Plantenwerkgroep: excursie Loosdrechtse Plassen 9 juni 2013

Het Hollandse laagveengebied kennen we door de diverse plassen die er liggen, denk aan de Nieuwkoopse plassen, de Loosdrechtse plassen en de Ankeveense plassen bijvoorbeeld. Maar de natuurliefhebber kent niet alleen die plassen maar zeker ook de rietlanden (met tal van moerasvogels) en het laagveen dat langs die plassen te vinden is. Ooit werd dat laagveen door de mens afgegraven, er waren ‘legakkers’ waar het veen nog min of meer intact was met een vaste, minerale ondergrond, en er waren ‘petgaten’ (pet lijkt op het Engelse peat -laagveen- niet waar?) Die petgaten werden soms wel eens wat te groot, door hebzucht (al te intensieve ontginning van het veen) of doordat te veel mensen een te klein stukje veen moesten delen. Een winterse storm deed dan de rest: de restanten veen sloegen af en er ontstonden grote plassen. Tegenwoordig is er nog maar weinig van het oorspronkelijke veen over. De plassen worden vaak behoorlijk intensief gebruikt door vaarrecreanten en veel veen is door de jaren heen door de landbouw in gebruik genomen, ‘ontgonnen’. Een van die plaatsen waar je dit alles goed kunt zien is het gebied van de Loosdrechtse en de Kortenhoefse plassen, dichtbij Hilversum. Aan de drukte in het verkeer merk je dat je dicht bij grote steden zit, maar soms lijken die ook heel ver weg. We liepen door Kortenhoef, een langgerekt plaatsje, om vandaar over het oude kerkpad, het ‘Oppad’, richting ‘s Graveland te wandelen. Je loopt door vrij extensief beheerde graslanden en vooral door moerasbos. Elzenbroekbos op wat grotere afstand van het pad, met behalve elzen ook veel grauwe wilg, en als bijzonderheid de appelbes, een verwant van de meidoorn en de lijsterbes die kenmerkend is voor het laagveengebied. Dicht bij het pad is het echter hoger, en droger, en dat zie je in de vegetatie ook terug; hier staan meer eiken, berken, lijsterbes, sporkenhout en meer soorten die kenmerkend zijn voor drogere en van nature zuurdere zandgronden.

In ‘s Graveland gekomen staken we het Hilversums Kanaal en de grote weg Hilversum – Vinkeveen over en staken we even verderop rechtsaf, weer zo’n veenpad in. Deze heet de ‘Kromme Rade’ en voert door een fraai laagveengebied. Links eerst het moerasbos en wat schraallandvegetatie met veenpluis en moeraskartelblad. Rechts het moerasgebied dat bekend staat als ‘het Hol’. Prachtig ook, met sloten vol krabbenscheer. We waren hier niet alleen trouwens; talrijke wandelaars waren blijkbaar voor de Nijmeegse Vierdaagse aan het oefenen en kwamen in fors tempo langs, onder het kennelijke motto ‘ik zie niets, ik loop’. Maar misschien viel het wel mee. Wij keken in elk geval onze ogen uit.

Dicht bij het pad stond een fraaie moeraswolfsmelk (Euphorbia palustris) te bloeien, een van de hoogste wolfsmelksoorten die ons land kent. Wat verderop loop je dichter langs de Loosdrechtse plassen en daar zie je hoe intensief dat gebied wordt bevaren. Als je de natuur hier een kans wilt geven zal je toch echt moeten ‘zoneren’, stukken alleen een natuurbestemming geven, zonder waterrecreatie dus. We liepen over de smalle weg ‘Moleneind’ naar Kortenhoef terug en naeen kopje koffie aan het water en zo’n 9 km in de benen keerden we tevreden huiswaarts.

Verslag: Niels Jeurink

Fotocollage: Gonny Sleurink

 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *