Excursie programma Vogelwerkgroep 2e halfjaar 2019

Zaterdag 21 september 2019 Ochtend fiets excursie Reevediep

Zaterdag 21 september 2019 Ochtend fiets excursie Reevediep Vertrek 07:30 uur aan de Kampen kant van de Nieuwenbrug over het Reevediep Terugkomst bij de Nieuwenbrug ca 11:30 uur Excursieleider: Henk de Vos Telefoonnummers 06-30157915 of 038-3324758 Graag uiterlijk de donderdagavond voor de excursie aanmelden

Zaterdag 05 oktober 2019 Ochtend excursie Vogelringstation de Glinte Kamperhoek Vertrek 08:00 uur van Burgemeester Berghuisplein Kampen Terugkomst in Kampen ca 12:00 uur Excursieleider: Oscar de Pauw, Telefoonnummers 06-13750331 of 0321-382873 I.v.m. carpooling uiterlijk de donderdagavond voor de excursie aanmelden. Meerijden en bijdrage voor het ringstation kost € 6,00, bij vertrek te voldoen aan de excursieleider.

Zaterdag 26 oktober 2019 Dagexcursie Diepholz Duitsland Kraanvogels, Uitwijk wegens weer of latere aankomst kraanvogels naar 1 week later. Vertrek 06:00 uur van Burgemeester Berghuisplein Kampen, terugkomst in Kampen ca 22.00 uur Paspoort of identiteit bewijs verplicht mee te nemen. Excursieleiders: Marc van der Kolk, Nico Goosen en Oscar de Pauw Aanmelden bij Nico Goosen Telefoonnummer 06-23778880 of 038-3329008 I.v.m. carpooling uiterlijk de donderdagavond voor de excursie aanmelden. Meerijden kost € 20.00, bij vertrek te voldoen aan een van de excursieleiders. Nadere informatie volgt via de digitale nieuwsbrief en de website.

Zaterdag 09 november 2019 Overijsselse Vogelaarsdag Locatie: Camping de Zandstuwe, Grote Belterweg 3 7794 RA Rheeze ( Hardenberg ) Nadere informatie volgt z.s.m. via de digitale nieuwsbrief en de website

Zaterdag 30 november 2019 Landelijke SOVON dag De Reehorst in Ede Nadere informatie volgt z.s.m. via de digitale nieuwsbrief en de website.

Zaterdag 14 december 2019 Dagexcursie Lauwersmeer Groningen Friesland Vertrek 07:30 uur van Burgemeester Berghuisplein Kampen Excursieleider is Anton Wielink Telefoonnummer 038-3321562 I.v.m. carpooling uiterlijk de donderdagavond voor de excursie aanmelden. Terugkomst in Kampen ca. 17:00 uur. Meerijden kost € 15.00, bij vertrek te voldoen aan de excursieleider

Plantenwerkgroep: excursie Sint Pietersberg 25 mei 2019

Deelnemers: Niels Jeurink, Ellen van Knippenberg, Klaas van Leiden, Cor Nagelmaeker, Bert Siebrand en Henk Snel.

Al om 07.30 uur stonden we klaar op het Meeuwenplein om de reis naar Maastricht, erkend hoofdstad van Bourgondisch Nederland, te aanvaarden. Ons reisdoel in het ‘bronsgroen eikenhout’ was de Sint Pietersberg even ten zuiden van Maastricht. Een mergelheuvel die door de ENCI ten behoeve van de cementproductie voor een flink deel is afgegraven. Het resterende gebied is thans grotendeels in bezit van Natuurmonumenten. Het vormt sinds 2013, samen met het aangrenzende Jekerdal een Natura 2000-gebied. Vanwege de hier aanwezige kalksteen is het een floristisch zeer interessant en uniek gebied in Nederland.

Tegen 11.00 uur reden we door een aantal haarspeldbochten (chapeau Niels!) de oosthelling van de Sint-Pietersberg op. We kwamen uit bij het bekende Buitengoed Slavante, met terras, van waaruit we een prachtig uitzicht hadden op het Maasdal. Het restaurant Slavante is een voormalige buitensociëteit uit 1846. Het bezit tegenwoordig een eigen wijngaard. We lieten ons de koffie met heerlijke vlaaien goed smaken. Genietend van het fraaie uitzicht bekroop ons een vakantiegevoel. De zon deed de rest.

Uitzicht over de Maas

Daarna ging het naar de parkeerplaats bij de groeve. Na enige perikelen rond de oplaadpaal begonnen we met inventariseren, wat al meteen een keur aan planten te zien gaf: o.a. liggende klaver, harige ratelaar, hokjespeul, gulden sleutelbloem, heen en grijs havikskruid. Na 15 minuten en 10 meter verwijderd van de auto stond de teller al op 50 soorten.

