Plantenwerkgroep, excursie Reevediep 1-7-2020

Deelnemers: Henk Snel, Bert Siebrand, Henri Doorneweerd, Niels Jeurink, Henk Vos, Cor Nagelmaker en Ellen Diender

Vorig jaar hebben we de excursie naar het Reevediep moeten beëindigen vanwege het zeer slechte weer. Nu gaan we weer eens die kant op om het eerdere bezoek af te ronden.

We starten bij het gemaal  Mr. Van Engelen van de Veen aan de Molenkolk langs de Noordwendigedijk. Het gemaal is een rijksmonument, uitgevoerd in een voor de gemeente zeldzame Nieuwe Zakelijke bouwstijl. In gebruik sinds 1936 voor de ontwatering van polder Kamperveen. Het gemaal is nu buiten gebruik, maar men heeft 2 noodpompen geïnstalleerd om de voeten van de Kamperveners droog te houden.

Aan de overzijde van de weg langs het gemaal ligt een poel waar de kleine – en grote lisdodde  groeit, samen met gele plomp, grote watereppe en harig wilgenroosje. In het water doorgroeid fonteinkruid. Deze kan tot in 5 meter diep water staan. De bladeren zijn eirond met een stengelomvattende voet. Het lijkt alsof de stengel door het blad groeit.

We lopen door het graslandje richting de leegstaande woning aldaar. In het graslandje o.a. echte kamille, schijfkamille, reukeloze kamille en later vinden we ook een schubkamille. De bloembodem van de schubkamille (geslacht Anthemis) heeft stroschubben waar de naam naar verwijst. Waarschijnlijk is deze hier uitgezaaid.

We lopen om de leegstaande woning heen en gluren wat naar binnen. Wat een prachtige plek om te wonen. In de “tuin” tuinwolfsmelk, moederkruid, wilde kardinaalsmuts en veel prachtige roze tot cyclaamkleurige papavers, ook wel slaapbol genoemd. Hebben de antikraakbewoners deze gezaaid??En natuurlijk ontbreekt ook in deze “tuin” niet het prominent aanwezige zevenblad.

Weer richting de weg lopend vinden we hertshoornweegbree, avondkoekoeksbloem en veel glad walstro met zijn tere witte bloeiwijze. Vervolgens steken we de weg over naar de landpunt die uitloopt in de Molenkolk. Het is hier duidelijk natter. Je vindt er gele lis en grote egelskop.

Het is een prachtige avond. Behalve de plantjes staan er ook enkele stoere bruine paarden in de wei. We vinden een grote groene sprinkhaan en bij het gemaal hangen zwaluwnesten waar voortdurend kleine kopjes vragen om de aandacht van hun ouders.

Terug langs het gemaal ten westen van de Molenkolk staat koningskaars, citroengele honingklaver, luzerne, zwart tandzaad. Langs de heldere sloot vinden we greppelrus, zomprus, heel fraaie paddenrus en waterpunge met kleine witte bloempjes. Soorten die zich hier duidelijk op hun gemak voelen. In de sloot kikkerbeet, smalle waterpest, zwanenbloem en pijlkruid, langs de kant egelboterbloem en blaartrekkende boterbloem.

Na de Heen, ook wel zeebies genoemd,  gaan we weer terug, klimmen over de dijk, met links van ons het Reevediep. Het gebied was hier mooi, is nu mooi en hopelijk blijft het mooi. Tegen de schemering knalt het geel van het vlasbekje en de veldlathyrus tegen het groen van het riet. We lopen een stukje langs het Reevediep om vervolgens weer over de dijk te klimmen richting gemaal.

Nog een klein stukje lopen we langs de Noordwendigedijk, met grote kattenstaart, kamgras, middelste teunisbloem en muskuskaasjeskruid. Dan worden we getrakteerd op een spreeuweninvasie waar geen einde aan lijkt te komen. Massaal op zoek naar een rustplek voor de nacht. Een spectaculair einde van een mooie avond.

In het totaal hebben we deze avond 179 soorten planten ontmoet, grotendeels in het gebied Buiten Reeve.

Verslag en foto’s: Ellen van Knippenberg

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *