Plantenexcursie 15 juni 2011

Vanaf de Groenestraat vertrekken we om 19.00uur met 5 personen op de fiets richting het toekomstige  treinstation Kampen. Voorbij het viaduct van de spoorlijn, zetten we onze fietsen links in de berm en betreden het gebied tussen de N50afrit  en de spoorlijn.

In het talud van de N50 is nog zichtbaar waar de Slaper heeft gelopen, het groen heeft daar een duidelijk lichtere tint.

Dit gebied is de afgelopen jaren aardig overhoop gehaald door alle werkzaamheden aan N50 en spoorlijn, maar de natuur is ongelooflijk sterk en het veld voor ons staat vol pionierssoorten. Op dit moment overheerst de echte kamille met haar prachtige wit/gele kleuren en haar frisse geur. De geur die bij de groep allerlei jeugdherinneringen naar boven haalt.

bloeiwijze van de Witbol

Echte kamille en diverse grassoorten in bloei

De grassen staan in bloei en vormen samen met het veld echte kamille een prachtig plaatje. We vinden o.a  de volgende grassen:  langbaardgras, witbol, geknikte vossestaart, ruwbeemdgras,rood zwenkgras,mannagras, rietgras, kweek, Italiaans raaigras, reukgras, fioringras, zachte dravik en zelfs watergras, wat hier in de buurt niet veel voorkomt.  

Dit keer wordt de avond niet omlijst door veel vogelgeluiden, maar autogeluiden. We zijn echter zo met de plantjes bezig dat deze geluiden naar de achtergrond worden verdrongen.

ontwerp: moeder natuur

Er loopt aan weerskanten van het gebied een sloot. Ook hier vinden we diverse planten o.a. de blaartrekkende boterbloem, lisdodde, wolfspoot, waterweegbree, prachtige ringelwikke, koninginnekruid, en zelfs een enkel plantje blauw glidkruid, ontdekt door Toos, die voor het eerst meeloopt.

Witte en rode klaver

Na het veld kamille volgt een groot veld witte klaver met een klein dotje rode klaver.

Aan de overkant van de sloot ontwaren we een rode vlek. Dichterbij gekomen is dit een veldje schapezuring, welke door de zon beschenen, intens van kleur is.

We lopen door tot de plek waar de bypass wellicht ooit zal lopen, als het aan de heren “geleerden” ligt. Een blaartrekkende boterbloem heeft zich al genesteld op het droge gedeelte in afwachting van.  Niels wil graag de sloot oversteken, maar de dames zien het niet zitten om over de smalle plank te lopen, die de over de sloot ligt, dus lopen we langs de slootkant weer richting fiets.

In of langs deze sloot staat o.a. waterranonkel, moeras-vergeet-me-nietje, pijlkruid, zwanenbloem, grote egelskop. Soms alleen nog maar de eerste paar bladeren, maar Niels kan ons precies vertellen wat er komen gaat. We vinden nog witte krodde en pastinaak en een -1 Heleen hoog – akkerkool. Wilt u weten wat dat is ? Loop een volgende keer met ons groepje mee en u zult het aanschouwen.

We vonden dit keer 141 verschillende wilde planten. Jammer dat u er dit keer niet bij was, want dan had u wellicht nummer 142 voor ons kunnen vinden.

Verslag:  Ellen van Knippenberg

Foto’s: Heleen Strikkers

Plantenexcursie 18 mei 2011

Deze avond fietsen we langs de Zuiderzeehaven, onder de N50 door en stoppen op het fietspad in het gebied langs de IJssel tussen Eilandbrug en Melmerweg: De Zandjes.

Met de rug naar de Zuiderzeehaven gekeerd, we doen even of deze niet bestaat, kijken we uit over een schitterend gebied. Fris groene weilanden waar men her en der een boerderijtje heeft uitgestrooid. Rechts de IJssel met rietkragen, die mooi oplichten in het late avondlicht  en voor ons heeft het groot streepzaad de bermen omgetoverd in een geel tapijt.

Vanuit het riet klinken de kleine karekiet, rietgors en zelfs een sprinkhaanzanger laat zijn gesnor horen.

Eerst snuffelen we wat in de bermen. Na wat algemene soorten (hopklaver, duizendblad, margriet, rood zwenkgras, peen, vijfvingerkruid enz, enz) vinden we onze 1ste rode lijst soort: goudhaver. Dichter tegen de rietkragen aan, tussen dijk en rivier, vinden we heelblaadje, wilde bertram, zilverschoon, moerasspirea, valeriaan, kattenstaart.

De zeggen hebben het hier wel voor het zeggen, we vinden o.a.  ruige zegge, 2-rijige zegge, scherpe zegge, oeverzegge, valse voszegge. Zeggen zeggen veel over hun groeiplaats. De grote hoeveelheid zilte zegge, welke we vinden langs de rij wilgen aan de oever van de IJssel  is dan ook een erg leuke vondst. Een relict van de Zuiderzee. Niels maakt bijna een vreugdedansje, maar kan zich inhouden, bang de vondst geweld aan te doen.

Voor geïnteresseerden is het stukje over de zilte zegge, van de hand van Piet Bremer en Niels Jeurink in de Nieuwsbrief nr 24  (april 2010) van Floron, interessant om te lezen (google: Floron Nieuwsbrief 24 Zwolle)  

De braamsluiper, welke we alleen horen in de rij wilgen, omlijst muzikaal op passende wijze deze leuke vondst. Niels kan ons vertellen, dat de rij wilgen bestaat uit katwilg, boswilg, amandelwilg en schietwilg. Niels is een geweldige leermeester.

Vergeet ik nog te melden, dat we een andere rode lijst soort tegengekomen zijn: kamgras.

Eerst tellen we ca.10 kleine polletjes, waar we al blij mee zijn, Echter hoe verder we lopen hoe meer pollen kamgras we vinden. Op de inventarisatielijst, welke Niels nauwkeurig bijhoudt, stijgt het aantal gevonden exemplaren gestaag.

Omdat het de afgelopen maanden zeer droog is geweest, kunnen we, zonder laarzen, een eind verder lopen op delen  welke normaal onder water zouden staan. Zeegroene muur, dol op natte voeten,  kunnen we nu van zeer dichtbij bewonderen. Helemaal tot de rivieroever wagen we ons echter niet op de wandelschoenen.

We verlaten de uiterwaarden en pikken nog wat slootkanten mee, alvorens het te donker wordt om nog iets te kunnen onderscheiden. In totaal hebben we 133 verschillende soorten wilde planten kunnen vinden in dit kleine gebied. Tevreden fietsen we weer huiswaarts, onder de N50 door, waar een Snor, als een zeer fanatieke wekker, het einde van de excursie aankondigt.

Verslag: Ellen van Knippenberg

 

Nachtegalenexcursie van de vogelwerkgroep op 13 mei 2011

In het midden van de vorige eeuw gingen de inwoners van Kampen op voorjaarsavonden naar de tuin van de Buitenwacht om naar de mooie zang van de nachtegaal te luisteren, zoals mijn vader mij vertelde. Het moet dus wel mooi zijn dacht ik als kleine jongen. In de Buitenwachttuin zullen we in 2011 vast geen nachtegaal meer horen. Maar langs het fietspad langs het Drontermeer tussen Roggebotsluis en Elburg kunnen we gelukkig nog gemakkelijk van de zang genieten.

Op 13 mei j.l gingen we met 10 deelnemers op de fiets in deze richting. Op de heenreis waren we blijkbaar nog wat vroeg, de nachtegalen zongen wel maar het was nog wat aarzelend. De andere zangvogels overstemden de zang. Maar dat was niet erg want nu konden we volop genieten van de zang van de koekoek, tuinfluiter, zwartkop, braamsluiper, vink. We zagen ook tientallen knobbelzwanen op het meer. Vooral het zien van de koekoek was best bijzonder, meestal hoor je deze vogel alleen. Van tijd tot tijd hoorden we van de koekoek ook het geluid dat herinnerd aan het hinniken van een paard.. Veel deelnemers kenden dit geluid niet.

Op ons verste punt ter hoogte van het Abberteiland hoorden we de grote karekiet en de snor zingen. De grote karekiet is inmiddels in Nederland zeldzaam geworden en de randmeren, het ketel en zwarte meer zijn de laatste bolwerken.

Op de terugreis was het inmiddels wat stiller geworden met autoverkeer en ook de meeste vogels hielden zich nu stil. Nu kwam de zang van de nachtegalen pas volop tot zijn recht en konden we van vlakbij genieten van de bijzondere zang:, luid, afwisselend vol galmende en smakkende tonen zoals het in de vogelboeken wordt beschreven.  Misschien is het niet de mooiste zang van onze vogels maar zeker wel het meest bijzondere van deze eigenlijk wel wat saai uitziende vogel.

Bij de verkiezing van de mooiste vogelzang door het programma ‘Vroege Vogels”eindigde de nachtegaal in 2010 op de tweede plaats na de merel maar voor de zanglijster, roodborst, winterkoning, tuinfluiter en bosuil.

2010   Naam Aantal stemmen
1.   Merel 4190  
2.   Nachtegaal 3331  
3.   Zanglijster 2548  
4.   Roodborst 2545  
5.   Winterkoning 2539  
6.   Tuinfluiter 2339  
7.   Bosuil 2108  
8.   Veldleeuwerik 2089  
9.   Koolmees 1918  
10.   Putter 1769  
11.   Grote lijster 1697  

 

Bij terugkomst in Kampen, het was inmiddels al 22:00 uur geworden, konden we terugzien op een bijzondere natuurervaring.

Verslag: Henk de Vos

Foto’s: internet

Vogelexcursie Arkenheem-Veluwemeer 16 april 2011

Om een goed beeld te krijgen hoe een perfect weidevogelgebied er uit ziet, bracht de vogelwerkgroep op 16 april een bezoek aan de polder Arkenheem tussen Nijkerk en het Nuldernauw. Deze polder wordt speciaal beheerd om er een goede weidevogelbroedplaats te creëren.

Terwijl in de Mastenbroekerpolder en de weidegebieden westelijk van Kampen dit broedseizoen door de grote droogte niet goed dreigt te verlopen, speciaal de grutto’s zijn niet eens begonnen met broeden, zagen we hier overal baltsende en alarmerende grutto’s, tureluurs en kieviten. De waterstand is zo hoog dat het voedselzoeken hier geen probleem is.

De polder Arkemheen is één van de oudste polders van Nederland, hij is gelegen nabij Nijkerk. De polder ontstond nadat op 28 maart 1356 Hertog Reinoud III van Gelre het recht verleende om het gebied te bedijken. De polder is vooral bijzonder omdat er nooit een ruilverkaveling is geweest. De oorspronkelijke verkavelingstructuur is nog aanwezig met de bochtige sloten die ontstaan zijn als slenken van de getijdestromen van de Zuiderzee. Aan de landzijde van de voormalige zeedijken liggen kolken en rietmoerassen, ontstaan door dijkdoorbraken. De laatste dijkdoorbraak was in 1916.

In de polder zijn bijzondere vogels te zien, bijvoorbeeld de roerdomp en de grote zilverreiger.

De polder Arkemheen is onderdeel van het Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland. Onder de naam Arkemheen is een beschermd Natura 2000-gebied aangewezen. Aan de rand van de polder ligt een stoomgemaal.

Al direct bij aankomst van de groep zagen we dat veel vogelaars waaronder ook buitenlandse hier weidevogels komen observeren. Her en der stonden telescopen opgesteld en niet voor niets want de grutto’s zijn overal te zien, zittend op weidepalen en luid roepend boven de weilanden, een prachtig beeld dat herinneringen oproept aan de momenten van enkele tientallen jaren geleden.

Nabij het Stoomgemaal konden we zowel de polder als het Nuldernauw, met diverse eendensoorten, overzien, met daarlangs een rietkraag met rietzanger, gele kwikstaart en rietgors.

Strandgaperbeek

Vervolgens gingen we verder onder leiding van Oscar de Pauw richting Harderwijk om een recent ontwikkeld natuurgebied in Flevoland te bezoeken nl. de Standgaperbeek.Sinds 2010 ligt hier aan de monding van de gegraven beek aan de rand van de Kievitslanden een plas. Vooral een eiland hierin trekt veel vogels aan om er te broeden.We zagen visdiefjes, kluten, bontbekplevieren maar ook zwarte ruiter, groenpootruiter en grote zilverreiger. Verder was in het riet de sprinkhaanzanger en blauwborst te horen. Een mooi voorbeeld hoe snel de vogels een nieuw ontwikkeld gebied weten te vinden.

Veluwemeer nabij Elburg

Bij het Veluwemeer vlakbij de brug naar Elburg hadden we een goed overzicht over het brede gedeelte van dit randmeer.

Aan de overkant konden we met behulp van de telescopen de groep in het water staande flamingo’s (30) bekijken. Deze groep bestaat uit Chileense flamingo’s, kleine flamingo’s en Europese flamingo’s.

Het zijn grotendeels nakomelingen van ontsnapte vogels die zich al jaren voortplanten in het Zwilbrocker Venn juist over de grens bij Groenlo. Tot de vaste punten op hun omzwervingen behoort het Veluwemeer bij Elburg. Een bijzonder gezicht. Ik zag hier meer flamingo’s bij elkaar dan tijdens mijn recente vakantie in de Algarve in Portugal, een streek waar je deze vogels meer verwacht.

Ook konden  we hier groepen dwergmeeuwen zien. Deze mooie kleine meeuw  met zwarte ondervleugels vist net als een stern en komt maar enkele weken per jaar hier voor. Het is de moeite van het leren kennen van deze soort echt waard.

Aan het eind van de ochtend gingen we weer op terugtocht naar Kampen. Al met al een geslaagde excursie die ons 55 vogelsoorten te zien gaf.

Verslag: Henk de Vos

Foto’s: internet

Plantenexcursie Wiessenbergse Kolk Hattem 21-5-2011

Dicht bij huis maar erg interessant is het landschap en de flora dicht bij Hattem. De Veluwe gaat er plotsklaps, door een vrij steile overgang over in het rivierengebied. Daardoor kan je op nog geen honderd meter afstand zowel elzenbroekbos als Jeneverbessen in droge heide tegen komen. De uiterwaard zelf is ook de moeite waard. Langs de dijk (de Kerkhofdijk) groeien diverse soorten van droge, zandige  standplaatsen en langs de dijk ligt ook de Wiessenbergse kolk.

Die vroegere kolk is als deel van een natuurontwikkelingsproject eind jaren ’90 vergraven en vervolgens door het Waterschap Veluwe aan het Gelders Landschap overgedragen. Het gebied wordt weliswaar begraasd maar er heeft zich een ware wilgen-jungle ontwikkeld. Langs de oevers van het voormalige plasje zijn een aantal jaren geleden enkele zeer zeldzame waterplantjes (glaskroos) gevonden.

Na tevergeefs nog even gewacht te hebben op verlate excursiegangers vertrekken Niels en ik van de parkeerplaats de Bleek in Hattem. Dit is aan de rand van de uiterwaarden. Het is mooi weer, iets te fel licht om mooie foto’s te kunnen maken. Vanaf de dijk kijken we uit over de IJssel, de uiterwaarden en de kolk.

Het lijkt alsof je op een toneel staat: voor je het weidse uitzicht over het rivierlandschap, waarbij ik maar even doe alsof ik de centrale bij Harkulo niet zie, en in de rug de coulissen en het achterdoek: de bossen van de Veluwe. We volgen de dijk, gezamenlijk met enkele vroege fietsers en honden met hun baas. Twee meisjes groeten ons vrolijk.  Ondertussen noteren we al een aantal soorten, zoals: Kleine bevernel, Kleine zegge, Akkerhoornbloem, Zachte haver, Kropaar en Ruw beemdgras.

We slaan bij het hek van Het Gelders Landschap rechtsaf de dijk af en betreden het loofbos. In het zachte, gefilterde licht ontdekken we Geel springzaad, Salomonszegel, Hondsdraf, Witbol, Biggekruid, Brede stekelvaren, Rankende helmbloem als onderbegroeiing van onder andere Trosvlier, Zwarte vlier, Meidoorn, Amerikaanse vogelkers, Hulst, Eik, Esdoorn en hier en daar een Beuk.

Plots is daar een kleine kolk met aan de waterrand: Wateraardbei! Leuk om te vinden want hij staat op de rode lijst. Aan de overkant een grote pol Gele lis. De bomen worden mooi gespiegeld door het water. We horen een Karekiet, een Fitis en een Groene specht. Verderop kwettert luidkeels een Zwartkop. “Ja, ja, we horen je wel!”

We lopen linksom de kolk en daar is dat leuke fenomeen: we bevinden ons op de splitsing tussen Veluwelandschap en rivierenlandschap met de specifieke begroeiing die daarbij hoort. De overgang van loofbos naar heideveld met Jeneverbes lijkt bijna als met een mes getrokken.

aan de ene kant het loofbos

en aan de andere kant heidelandschap

Hier vindt Niels Stekelbrem en Kruipbrem. Een spin heeft haar vangnet tussen de heideplanten gespannen.

Het is hier mooi! En het ruikt zo lekker. Maar ja, er moet geïnventariseerd worden, dus we trekken verder. We volgen het Apeldoorns Kanaal, vroeger enorm vervuild door onder andere de papierindustrie, nu redelijk schoon, en komen uit op een weg die ons linksaf leidt naar een klein sluisje. Wat een hoogteverschil! Een man leunt ontspannen over de brugleuning en bekijkt ons nieuwsgierig. Blijkbaar is zijn inschatting dat wij wel iets willen weten over de plaatselijke natuur (dat heb je met sokken in sandalen.) “Kijk, daarop die boomstam zit een schildpad, en onder de brug ook één.” Jazeker, en niet zo’n kleintje ook!

We trekken verder, richting het landgoed “De Hezenberg”. We lopen om de bebouwing heen en staan ineens weer oog in oog met de rivier en haar hier heel brede uiterwaard. Links in geel/witte tinten het statige huis van het landgoed met ervoor een prachtig kleurrijke weide van zuring en allerlei grassoorten.

bloemen van zuring en weegbree

Huize De Hezenberg

 Mooie oude bomen: Kastanje, Plataan en Rode Beuk geven het huis allure. Er bloeit nog een Robinia en een grote Rhododendron maakt het kleurenspel af. We volgen de grens van de weide en klimmen de dijk langs het kanaal weer op. Onderweg naar boven spotten we nog een Blauwtje en een Roodborsttapuit.

Blauwtje

Verderop is gepoogd van een keersluis een soort landschapsmarkering te maken wat redelijk mislukt is. Maar hier vinden we wel veel soorten op een schrale ondergrond van zand en steenslag, zoals Barbarakruid, Zachte ooievaarsbek, Zandmuur, Kleine Ooievaarsbek, Wouw, Bezemkruiskruid, Groot streepzaad en Goudhaver!

We gaan terug richting de parkeerplaats en komen weer langs de Wiessenbergse Kolk. Een slobeend haast zich weg. Helaas kunnen we het terrein rondom de kolk niet betreden. Het hek eromheen ziet er wel erg degelijk uit. Misschien iets voor een volgende keer met toestemming?!

Het was een prima excursie: temperatuur goed, veel gezien en gehoord. Al met al zijn er vandaag veel plantensoorten gevonden: 186, dankzij de gevarieerde bodemgesteldheid en het landschap. 5 Rode lijstsoorten: Goudhaver, Kruipbrem, Stekelbrem, Jeneverbes en Wateraardbei.

Niels, bedankt!

Verslag en foto’s: Heleen Strikkers

Opening van het seizoen Plantenwerkgroep (16-04-2011)

Het was weer een geslaagde wandeling zaterdag 16 april. Je zou denken dat het zo langzamerhand routine begint te worden en -toegegeven- ik hoef niet meer op de kaart te kijken maar het blijft toch elk jaar weer een verademing. Dé start van het voorjaar en het excursieseizoen van de plantenwerkgroep. We zijn alle zo belangrijke soorten in het bos weer tegengekomen. De Blauwe druifjes natuurlijk en de Slangelook, maar ook de Bosanemonen, die zich lijken uit te breiden, de Gulden boterbloem en de Voorjaars- of Vingerhelmbloem. Verder veel Hop en hier en daar ook Bosrank. Het Zalkerbos wordt nog altijd nauwgezet beheerd; dit jaar was een stukje dicht bij een van de boerderijen afgezet en netjes opgeruimd.
In totaal werd de excursie bezocht door zo’n acht mensen, bijna alle van buiten de vereniging.
 
Verslag: Niels Jeurink 
Foto’s Heleen Strikkers

Verslag bosuilenexcursie (25-2-2011)

Die uilen moeten gek opgekeken hebben van de grote groep mensen  die op vrijdagavond 25 februari gewapend met (helaas veel) zaklantaarns neerstreek op de parkeerplaats bij het voormalig landgoed Daendels, een mooi stukje bos in de omgeving van Heerde.

Er was toestemming van de boswachter om in het donker het gebied te betreden. Onder begeleiding van Henk de Vos begonnen wij deze heerlijke pre-voorjaarsavond aan onze luistertocht. Henk bootste het geluid van de vogel na op een fluitje in de hoop dat een bosuil zou antwoorden. Na lange tijd onze oren gespitst te hebben, hoorden we heel ver weg, richting Hattem de bijzondere roep van 2 verschillende vogels, leek het wel. Even later nog een keer, maar daar bleef het helaas bij, dat wil zeggen ….

Toen de meeste auto’s al weer weggereden waren en wij nog even achterbleven op de parkeerplaats klonk daar plotseling, schuin boven onze hoofden toch nog hét geluid!

Het klonk als “lekker puh”.

Met dank aan Reini en Hans voor het meerijden,

Heleen