Plantenwerkgroep: excursie Tolkamer 24 augustus 2013

Vandaag vertrekken we naar de omgeving van Tolkamer. Daar waar de Rijn ons land binnenkomt. Diverse in de voorbije eeuwen afgesneden rivierbochten maken trouwens, dat we nu spreken over het Bijlands kanaal en het Pannerdens kanaal. Daarnaast zijn ook de restanten van oude rivierlopen in het gebied te vinden, zoals de Oude Waal en de Oude Rijn. Tezamen heet dit gebied ook wel de Rijnstrangen.

 

We starten traditioneel met een bak koffie incl. appelgebak. Buiten op een terrasje in een inspirerend straatje, de Tolstraat. De oudere huizen hebben geen voortuin, maar er zijn wat stoeptegels verwijderd en stokrozen, lavendel en andere plantjes geplant, wat een enorme warme uitstraling aan het straatje geeft. Dit zou in de binnenstad van Kampen ook fraai staan. Het “onkruid” wat er tussen groeit, zoals bingelkruid en gehoornde klaverzuring misstaat absoluut niet.

We vinden er cichorei met zijn schitterende blauwe bloemen. Rond de 17de eeuw roosterde men de wortels van deze plant om zo een koffieachtige drank te verkrijgen. Tegenwoordig wordt de cichorei wortel verwerkt in surrogaatkoffie als geroci, pacha en bambu.

het talud van de oude veerhaven ziet geel van het vlasbekje

We lopen richting de kade.  Langs de kade van de jachthaven Bijland ziet het geel van het vlasbekje. Een prachtig gezicht. Op een relatief klein stukje kade vinden we erg veel verschillende, interessante planten o.a.:

Wede (Isatis tinctoria). Wede is een plant uit de kruisbloemenfamilie . Uit de plant kan de blauwe kleurstof pastel worden gewonnen. De plant is in Nederland zeer zeldzaam.  Volgens de Flora vind je de plant vooral langs de rivieroevers van Waal en de Rijn waar de zaden worden aangevoerd uit Beieren en Zwitserland. Dat klopt dus. Wede komt oorspronkelijk uit de Aziatische steppe en is voor de blauwe kleurstof pastel hier heen gebracht. Hopwarkruid, deze grijpt zich verward vast aan het valeriaan.

IJzerhard, hierover lees ik op de site www.plantaardigheden.nl  het volgende : “Het gedroogde kruid gestrooid rond het huis brengt vrede en rust, als men het in de tuin strooit zullen alle planten het uitstekend doen. Om voor lange tijd kuis te blijven, vergaar dan IJzerhard voordat de zon rijst op de eerste dag van de nieuwe maan, pers het sap eruit en drink het op, dit zorgt ervoor dat je alle zin in seks verliest voor de komende 7 jaar.” Sinds alle euforie na het uitkomen van het boek “50 tinten grijs”, wellicht nuttig om te weten en ““Als IJzerhard gedragen wordt zal het eeuwige jeugd brengen en boven het hoofdeinde van het bed gehangen zal het je beschermen tegen enge dromen.” Dit klinkt allemaal ijzersterk.

Verder ontmoeten we haagwinde, sint janskruid, teunisbloem, walstro, knopig helmkruid, wilde peen, moerasandoorn, klein liefdegras,  straatliefdegras, akkerwinde, wilde bertram, hennepnetel, kaal knopkruid, vingergras, handjesgras, hoenderbeet, groene naaldaar, kleine leeuwenbek, groene amarant en een twijfelgeval. Gelukkig loopt er een buis langs de kade waar we even op kunnen gaan zitten, zodat Niels in alle rust het twijfelgeval kan bestuderen. Het is een composiet, vaal geel van kleur en  lijkt verwant aan kompassla. Eindconclusie: het is kompassla

Een erg leuke vondst is ook stekelzaad en tripmadam. Tripmadam is lid van  de vetplantenfamilie. En meer leden van deze familie vinden we naast elkaar op de kade: wit vetkruid, muurpeper en zacht vetkruid , waardoor de onderlinge verschillen duidelijk zichtbaar zijn.

