedag. Maar zeer geslaagd!

Tekst en foto’s: Cor Nagelmaeker

 

Ochtend fiets excursie vogelwerkgroep Reevediep zaterdag 21 september 2019

Komende zaterdagochtend 21 september, organiseert de Vogelwerkgroep van natuurvereniging IJsseldelta een vogelexcursie op de fiets langs de nieuwe natuurgebieden van de Het Reevediep of Bypass ten zuiden van Kampen tussen de IJssel en het Drontermeer.

Sinds dit voorjaar zijn de fietspaden opengesteld voor het publiek en zijn in de gebieden die onder water zijn gestroomd al veel bijzondere vogels waargenomen. Enkele paartjes steltkluten broedden er onverwachts, zeldzame vogels als zwarte ibis, ralreiger, witwangstern en roodhalsgans zochten er voedsel naast tientallen lepelaars.

We hopen vanaf het fietspad op de dijk langs het Reevediep (Bypass) veel vogels te zien.

Een verrekijker meenemen is aan te bevelen. We vertrekken om 07:30 uur vanaf de Nieuwenbrug over de Bypass en zullen ca. 11:30 uur terug zijn. Excursieleider is Henk de Vos, opgave graag voor 19 september via telefoonnummer 06 30157915, deelname is gratis

Ratelaar 149 Zomer Herfst 2019

In dit  nummer van de Ratelaar o.a. de volgende artikelen De Zeearend in Nederland,  excursie verslag van de planten werkgroep en Reisverslag deel 3 naar Kenia door een lid van de vereniging.

Verder lezen : Ratelaar 149

Plantenwerkgroep: excursie Reevediep 19 juni 2019

Kijkje over de dijk: het Reevediep: foto: Heleen Strikkers

De bui komt dreigend dichterbij, foto: Heleen Strikkers

De bestemming: Reevediep werd niet gehaald omdat er een enorm buiencomplex vanuit het noordwesten optrok. Vanaf de parkeerplaats bij het gemaal aan de Noordwendige dijk maakten we een korte wandeling waarbij de gebruikelijke soorten genoteerd konden worden, zoals Zwarte mosterd, Avondkoekoeksbloem en Witte Krodde, waarvan de zaaddozen het bewijs van zijn aanwezigheid leverden.

Zwarte mosterd, foto Gonny Sleurink
Avondkoekoeksbloem, foto: Gonny Sleurink

Toen het onweer losbarstte konden we het mooie schouwspel vanonder de luifel van het gemaalhuisje aanschouwen. De huiszwaluwen met veel nesten onder de dakgoot keken hier niet vreemd van op en kwetterden lustig door.

Maar het bleef regenen. Het was best knus onder de luifel waardoor een aantal mensen besloot het gezellige samenzijn ietwat te verlengen. De excursie werd dan ook besloten met koffie aan de IJssel in de Stadsherberg waar we getrakteerd werden op prachtige kleuren van de ondergaande zon die nog snel even door Gonny werden vastgelegd.

Kampen in vuur en vlam, foto: Gonny Sleurink

Volgend jaar een nieuwe poging.

Tekst: Heleen Strikkers

Foto’s: Gonny Sleurink en Heleen Strikkers

Plantenwerkgroep, excursie Hunzedal 24-8-2019

Het stroomdal van de Hunze: Bonnerklap, Spijkerboor en Motte met biggen.

Wat een wonderlijke namen komen we vandaag weer tegen: ons eerste doel is Bonnerklap en in de middag kiezen we Spijkerboor als uitvalsbasis. We sluiten af met een vraag over plantennamen in het dialect van de streek (nou ja, soms was die streek wel heel ruim).

Na koffie met gebak op een terras van een uitstekende bakkerij in Gieten, rijden we nog een paar kilometer oostwaarts. De weg volgt eerst de grens van de hoger gelegen Hondsrug en het golvende landschap van het beekdal. Eén van de boerderijen waar we langs rijden heet dan ook toepasselijk ’t Hoogt. We stoppen bij een parkeerplaats bij het natuurgebied Bonnerklap/Torenveen. Wij zullen het rondje Bonnerklap lopen. Gelukkig zijn we buiten het broedseizoen, zodat we niet op de kades hoeven te blijven, maar vrij kunnen rondstruinen en alle meanders van de Hunze kunnen volgen.

Prachtig weer, dus zonnebrand smeren en petten op!

Het informatiebord geeft aan dat dit natuurgebied van ca 300 ha sinds 2012 is opengesteld voor publiek. Het beekdal ligt ten oosten van de Hondsrug, die de waterscheiding vormt tussen de Drentse Aa in het westen en de Hunze in het oosten. Wat direct opvalt, is het meanderen van de beek. Met royale bochten slingert de beek zich door een open weidelandschap, dat begraasd wordt door koeien en paarden, die flink de ruimte hebben. Op onze wandeling van zo’n 6 km kruisten we één keer hun pad.

En wat een rust! In de verte zien we zo af en toe een auto maar de wind staat gunstig, dus we horen ze nauwelijks. In dit jaargetijde zijn vogels ook alweer veel stiller.

Het informatiebord vermeldt verder dat er bij de herinrichting van het gebied een skelet is gevonden uit de IJzertijd, zo’n 2500-2800 jaar oud. Toen was er hier dus al bewoning. Het bord belooft ons verder o.a. de veldleeuwerik. Weliswaar hangt hij nauwelijks meer hoog in de lucht te kwinkeleren, maar die we wel hoorden en zagen als ze van het land opvlogen. De watergentiaan, die van stromend water houdt zagen we in groten getale ook bloeiend, en verder wordt vermeld dat de kunstmatige stuwen inmiddels zijn vervangen door de veel natuurlijker, en visvriendelijker keien en aarden dammetjes.

Onze eerste determinatiesessie betrof het onderscheid tussen Beklierde basterd wederik en Moeras basterd wederik. We kwamen dankzij de klierhaartjes (loep!) tot de beklierde (ja, de naam zegt het natuurlijk al). We kwamen veel bekende soorten tegen, weinig echte bijzonderheden, maar aan het eind van onze ronde door de Bonnerklap stond de teller toch op 149 soorten. In zo’n beekdal zijn heel wat biotopen te vinden, variërend van hoger en lagergelegen grasland, beekoevers, watervegetatie en hier en daar kleine bosjes (heerlijke verkoeling bij de lunch!).

Enkele van de soorten die we vonden: in het water Pijlkruid, Grote egelskop, Watergentiaan en Kikkerbeet, Grote waterweegbree, Watervorkje, Zwanenbloem; langs de oevers Gevleugeld hertshooi, Driedelig tandzaad, Knikkend tandzaad, Kleine watereppe, Beekpunge, Kleine duizendknoop, Blaartrekkende boterbloem, Waterpostelein, Naaldwaterbies, Rode schijnspurrie, Snavelzegge, Waterzuring, Zenegroen; in de bosjes Gelderse roos, Boswilg, Ruwe smele; en op de wat hoger gelegen gronden en langs de weg o.a. Vlasbek, Gladde witbol, Cichorei,  Hertshoornweegbree en Lange ereprijs, maar die laatste was vast niet op natuurlijke wijze daar gekomen.

Ook vogels en insecten lieten zich spotten: de Beekjuffer vloog een tijd met ons mee langs de beek, we hoorden en zagen veel veldleeuweriken, maar ook een watersnip en een bruine kiekendief.

We besluiten het zuidelijke deel: Torenveen, te laten zitten en wat meer stroomafwaarts te gaan naar het noorden: vanuit Spijkerboor wandelen we rondom het Annermoeras.
Ook hier een informatiebord bij het parkeerterrein: “het Hunzegebied is in de meest letterlijke zin een ‘nieuwe wereld’ die pas in de afgelopen eeuw zijn huidige vorm kreeg toen het afgegraven veengebied werd ingericht als landbouwgebied. Daarbij hoorde een Hunze die zich wist te gedragen en keurig binnen z’n oevers bleef om het overtollige water zo snel mogelijk af te voeren”. Maar de tijden zijn opnieuw veranderd: inmiddels is niet alleen waterafvoeren een opgave, maar water bergen is minstens zo belangrijk geworden. De landbouw heeft gedeeltelijk plaats gemaakt voor natuurontwikkeling en ook hier heeft de Hunze de vrije hand gekregen om haar natuurlijke loop zelf te ontwikkelen. De Hunze heet hier ook wel Oostermoerse Vaart, en speelde een belangrijke rol bij het vervoer van turf. Ook hier hoeven we buiten het broedseizoen niet op de kades te blijven.

Ook al heet het hier Annermoeras, het heeft toch veel weg van Bonnerklap. Het landschap is wat wijder geworden, de beek is breder, stroomt langzamer en er zijn minder rietkragen. Ook hier grazend vee, o.a. een kudde blaarkoppen. En diezelfde heerlijke rust. We kwamen een wandelaar tegen die met zijn honden een verfrissende duik in de beek nam.

Zoals te verwachten zijn er verder stroomafwaarts veel zelfde soorten te vinden als bij Bonnerklap. Maar we treffen ook nieuwe soorten, waarbij we in dit gebied (oud en nieuw) op een totaal van 179 komen. Enkele van dezen soorten: in het dorp Madelief, Muskus kaasjeskruid, Stinkende gouwe, Hemelsleutel, Spurrie, een ingezaaide akkerrand met o.a. Slangenkruid, Bleke klaproos en Korenbloemen, en in en langs de beek Waterkruiskruid, Glidkruid, Wateraardbei, Veldlathyrus, Dagkoekoeksbloem, Stijve ogentroost, Rode waterereprijs, Zeegroene muur en de schadelijke invasieve exoot Watercrassula: een onooglijk plantje, dat wel hele plaggen kan vormen, waarmee het de overige vegetatie verstikt.

En wat betreft vogels en insecten:

Op het water schaatsenrijders en glinsterende schrijvertjes: soms een dans, soms lijkt het meer op tikkertje of een regelrechte strijd. In de lucht en langs de waterkant opnieuw een bruine kiek, en veel gele kwikstaarten.

Na een prachtige dag sloten we deze af op het terras van een eetcafé in Eext. Terwijl we genoten van een drankje en een maaltijd, bleek dat we in een regionale puzzelrit beland waren. We konden meegenieten van de uitslagen! Elke winst van 30 punten van de 1000 werd toegelicht, de logica van degenen die de tocht had uitgezet had zo zijn eigen meanders. (Een voorbeeld: ga niet rechtsaf met een nietje door het papier betekent: ga wel rechtsaf: 2 nietjes zijn een dubbele ontkenning, helaas geen 30 punten verdiend….).
Eén vraag was ook aan ons besteed: met de streeknamen van 4 planten kwamen we halverwege  (soms was die streek dus wel heel breed): Akkerwinde: Pispotje, Salomonszegel: Motte (is zeug) met biggen, Sleedoorn: zuurbekkie; Kamperfoelie (we onthielden zoete zoege of zoiets; onze associatie: als je aan een bloem zuigt is die zoet vanwege de honing).

Al met al een prachtige afsluiting van dit plantenseizoen!

Verslag: Toos Lodder

Foto’s: Gonny Sleurink