Plantenwerkgroep: inventarisatie Gelderse Sluis 11-07-2012
Vertrek per auto vanaf het Muntplein te Kampen. Op de site Drimble.nl, die al het nieuws in Nederland beheerst, kunt u lezen dat het bericht van onze excursie ook in het Sluisnieuws van Zeeuws-Vlaanderen terecht is gekomen. Wel bijzonder dat ons bezoek aan de Gelderse Sluis, waar zich een drieprovinciënpunt bevindt, namelijk Gelderland,Overijssel en Flevoland, ook nog eens in Zeeland bekend wordt gemaakt. Helaas levert dat niet meer deelnemers op.
We starten bij de fraai gelegen boerderij bij de sluis. Alleen al langs de rand van het water vinden we veel verschillende planten o.a. Blauw glidkruid, Dotterbloem, Liesgras, Kroontjeskruid, Klein kruiskruid, Stippelganzenvoet, Penningkruid. Op de muur van de sluis zitten gezellig bij elkaar een Eikvaren, Mannetjesvaren en een Muurvaren. De regen en het onweer dwingen ons echter om te gaan schuilen onder de bomen. Van hieruit hebben we een schitterend uitzicht over het weidse landschap, mooie wolkenluchten en als toegift een prachtige regenboog.
Na regen komt gelukkig ook dit keer weer zonneschijn en kunnen we de sluis oversteken richting het pomphuis. Een klein gebouwtje met onder haar dakpannen talloze nesten van de huiszwaluw. Deze vliegen af en aan om de jongen te voeden. Wanneer wij te dicht in de buurt komen blijven de ouderen op afstand. Wij horen de jongen hard piepen, maar zien niets.
Gauw lopen we weer verder, rechtsaf het weiland in. Daar groeit veel Vertakte leeuwentand, Zachte ooievaarsbek, Klein streepzaad, Hoog struisgras. Drie wikkes komen we tegen: Vogelwikke, Ringelwikke en Smalle wikke in bloei. We vinden een “nieuwe“ klaversoort. Deze dopen we Trifolium Nilsonia, omdat er nog geen plant naar onze grote plantenliefhebber Niels is vernoemd. Nederlandse benaming: Geoorde klaver.
Langs de waterkant staat Kalmoes, Zwart tandzaad,Moerasandoorn, Grote ratelaar, Kluwenzuring, Mattenbies, Stekelzegge, Grote watereppe, Kleine egelskop, Gele waterkers en Zeebies (welke nu Heen heet.)
In de polder loopt de Zeebiesweg, welke nu dus Heenweg zou moeten heten. Echter gezien het feit dat dit ook een terugweg zou kunnen zijn, heeft men, om verwarring te voorkomen, de naam niet aangepast !
Het is een prachtige plek, waar we door het natte hoge gras banjeren. De ondergrond voelt zeer moerassig, niet zo vreemd dus dat we de volgende planten tegenkomen: Moeraswederik, Moeraswalstro, Moerasvergeet-me-nietje, Moerasrolklaver, Moeraskruiskruid, Moerasmelkdistel, Moerasbeemdgras. Naast deze moeras….. staan er nog meer liefhebbers van natte voeten, zoals Wolfspoot, Kattenstaart, Poelruit, Groothoefblad. Een Speerdistel ontlokt aan Heleen de opmerking, dat hij wel wat klein voor zijn leeftijd is. Ze is goed op dreef, onze Heleen, want aan de overkant van het water ziet ze een plant die ze niet kent en vraagt daarom aan Niels : “Wat is dat, daar, op ’n steeltje ?” Haar humor draagt volop bij aan de gezellige sfeer.
We lopen langs de sloot weer terug naar het pomphuis. En kijken langs de heg van het witte huis “Stoomgemaal Oldebroek”. Hier vinden we de meest trouwe plant uit onze tuinen en wel het Zevenblad, naast Herik, Schijfkamille en Brunel.
We hebben al aardig wat soorten genoteerd, wanneer Niels een groentetuin midden in het weiland ontdekt. Deze compleet andere biotoop zorgt ervoor dat we aan het eind van de avond een totaal aantal van maar liefst 144 soorten gevonden planten mogen noteren.
Naast de fraaie flora hebben we die avond nog kennis gemaakt met een groep nieuwsgierige paarden, een snelle haas gespot, nog snellere kikkers (geen idee welke) en tegen een schitterende lucht door de ondergaande zon, een grote groep zilverreigers, rustend in een boom midden op het water.
De zon is ondergegaan. Einde van een leuke en leerzame avond.
Verslag: Ellen van Knippenberg
Foto’s: Gonny Sleurink en Heleen Strikkers
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!