We verlaten de kade en lopen om de wijk Tuindorp heen richting Vluchthaven. Tuindorp is rond 1920 gebouwd door Scheepswerf De Hoop als huisvesting voor de toen aangetrokken Poolse arbeiders. Deze vertrokken weer snel en daarna is het blijven bestaan als wijk van het dorp Tolkamer.

Lopend over het dijkje langs de Bijlandseweg vinden we nog meer leuke planten: sikkelklaver, luzerne (een vaste plant die wel 12 jaar oud kan worden, helaas halen de meeste deze hoge leeftijd niet, want de plant wordt wereldwijd verbouwd voor eiwitrijk veevoer) grote centaurie, kweekdravik, bonte luzerne, pastinaak, gewone agrimonie, ruige weegbree, felroze aardaker, mierikswortel, geoorde zuring.

Langs de haven, genaamd Vluchthaven, vinden we kruisdistel, grote zandkool, wilde reseda, zwarte toorts, kleine bevernel, knolribzaad (uitgebloeid), cipreswolfsmelk, beemdkroon(bedreigde soort) en fraai bloeiende salie.

Lunchpauze houden we bij het zogeheten Helicopterveldje, een erg mooi stuk stroomdalgrasland.

Al heel snel vinden we waarvoor we gekomen zijn: vertakte paardenstaart. De verschijning valt een beetje tegen, maar dat roepen we niet te hard, want volgens de Rode Lijst is de plant gevoelig.

Op de dijk of rivierduin ? hebben we een prachtig uitzicht over een strandje, het water en de uiterwaarden. We snoepen wat dauwbramen in de struwelen, zoals dat zo mooi heet. Bewonderen hokjespeul (astragalus)en de grote wederik met haar mooie gele bloemen. Hier staan fier de Engelse alant en Canadese guldenroede naast elkaar. De Duitse alant zal hoogstwaarschijnlijk aan de overkant van het water de wacht houden.

Het is een druk bevaren waterweg. Lange schepen zwaarbeladen met meters lange rijen trucks, tractoren en personenauto’s. Een oude raderboot zonder raderen, ”Graaf van Bijlandt”, die betere tijden heeft gekend, diverse pleziervaartuigjes.

Het bloeiend handjesgras kleurt het rivierenduinlandschap prachtig rood. Door ingrijpen van de mens vormen zich nagenoeg geen rivierduinen meer in Nederland.  De site www.geologievannederland.nl is aardig, om iets te lezen over de diverse landschappen in Nederland.

We lopen van krib naar krib, genietend van het zachte weer en de vondsten: kattendoorn, geel walstro, brede ereprijs, vlieszaad, late stekelnoot en diverse ganzenvoeten: zeegroene ganzenvoet, welriekende ganzenvoet, druifkruid, korrelganzenvoet en rode ganzenvoet. Ganzenvoeten verschillen sterk in geur, zo ruikt welriekende ganzenvoet naar citroen en druifkruid naar peut. De ganzenvoetfamilie is volgens het APG systeem (gebaseerd op DNA gegevens) nu ondergebracht bij de amarantenfamilie. Veel ganzenvoetsoorten hebben een aparte manier om hun zaad te verspreiden: de verdroogde plant breekt los van de wortels en laat zich door de wind meevoeren over de vlakte. Het verloren zaad komt zo overal terecht. Nu dus bij de amarantenfamilie.

Op de terugweg over de verharde Bijlandtseweg, op zoek naar toevalligheden, vinden we nog een uitzonderlijk grote rode ogentroost,  troost zoekend onder een meidoorn.

Het begint te regenen, zachtjes en verfrissend. We lopen om de Vluchthaven, langs de dijk, waar we  zeepkruid en bont kroonkruid tegenkomen. Zonnebloemen kijken ons vanaf de dijk lachend aan en dan begint het toch flink te plenzen. Kletsnat vinden we na een stevige wandeling de auto weer terug.

Een bezoek aan het vroegere eiland Salmorth aan de overkant in Duitsland, wat op het programma stond, redden we qua tijd niet meer. Geen nood, dat bezoek noteren we met plezier in de agenda voor een volgende keer.

Verslag: Ellen van Knippenberg

Foto’s: Heleen Strikkers

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *