Plantenwerkgroep: excursie Kuiderbos 15-09-2012
In de Noordoostpolder, ten westen van Kuinre en doorsneden door de Schoterweg, ligt het Kuinderbos. Ruim vijftig jaar geleden aangeplant, maar nu een bos van formaat, omgeven door polderland. Er groeien vele plantensoorten, waaronder een groot aantal soorten varens, 2 soorten zonnedauw, moeraswolfsklauw en diverse orchideeën. Er leven reeën, vossen, hazen, konijnen en egels. Zelfs de boommarter wordt waargenomen. Zijn aanwezigheid vertelt dat het bos volwassen is, want hij verblijft graag in dikke, holle bomen.
Helaas hebben een aantal trouwe metgezellen moeten afzeggen dus gaan we deze ochtend met z’n tweeën op pad. Het is de bedoeling dat we een kilometervak gaan inventariseren. Niels houdt zijn GPS en streeplijst paraat. We starten vanaf de Schoterweg op een zandpad en komen al snel de eerste bijzonderheid tegen, dat wil zeggen, zo bijzonder is watermuur (Myosoton aquaticum) niet, maar waar je normaal door de knieën moet om de kleine witte bloemetjes beter te kunnen bekijken, heeft deze plant zich zo’n meter omhoog gewerkt langs een dreumes-es, waardoor heel even de gedachte opkomt een nieuwe soort ontdekt te hebben. Uit naslag blijkt echter dat dit plantje het wel vaker hogerop zoekt, prettig voor de wat ouder wordende florist.
We wandelen speurend verder, komen op een betonnen pad en krijgen een bijzondere verschijning in beeld: een spannende combinatie van een dame met rollator met aan beide zijden een hazewindhond aan de riem. We stoppen even voor een praatje. Ze vertelt ons vriendelijk over het wel en wee van haar wandeling en over haar honden. Maar we willen verder: naar het meer dat midden in het bos ligt.
Het blijkt druk te zijn in het bos. Regelmatig passeert ons een trekker met een huifkar vol mensen. In de verte klinken aan één stuk door schoten (zeker een wedstrijd op de nabijgelegen schietbaan) en dat terwijl aan het begin van het bos een bord aankondigt dat het een stiltegebied is!
Daar waar we linksaf willen omdat de kaart aangeeft dat het meer De Kuilen links voor ons ligt, blijkt de weg rechtsaf te gaan. We twijfelen en dat wordt opgemerkt door een vrijwilliger van Staatsbosbeheer. Hij informeert belangstellend naar onze aanwezigheid. Als hij hoort dat wij namens de Natuurvereniging IJsseldelta inventariseren, neemt hij ons enthousiast mee naar een gebied waar kortgeleden een slingerend aangelegde watergang is gemaakt. Florian blijkt een schat aan informatie te hebben, niet alleen over de flora maar ook over alles wat er in het Kuinderbos rondloopt, kruipt en vliegt.
De oever van de beek is een overloopgebied. Op de zandige, met algen beklede grond vinden we een bijzondere combinatie van planten, onder andere: Stijve ogentroost, Ronde zonnedauw, Veldrus, Basterdklaver, Moeraswolfsklauw, Kleine waternavel, Bleekgele droogbloem, Kleine zonnedauw, Struikheide, Dopheide en een kruising tussen een middelste- en grote Teunisboem: Oenothera x fallax.
De stijve ogentroost (Euphrasia stricta) is een tot 30 cm hoge plant uit de bremraapfamilie (Orobanchaceae). De voorkeursstandplaats is op vochtige, kalkhoudende zandgrond, zoals dit bij sommige heidevelden en in de duinen kan voorkomen (en dus ook in het Kuinderbos.) De plant is een halfparasiet en onttrekt water en zouten aan grassen. In Nederland is de plant zeldzaam en staat op de Nederlandse Rode Lijst van planten als algemeen voorkomend, maar zeer sterk in aantal afgenomen.
Op de hogere oevers staat veel, in de stevige wind wuivend Struisgras en Duinriet. Tesamen met de beplanting in het heldere water van Mattenbies, Grote waterweegbree (Alisma plantago-aquatica), Grote en Kleine lisdodde ziet dit er prachtig uit. Een ontwerper van een natuurtuin met zwemvijver, zou hier zijn/haar vingers bij aflikken. We vinden nog: Echt duizendguldenkruid (Centaurium erythraea), Hertshoornweegbree (Plantago coronopus) en Kruipganzerik (Potentilla anglica), Mannetjesereprijs en een jonge Reuzenzilverspar (Abies grandis). Verderop staat Pijpestrootje (Molinia caerulea) en Zeebies of Heen (Bolboschoenus maritimus).
Op een exemplaar van Koninginnekruid strijkt een Kleine vuurvlinder neer en verderop wijst Florian ons op een Noordse winterjuffer, een zeldzame soort libel, wel bekend in het Kuiderbos, zie ook http://www.libellennet.nl. Verderop zien we een Icarusblauwtje. Helaas laat dit mooie vlindertje zich door mij niet graag fotograferen, maar voor Niels wil ze wel even poseren. Dan maar die spin die zijn intrek heeft genomen in de zaadpluizenbol van de Speerdistel.
We nemen afscheid van Florian, bedanken hem voor zijn enthousiaste begeleiding en gaan alsnog op zoek naar het meer. Onderweg spotten we o.a.: Smalle stekelvaren, Wijfjesvaren en Mannagras, Tijmereprijs en Blauwe zegge. In een droog gevallen sloot: Rietgras, Mannetjesvaren, Gele lis en Bochtige smele. Ook vindt Niels Dauwbraam.
En daar is dan eindelijk de grote plas. Vier borden onder elkaar vertellen ons dat we een heleboel niet mogen. We zien bijna door de borden het bos niet meer. Wat een mens al niet kan verzinnen. Maar mooi is het er wel. In het ondiepe water aan de oever groeit Kleine waterpest en Aarvederkruid. Een treffen met aangekondigd hoefvee nemen we niet als optie dus we lichten onze hielen en struinen het bos weer in. We zien Zevenblad (de natuurlijke vijand van een tuinliefhebber) , Muursla, een Hondsroos, Rubus spectabilis, een prachtframboos, Solidago canadensis, zelfs een verdwaalde Cotoneaster!
Aan de rand van het bos aan de overkant van de weg ligt een berg grond die uitnodigt tot inspectie. Hier vinden we heel veel nieuwe soorten: Heelblaadjes, Blauw glidkruid, Herik, Schijfkamille, Melganzevoet, Zwart tandzaad, Rivierkruiskruid, Canadese fijnstraal, Zomerfijnstraal en als klap op de vuurpijl: Impatiens capensis, een oranje springzaad! Hoe is deze hier terecht gekomen?
Terug lopend naar de auto zien de in de bosrand Rhus typhina, waarschijnlijk overgewaaid uit een tuin. Ook vinden we weer Stijve ogentroost. Wat is dat bloemetje toch mooi!
Volgens de site van Staatsbosbeheer zouden we in het hele Kuinderbos 350 soorten kunnen vinden, wij gaan tevreden met een aantal van 206 uit alleen dit kilometerhok naar huis.
Tekst: Heleen Strikkers, met aanvullingen van Niels Jeurink
Foto’s: Niels Jeurink en Heleen Strikkers
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!