Na enige tijd lopen kwamen we langs een grote vijver die in bezit was van Staatsbosbeheer. We lieten ons door een paar vissers vertellen dat het meer vol zat met karpers, zoals schubkarper, gewone karper, spiegelkarper en boerenkarper. Soms sprong een fors exemplaar geheel boven water uit. Na wat beter kijken ontwaarden we hele grote scholen met wel honderd karpers. De hoeveelheid visgereedschap van de gemoedelijke Limburgers verried een enorme vangstcapaciteit. En de aanwezige culinaire apparatuur liet weinig te raden over. Edoch: gevangen vissen moesten onverwijld worden teruggezet, zo luidde het verdict van Staatsbosbeheer.

Hierna liepen we omhoog het bos in. Een van de eerste planten die we daar vonden was het stijf havikskruid met prachtige gele bloemen. Verder langs dit pad zagen we o.a. prachtige boszegge en gevinde kortsteel.

Het pad slingerde verder omhoog en uiteindelijk arriveerden we bovenaan een kalkrijk grasland. Het mooie uitzicht deed ons besluiten hier de lunch te gebruiken. Het was ook hier dat plotsklaps Klaas van Leiden opdook. We hadden hem al zien scharrelen bij de graanakker. Hij schoof langzaam door het mergellandschap onze kant uit. Hij was op zoek naar van alles en nog wat, maar zou heel gelukkig worden als hij mocht aanpikken, om met ons op zoek te gaan naar de grote keverorchis om die te kunnen aanschouwen c.q. fotograferen. Het mocht. In het alpenweitje ontdekten we een paar koninginnepages, een aantal blauwtjes alsook het zeer zeldzame bruin dikkopje, een specialiteit van deze streek.

Koninginnepage

De planten die we in deze wei aantroffen waren o.a. harige ratelaar, gewone ossentong, voorjaarsganzerik, grote centaurie en wellicht ook paardenbloemstreepzaad en aarddistel maar die bloeiden beide nog niet en laten zich niet-bloeiend lastig op naam brengen. En later nog veldsalie.

Harige Ratelaar

Hierna liepen we een stukje langs de door Natuurmonumenten beheerde akker met prachtige kleuren van grote klaproos en veldlathyrus. Na de akker ging onze wandeling verder door bosachtig terrein (met de ook al zeer zeldzame groene bermzegge en duifkruid). Hier beleefde Klaas zijn moment van totale euforie, immers zijn grote wens ging in vervulling: Ellen vond een bloeiende grote keverorchis. Klaas legde zijn wenssoort gevoelig vast, hetgeen aan zijn trillende snorpunten was af te lezen. Ook stonden hier veel, nog niet bloeiende brede wespenorchissen.

Voort ging het langs een paar prachtige bospaden (met rode kamperfoelie, fladderiep, ruige scheefkelk en boslathyrus) naar een andere fraaie locatie, de Duivelsgrot. Deze grot bevindt zich in de zuidhelling en ligt op krap 200 meter van België en is onderdeel van een klein gangenstelsel. In de kalkrijke weitjes er naartoe bleken twee stukken door Natuurmonumenten afgeplagd te zijn. Dit is nodig omdat het grasland te voedselrijk is geworden. Dit komt door de huidige neerslag van stikstof, die natuurlijk ook in natuurmonumenten neerdaalt. Men probeert door deze verarming de planten die hier oorspronkelijk veel voorkwamen weer te stimuleren. Hopelijk met succes.

Muurhavikskruid

Bij de Duivelsgrot aangekomen klommen we bergopwaarts. De grot bleek ook een duivelse beklimming met zich mee te brengen! Maar met de nodige alpinistische, zeg maar gerust halsbrekende toeren, kwamen we hogerop en werden we beloond met wilde reseda, kleine steentijm en enkele exemplaren van het uiterst zeldzame groot zonneroosje. Het is de enige plek in Nederland waar deze plant groeit. We kregen tevens een magnifiek uitzicht op het Jekerdal en het dorpje Kanne in België als bonus.

Pas toen we bovenop de heuvel aangekomen waren, bleek dat het verboden was de helling met de grot te betreden vanwege het neerstortgevaar. Beneden was zulks niet vermeld. Kennelijk is het niet gebruikelijk, dan wel te verwachten, dat onverantwoordelijken de helling van onderen op zullen gaan!? Zodoende weer wat geleerd!

Bij terugkeer langs de eerder beschreven karpervijver bleken onze visvrienden ondertussen het schier onmogelijke gepresteerd te hebben: niet één karper was gevangen! Maar de heerlijk geurende hamburgers, tosti apparatuur en blikjes bier wezen toch op een welbestede buitendag. Teruggekeerd bij onze auto bleek deze geheel opgeladen te zijn, waarna we ons richting Maastricht begaven.

Na nogmaals een wandeling, ditmaal door het centrum van het immer gezellige Maastricht, vonden we ons terug in een klein etablissement, in de nabijheid van het Vrijthof. De luidruchtige en schalkse Limburgse die onze bestellingen met de nodige zwier op onze tafel deponeerde, werkte bepaald sfeerverhogend en bevestigde de spontane Limburgse inborst. Een betere afsluiting hadden we ons, na deze vermoeiende dag, niet kunnen wensen!

De avond was al ver heen toen we de parkeergarage Mosae Forum aan de Maasboulevard uitreden om de terugreis te aanvaarden. Jammer was dat onze heenroute over de A73 was afgesloten, zodat we via Eindhoven moesten omrijden. Dat hield in dat we een extra tankbeurt moesten inplannen. Zo kon het gebeuren dat we tegen middernacht kwh’s stonden in te laden ter hoogte van het Brabantse Sint-Oedenrode. Zo kom je nog eens ergens! Tegen 01.30 uur ’s nachts arriveerden we in Kampen, na een heel lange, want 18 uur, en intensieve excursiedag. Maar zeer geslaagd!

Tekst en foto’s: Cor Nagelmaeker

 

Ochtend fiets excursie vogelwerkgroep Reevediep zaterdag 21 september 2019

Komende zaterdagochtend 21 september, organiseert de Vogelwerkgroep van natuurvereniging IJsseldelta een vogelexcursie op de fiets langs de nieuwe natuurgebieden van de Het Reevediep of Bypass ten zuiden van Kampen tussen de IJssel en het Drontermeer.

Sinds dit voorjaar zijn de fietspaden opengesteld voor het publiek en zijn in de gebieden die onder water zijn gestroomd al veel bijzondere vogels waargenomen. Enkele paartjes steltkluten broedden er onverwachts, zeldzame vogels als zwarte ibis, ralreiger, witwangstern en roodhalsgans zochten er voedsel naast tientallen lepelaars.

We hopen vanaf het fietspad op de dijk langs het Reevediep (Bypass) veel vogels te zien.

Een verrekijker meenemen is aan te bevelen. We vertrekken om 07:30 uur vanaf de Nieuwenbrug over de Bypass en zullen ca. 11:30 uur terug zijn. Excursieleider is Henk de Vos, opgave graag voor 19 september via telefoonnummer 06 30157915, deelname is gratis

Ratelaar 149 Zomer Herfst 2019

In dit  nummer van de Ratelaar o.a. de volgende artikelen De Zeearend in Nederland,  excursie verslag van de planten werkgroep en Reisverslag deel 3 naar Kenia door een lid van de vereniging.

Verder lezen : Ratelaar 149

Plantenwerkgroep: excursie Reevediep 19 juni 2019

Kijkje over de dijk: het Reevediep: foto: Heleen Strikkers

De bui komt dreigend dichterbij, foto: Heleen Strikkers

De bestemming: Reevediep werd niet gehaald omdat er een enorm buiencomplex vanuit het noordwesten optrok. Vanaf de parkeerplaats bij het gemaal aan de Noordwendige dijk maakten we een korte wandeling waarbij de gebruikelijke soorten genoteerd konden worden, zoals Zwarte mosterd, Avondkoekoeksbloem en Witte Krodde, waarvan de zaaddozen het bewijs van zijn aanwezigheid leverden.

Zwarte mosterd, foto Gonny Sleurink
Avondkoekoeksbloem, foto: Gonny Sleurink

Toen het onweer losbarstte konden we het mooie schouwspel vanonder de luifel van het gemaalhuisje aanschouwen. De huiszwaluwen met veel nesten onder de dakgoot keken hier niet vreemd van op en kwetterden lustig door.

Maar het bleef regenen. Het was best knus onder de luifel waardoor een aantal mensen besloot het gezellige samenzijn ietwat te verlengen. De excursie werd dan ook besloten met koffie aan de IJssel in de Stadsherberg waar we getrakteerd werden op prachtige kleuren van de ondergaande zon die nog snel even door Gonny werden vastgelegd.

Kampen in vuur en vlam, foto: Gonny Sleurink

Volgend jaar een nieuwe poging.

Tekst: Heleen Strikkers

Foto’s: Gonny Sleurink en Heleen Strikkers

Plantenwerkgroep, excursie Hunzedal 24-8-2019

Het stroomdal van de Hunze: Bonnerklap, Spijkerboor en Motte met biggen.

Wat een wonderlijke namen komen we vandaag weer tegen: ons eerste doel is Bonnerklap en in de middag kiezen we Spijkerboor als uitvalsbasis. We sluiten af met een vraag over plantennamen in het dialect van de streek (nou ja, soms was die streek wel heel ruim).

Na koffie met gebak op een terras van een uitstekende bakkerij in Gieten, rijden we nog een paar kilometer oostwaarts. De weg volgt eerst de grens van de hoger gelegen Hondsrug en het golvende landschap van het beekdal. Eén van de boerderijen waar we langs rijden heet dan ook toepasselijk ’t Hoogt. We stoppen bij een parkeerplaats bij het natuurgebied Bonnerklap/Torenveen. Wij zullen het rondje Bonnerklap lopen. Gelukkig zijn we buiten het broedseizoen, zodat we niet op de kades hoeven te blijven, maar vrij kunnen rondstruinen en alle meanders van de Hunze kunnen volgen.

Prachtig weer, dus zonnebrand smeren en petten op!

Het informatiebord geeft aan dat dit natuurgebied van ca 300 ha sinds 2012 is opengesteld voor publiek. Het beekdal ligt ten oosten van de Hondsrug, die de waterscheiding vormt tussen de Drentse Aa in het westen en de Hunze in het oosten. Wat direct opvalt, is het meanderen van de beek. Met royale bochten slingert de beek zich door een open weidelandschap, dat begraasd wordt door koeien en paarden, die flink de ruimte hebben. Op onze wandeling van zo’n 6 km kruisten we één keer hun pad.

En wat een rust! In de verte zien we zo af en toe een auto maar de wind staat gunstig, dus we horen ze nauwelijks. In dit jaargetijde zijn vogels ook alweer veel stiller.

Het informatiebord vermeldt verder dat er bij de herinrichting van het gebied een skelet is gevonden uit de IJzertijd, zo’n 2500-2800 jaar oud. Toen was er hier dus al bewoning. Het bord belooft ons verder o.a. de veldleeuwerik. Weliswaar hangt hij nauwelijks meer hoog in de lucht te kwinkeleren, maar die we wel hoorden en zagen als ze van het land opvlogen. De watergentiaan, die van stromend water houdt zagen we in groten getale ook bloeiend, en verder wordt vermeld dat de kunstmatige stuwen inmiddels zijn vervangen door de veel natuurlijker, en visvriendelijker keien en aarden dammetjes.

Onze eerste determinatiesessie betrof het onderscheid tussen Beklierde basterd wederik en Moeras basterd wederik. We kwamen dankzij de klierhaartjes (loep!) tot de beklierde (ja, de naam zegt het natuurlijk al). We kwamen veel bekende soorten tegen, weinig echte bijzonderheden, maar aan het eind van onze ronde door de Bonnerklap stond de teller toch op 149 soorten. In zo’n beekdal zijn heel wat biotopen te vinden, variërend van hoger en lagergelegen grasland, beekoevers, watervegetatie en hier en daar kleine bosjes (heerlijke verkoeling bij de lunch!).

Enkele van de soorten die we vonden: in het water Pijlkruid, Grote egelskop, Watergentiaan en Kikkerbeet, Grote waterweegbree, Watervorkje, Zwanenbloem; langs de oevers Gevleugeld hertshooi, Driedelig tandzaad, Knikkend tandzaad, Kleine watereppe, Beekpunge, Kleine duizendknoop, Blaartrekkende boterbloem, Waterpostelein, Naaldwaterbies, Rode schijnspurrie, Snavelzegge, Waterzuring, Zenegroen; in de bosjes Gelderse roos, Boswilg, Ruwe smele; en op de wat hoger gelegen gronden en langs de weg o.a. Vlasbek, Gladde witbol, Cichorei,  Hertshoornweegbree en Lange ereprijs, maar die laatste was vast niet op natuurlijke wijze daar gekomen.

Ook vogels en insecten lieten zich spotten: de Beekjuffer vloog een tijd met ons mee langs de beek, we hoorden en zagen veel veldleeuweriken, maar ook een watersnip en een bruine kiekendief.

We besluiten het zuidelijke deel: Torenveen, te laten zitten en wat meer stroomafwaarts te gaan naar het noorden: vanuit Spijkerboor wandelen we rondom het Annermoeras.
Ook hier een informatiebord bij het parkeerterrein: “het Hunzegebied is in de meest letterlijke zin een ‘nieuwe wereld’ die pas in de afgelopen eeuw zijn huidige vorm kreeg toen het afgegraven veengebied werd ingericht als landbouwgebied. Daarbij hoorde een Hunze die zich wist te gedragen en keurig binnen z’n oevers bleef om het overtollige water zo snel mogelijk af te voeren”. Maar de tijden zijn opnieuw veranderd: inmiddels is niet alleen waterafvoeren een opgave, maar water bergen is minstens zo belangrijk geworden. De landbouw heeft gedeeltelijk plaats gemaakt voor natuurontwikkeling en ook hier heeft de Hunze de vrije hand gekregen om haar natuurlijke loop zelf te ontwikkelen. De Hunze heet hier ook wel Oostermoerse Vaart, en speelde een belangrijke rol bij het vervoer van turf. Ook hier hoeven we buiten het broedseizoen niet op de kades te blijven.

Ook al heet het hier Annermoeras, het heeft toch veel weg van Bonnerklap. Het landschap is wat wijder geworden, de beek is breder, stroomt langzamer en er zijn minder rietkragen. Ook hier grazend vee, o.a. een kudde blaarkoppen. En diezelfde heerlijke rust. We kwamen een wandelaar tegen die met zijn honden een verfrissende duik in de beek nam.

Zoals te verwachten zijn er verder stroomafwaarts veel zelfde soorten te vinden als bij Bonnerklap. Maar we treffen ook nieuwe soorten, waarbij we in dit gebied (oud en nieuw) op een totaal van 179 komen. Enkele van dezen soorten: in het dorp Madelief, Muskus kaasjeskruid, Stinkende gouwe, Hemelsleutel, Spurrie, een ingezaaide akkerrand met o.a. Slangenkruid, Bleke klaproos en Korenbloemen, en in en langs de beek Waterkruiskruid, Glidkruid, Wateraardbei, Veldlathyrus, Dagkoekoeksbloem, Stijve ogentroost, Rode waterereprijs, Zeegroene muur en de schadelijke invasieve exoot Watercrassula: een onooglijk plantje, dat wel hele plaggen kan vormen, waarmee het de overige vegetatie verstikt.

En wat betreft vogels en insecten:

Op het water schaatsenrijders en glinsterende schrijvertjes: soms een dans, soms lijkt het meer op tikkertje of een regelrechte strijd. In de lucht en langs de waterkant opnieuw een bruine kiek, en veel gele kwikstaarten.

Na een prachtige dag sloten we deze af op het terras van een eetcafé in Eext. Terwijl we genoten van een drankje en een maaltijd, bleek dat we in een regionale puzzelrit beland waren. We konden meegenieten van de uitslagen! Elke winst van 30 punten van de 1000 werd toegelicht, de logica van degenen die de tocht had uitgezet had zo zijn eigen meanders. (Een voorbeeld: ga niet rechtsaf met een nietje door het papier betekent: ga wel rechtsaf: 2 nietjes zijn een dubbele ontkenning, helaas geen 30 punten verdiend….).
Eén vraag was ook aan ons besteed: met de streeknamen van 4 planten kwamen we halverwege  (soms was die streek dus wel heel breed): Akkerwinde: Pispotje, Salomonszegel: Motte (is zeug) met biggen, Sleedoorn: zuurbekkie; Kamperfoelie (we onthielden zoete zoege of zoiets; onze associatie: als je aan een bloem zuigt is die zoet vanwege de honing).

Al met al een prachtige afsluiting van dit plantenseizoen!

Verslag: Toos Lodder

Foto’s: Gonny Sleurink

Dagexcursie VWG naar het Drents Friese Wold / Fochtelooerveen op zaterdag 29 juni 2019

De Vogelwerkgroep van natuurvereniging IJsseldelta organiseert op zaterdag 29 juni a.s. een dagexcursie naar het Drents Friese Wold en het Fochteloërveen.

We hopen een bezoek te brengen aan de vloeivelden bij Oranje met zijn bijzondere vogelkijktoren, waar meerdere soorten futen te zien zijn. Daarna gaan we naar het Fochteloërveen op de grens van Drenthe en Friesland Dit is een 2500 ha groot natuurgebied dat beheerd wordt door Natuurmonumenten. Het hoogveengebied is deels afgegraven, zodat het een grote biodiversiteit kent. Tot de ca. 100 soorten broedvogels behoren de kraanvogel, boomvalk, grauwe klauwier en paapje. Ook de Slangenarend wordt regelmatig gezien. Verder heeft het een bijzondere flora en ook komen er slangen en reptielen voor. Als de tijd het toelaat bezoeken we nog andere plekken in de regio, de excursieleider bekijkt waar zich recent bijzondere vogelsoorten hebben laten zien. Het vertrek is ’s morgens om 7:00 uur vanaf het Burgemeester Berghuisplein in Kampen..We zijn ca 17:00 uur weer terug.

Wie mee wil kan zich (in verband met gecombineerd vervoer) tot uiterlijk donderdagavond 27 juni a.s. opgeven bij excursieleider Anton Wielink. Telefoon: 038 3321562 of mobiel. 06 10858217.

Plantenwerkgroep, excursie Wimmenummerduinen 22 juni 2019

Deelnemers: Corrie Geerds, Henk Snel, Heleen Strikkers, Bert Siebrand, Ellen van Knippenberg, Thea Wezenberg, Niels Jeurink en Cor Nagelmaeker.

Het programma vermeldde deze dag een expeditie naar een, van horen zeggen, bijzonder en afwisselend duingebied ten noorden van Egmond. Met de naam Nimmerdrummer….., Nummerdimmer….. eh Wimmenummerduinen. Man, wat een naam! Je hoeft het niet tienmaal achter elkaar te zeggen om in een dyslectische kramp te schieten. Om half negen zette ons gezelschap koers richting Het Noordhollands Duinreservaat met daarin gelegen de Wimmenummerduinen, een gebied dat in de volksmond bekend staat als ‘De Duinen van Six’, de vroegere naam. Na ongeveer anderhalf uur verlieten we de snelweg ter hoogte van het stadion van ‘retteketet AZ’. Om ons, via steeds pittoresker wordende weggetjes, naar het reisdoel te slalommen.

Aangekomen in Bergen-Binnen zegen we neer op het terras van etablissement ‘Loetje’, waar we ons verlustigden aan de traditionele koffie met appelgebak, met een formaat dat deed vermoeden dat er bij ieder van ons een hele appel in zat verstopt. Onderwijl werden we gegrepen door het gezellige dorpsgezicht en door Thea die een klapdeur iets te snel dichtsloeg. Een bebloede teen ten gevolge hebbend.

Desondanks gingen we hierna welgemoed op pad naar de Duinen van Six.

Jan Six

Deze duinen waren tot voor dertig jaar eeuwenlang in het bezit van de bekende Amsterdamse regentenfamilie Six. Rembrandt schilderde een van de vertegenwoordigers van dit geslacht: Jan Six. Deze Jan Six (1618-1700) was een vermogend kunsthandelaar en tevens vriend en beschermer van Rembrandt. Zijn schilderij is nog steeds in het bezit van de familie Six. Saillant detail dat niet onvermeld mag blijven is dat een hedendaagse nazaat van de Six-familie, niet geheel en al toevallig ook Jan Six genaamd, kunsthistoricus en kunsthandelaar, de afgelopen jaren twee tot dan toe onbekende Rembrandts heeft ontdekt.

Al op de parkeerplaats ging het traditiegetrouw helemaal los. We vonden er o.a. guichelheil, bekend als het ‘geneesmiddel der gekken’. Het plantje werd vroeger gebruikt als geneesmiddel tegen razernij (guichel). Het heeft inderdaad een geneeskrachtige werking: tegen nierstenen, geelzucht en ook krankzinnigheid! Maar bij al te kwistig gebruik leidt het tot de dood. We leerden verder van Niels dat in Zuid-Europa een blauw bloeiende soort voorkomt. Zie je echter een blauwe in ons land dan is het tóch de rode (!?). Om gek van te worden. Maar daar is dus een geneesmiddel tegen.

Guichelheil

Ook nog op de parkeerplaats noteerden we: slangenkruid, muurpeper, duindoorn, zuurbes, dauwbraam, allemaal planten die in dit duinbiotoop thuishoren. Na het afstruinen van de parkeerplaats, de teller stond al op bijna 100 soorten, kochten we bij de automaat naast de ingang een entreekaart en liepen vervolgens een mooi duinbos binnen. Het was een gemengd bos waar we vleugeltjesbloem, gewone agrimonie, asperge, veldhondstong aantroffen.

Wat ons opviel was dat we weinig publiek tegenkwamen, op wat wandelaars en fietsers na. Amusant was de ons passerende moeder, die haar fietsende (zwalkende) dochtertje cryptisch toeriep: “Wel op de kant, maar niet op de rand”. Het klonk als betrof het hier een goede raad aan een lid van een met integriteit worstelende partij, toch vooral het rechte pad te blijven ‘befietsen’.

We vervolgden onze weg door het bos en kwamen na een wijle in een fraai, open en heuvelachtig duinlandschap, waardoor zich enige zandwegen slingerden. Met hier en daar bosschages, afgewisseld met duindoorn- en kruipwilgstruweel.

We noteerden gaandeweg vele tientallen plantensoorten o.a. duinroos, duinwespenorchis, mannetjesereprijs, ossentong, duinviooltje en glad walstro. Opvallende schimmels, want fel oranje, vonden we op de duinroos.

Het moeilijke van die overvloed aan soorten is, dat vele er tal van familieleden op na blijken te houden. Zo ontstond er verwarring over de ratelaars. De een meende een kleine ratelaar ontwaard te hebben, terwijl een ander toch echt de grote had gezien. Dan prijs je je gelukkig een plantenspecialist als Niels in je midden te weten, die verkondigde: “Ook de grote ratelaar is klein geweest”. Kijk, dat helpt een beginnend florist verder!

Aan de rand van de vlakte, in de schaduw van de dennenbomen vonden we een plek om de lunch te gebruiken. Zo te merken was het appelgebak geland. Al zittend ervaar je terstond weer andere dingen. Zo ontdekten we op het zandpad een soort mierenleeuw die druk bezig was een rups te verslepen.

Ook zagen we vlinders als zandoogje, bonte bessenvlinder, kleine parelmoervlinder en heel veel distelvlinders.

Voorts ging het weldra weer. Over zandige paden door bosachtig terrein, dan weer door meer open biotopen. Het aantal plantensoorten liep alras op: grote teunisbloem, brede stekelvaren, mannetjesvaren, blauw glidkruid en de welriekende of duinsalomonszegel. Opvallend waren de grillig gevormde dennenbomen, die een haast spookachtig ‘Dali-achtig’ decor vormden. Op een ervan zagen we prachtige zwammen, die hoe fraai ook, het onvermijdelijke verscheiden van de betreffende boom aankondigden.

Even verderop beklommen we, via een lange trap, een hoog duin waar we een prachtig uitzicht hadden over het reservaat. We waren het erover eens dat het goed is dat dit gebied (20 km lang!) een beschermde status heeft en er goed op wordt gepast. Geïllustreerd door het feit dat we deze dag twee keer een bewaker zijn tegengekomen.

We vonden deze dag ook een aantal fraaie rupsen waaronder die van de kuifvlinder. Laatst genoemde hadden zich te goed gedaan aan een statige koningskaars en er hoegenaamd niets van overgelaten.

rups Kuifvlinder

Het zal een uur of vijf zijn geweest dat onze route afboog in zuidelijke richting teneinde de terugtocht te aanvaarden. Door laag begroeide duinen liepen we richting zee. Hier waren we in een biotoop met zandblauwtje, kruipend stalkruid en struikhei. Planten die goed de droogte kunnen verdragen. Langs de weg stonden o.a. zandteunisbloem, stalkaars, zwarte toorts en koningskaars, En ook vlak bij elkaar groeiend grote en kleine zeekool. Maar zeer bijzonder was de vondst van zowel de prachtige nachtsilene, oorsilene, blaassilene én kegelsilene op een klein stukje grond in de berm.

Tegen zessen bereikten we een kerkje midden in het duin: Bergen aan Zee! En tegen 19.00 uur besloten we wat te gaan eten in een van de visrestaurantjes die Bergen aan Zee rijk is. De keuze was beperkt: kibbeling met patat ging het worden, voor allemaal. Omdat vis gezond heet te zijn, namen we de patat op de koop toe. Na de maaltijd kwamen we tot de conclusie dat naast de drie (gezond!) vette vissoorten haring, zalm en makreel, ons restaurant er zowaar kans toe had gezien, kennelijk verleid door het motto: ‘the vetter, the better’, er een vierde (modder)vette aan toe te voegen: de kabeljauw. Dat ook onze patat niet aan het vetbad was ontsnapt, laat zich gemakkelijk raden. Dank! Na dit ‘diner’ overleefd te hebben, begonnen we aan de strandwandeling die ons weer dicht bij Egmond aan Zee zou brengen. Thea raakte al pootje badend een slipper (what’s in the name) kwijt, die tot haar grote opluchting zo’n 20 meter verderop weer aanslibde. Zo werd haar al eerder gememoreerde en gekwetste teen verder leed bespaard.

De doorsteek door de duinen (Burgemeesterspaadje), richting parkeerplaats, werd door het mulle zand een zware. Wel werden we verblijd met het vrolijke gekwetter van een pieper. Die had zich genesteld op een paaltje, om van daar uit korte vluchtjes, als was het een leeuwerik, te ondernemen. Planten die we hier zagen waren o.a. zeewolfsmelk en stekend loogkruid

Ondanks dat we landschappelijk gezien al een heel gevarieerde dag hadden beleefd, troffen we na deze doorsteek weer een geheel ander biotoop aan. Hier was het nat. Rond de duinmeertjes (Lakemansvlak) konden we een drietal orchideeënsoorten noteren: vleeskleurige-, gevlekte riet- en rietorchis. Verder ook nog veel knopbies, slanke waterbies, drienervige zegge, walstrobremraap, rode waterereprijs en verrassend veel andere soorten planten. Tegen half tien, de zon was inmiddels in de Noordzee gezakt, de nachtsilenes waren opengebarsten, bereikten we onze automobielen en konden we huiswaarts keren. Op de soortenlijst stonden 284 soorten! Om stil van te worden.

Stil was het bij de oplaadplek voor onze elektrische auto, vlak benoorden Amsterdam, echter geenszins. De om voedsel bedelende jonge ransuilen overstemden voortdurend het geluid van het voortrazende verkeer en het geklok van onze Amstelbiertjes. Tegen 01.00 uur arriveerden we in Kampen. Te laat voor het full-color festival. Maar wij hadden het onze al gehad . . . . . . . . in ‘de duinen van Six’!

Rest ons vanaf deze plek onze welgemeende dank uit te spreken aan de heren Jeurink en Heukels voor een even prachtige als interessante dag, die als heel leerzaam werd ervaren!

Tekst en foto’s Cor Nagelmaeker

Collage: Heleen Strikkers

Ochtendexcursie VWG Vogelringstation de Glinte Kamperhoek zaterdag 25 mei 2019

De Vogelwerkgroep van Natuurvereniging IJsseldelta organiseert een ochtendexcursie naar het Vogelringstation de Glinte in Ketelbos bij Kamperhoek, Vanuit Kampen rijden wij langs het Vossemeer richting de Kamperhoek. Bj de ingang van het Ketelbos parkeren we de auto’s waarna we door het bos naar het vogelringstation wandelen. Op het vogelringstation wordt er een uitleg gegeven over het ringen van vogels en zullen wij een kleine wandeling door het gebied maken. Hierna brengen we nog een kort bezoek aan de zwaluwenwand in het gebied. Eindtijd van de excursie is ongeveer 12.00 uur. Vogels die naar verwachting geringd gaan worden zijn rietvogels zoals kleine karekiet, rietzanger, baardman, rietgors en zangvogels zoals merel, fitis, tjiftjaf, zwartkop en nachtegaal. Het ringen en uitleg bij het ringen gebeurt niet door de organisatoren van deze excursie maar door de ringers op het ringstation.

Bijzonderheden Bij slechte weersomstandigheden zoals regen gaat de excursie naar het vogelringstation niet door. De deelnemers zullen uiterlijk de avond ervoor hiervan op de hoogte gebracht worden. Door de natte omstandigheden van het terrein is het dragen van stevige wandelschoenen of laarzen aan te raden. Het dragen van fel gekleurde kleding is niet verstandig, dit schrikt de vogels af tijdens de uitleg door de ringers.. Bijdrage voor het vogelringstation ad EUR 2,50 per deelnemer. Deze bijdrage wordt door de ringers o.a. gebruikt om ringen aan te schaffen. Graag bij de start van de excursie te voldoen. We vertrekken om 07:00 uur vanaf het Burg. Berghuisplein en we zijn ca. 12:30 uur terug. De leiding berust bij Oscar de Pauw telefoon 0321-382873 of 06-13750331 I.v.m. carpooling uiterlijk donderdagavond 23 mei a.s. aanmelden. Meerijden inclusief de bijdrage voor het vogelringstation is EUR 6,–

Lezing over de Zeearend door Martijn de Jonge op dinsdag 28 mei 2019

Op dinsdagavond 28 mei a.s. om 20.00 uur organiseert de Natuurvereniging IJsseldelta een lezing over de ZEEAREND door Martijn de Jonge.

Toegang voor leden: gratis. Voor niet-leden: €   5,-

Na het lezen van onderstaand artikel zult u vast meer willen weten over deze prachtige vogel !  Wij hopen u te zien op de Hooizolder, Groenestraat 94 in Kampen. De zaal gaat open om 19.30 uur, dus kom op tijd. ( vol is vol). De Zeearend heeft de afgelopen 15 jaar een stormachtige ontwikkeling in Nederland door gemaakt. Het startte in 2004 met de vestiging van één territoriaal paartje in de Oostvaardersplassen, die in 2006 voor het eerst op Nederlandse bodem een jong groot bracht. Anno 2019 telt ons land minstens 16 paren, verspreid over 9 provincies. Ze wisten in 2018 15 jongen groot te brengen: een Nederlands record! Uiteraard gaat deze kolonisatie met vallen en op staan, zeker in ons overvolle landje. Veel beschermingsmaatregelen uit het buitenland blijken hier niet te werken, desondanks zetten de arenden door. Sommige paren blijken zelfs in kleine bosje kroost te kunnen groot brengen, dat hadden we nooit gedacht. Hoe dit allemaal verloopt zal Martijn de Jonge op 28 mei a.s.uit de doeken doen tijdens zijn lezing in Kampen. Hij volgde de soort de afgelopen 15 jaar intensief waarbij hij keek naar nestkeuzes, prooien en bedreigingen. Daartoe bivakkeerde hij lange tijd in het veld en vergezelde onderzoekers en waarnemers. Zijn lezing zal uiteraard vergezeld gaan van vele foto’s die zijn verhaal ondersteunen en verlevendigen. Martijn de Jonge publiceerde recent een artikel over de Zeearend in het IJsselmeergebied in de Grauwe Gans, het huisorgaan van vogel- en natuurwacht Zuid Flevoland. Zijn lezing in Kampen zal daar op in zoomen en tevens een blik geven op het wel- en wee van de Zeearenden in Noord Nederland en de Delta. In april publiceerde de Jonge in eigen beheer de uitgave ’30 jaar Oostvaardersplassen’, een kritische blik in woord en beeld over dit fameuze natuurgebied in Flevoland. In Kampen zal hij daar kort over vertellen en zal er de mogelijkheid tot aanschaf van deze uitgave zijn. Tevens zal hij nog een paar exemplaren van het in 2012 bij de KNNV uitgekomen gidsje ‘Walvissenkijken in Europa meenemen. Martijn de Jonge startte in de jaren tachtig van de vorige eeuw als fotojournalist voor diverse media. Gaandeweg specialiseerde hij zich in de relatie mens-natuur met daarnaast een voorkeur voor stadsnatuur, roofvogels en zeezoogdieren. Sinds 15 jaar verzorgt hij fotoworkshops naar top zeearend gebieden in Polen. Tevens gaat hij met natuurfotografen naar Spanje, de Kaap Verden en Gambia. Sinds 2012 organiseert hij vogelvaartochten met zijn eigen boot in de IJsseldelta. In 2017 verhuisde hij naar Schokkerhaven van waaruit hij met een motorsailor over Ketel- en IJsselmeer vogelvaartochten maakt. Voor meer informatie zie : www.martijndejonge.nl